
het acht palen verder gelegen Tji Pantjoe en het wederom zes
palen vandaar verwijderde Tjadas Ngampar kan men slechts te
paard of te voet afleggen. Hier maakt het eentonige, dicht met
baraboe begroeide moeras voor een nog eentoniger grasvlakte
plaats, totdat men, vier palen zuidelijker, de rivier Tji Kandong
overgaat, niet ver van de plaats waar zij zieh in de Tjoepoe-
negara stört. Nu komt men in een bosch van hooge boomen,
waaronder vele djati-stammen, terwijl daarachter het bergachtig
geworden landschap de gewone bekoorlijke tafereelen van Java’s
hoogere streken begint te vertooneD, tot men, zes palen bezuiden
de Tji Kandong, in de steil oploopende hoogte Pasir Iwer-Iwer
de grens van Soemedang bereikt. Yan die hoogte ziet men, het aan-
gezicht zuidwaarts keerende, vöör zieh den Tampomas, rechts
den Tankoeban Prahoe, links den Tjerimai hiinne hooge toppen
scherp tegen den azuren hemel teekenen; maar den blik naar
het noorden wendende ziet men slechts grenzelooze wildernis,
waarin men geen spoor van bebouwing of bevolking kan ontwaren.
Doch keeren wij van dezen uitstap naar de zuidgrens terug
tot den grooten weg. Wij betreden nu spoedig het district Kan-
dang Hawor, het grootste der vier, dat zieh evenzeer zuidwaarts
tot aan de grens van Soemedang uitstrekt. In de streek die de
weg doorsnijdt, is het district buitengewoon sterkt bevolkt. De
negerie Kandang Hawor bestaat uit eene opeenvolging van dicht
saamgepakte desa’s , waarin geen plaats voor geboomte is over-
gebleven en die door uitgestrekte rijstvelden omripgd zijn. De
Demang woont hier in de desa Boelak , wier aloen-aloen door den
grooten weg gesneden wordt, ■ -r- de eenige plaats van dit land
waar een pasar wordt gehouden. Maar zuidwaarts van deze
meer vruchtbare dan schoone piek is alles weder wildernis en
bosch; terwijl men noordwaarts wel het geklots der Java-zee ver-
neemt, maar door het strandbosch, ofschoon dit hier slechts een
zeer smalle strook vormt, van het gezicht op hare golven verstoken
blijft. De zoutaanmaak die vroeger in dit district voor rekening
der Regeering plaats vond, is reeds omstreeks 1850 gestaakt.
Yan Kandang Hawor gaat de weg zuidoostwaarts en voert ons,
terwijl hij zieh steeds verder van het strand verwijdert, naar het
veel kleiner district Losarang. Dit district heeft längs de zee een
breeden zoom van bosch, daarachter een uitgestrekt moeras, en
nog meer binnenwaarts, längs den weg, eene voortzetting der goed
bevolkte en met uitgestrekte sawah’s bedekte vlakte, die reeds in het
vorige district aanving. Te midden der desa’s van de negerie Losarang
ligt aan den grooten weg de woning van den administrateur
van Kandang Hawor, eene prächtige villa, door een fraai park en
nette bijgebouwen omringd, en in de nabijheid staan eenige goed ge-
bouwde pakhuizen en een rijstpelmolen, die door stoom wordt gedre-
ven. Een weinig verder gaat een zijtak van den weg zuidwaarts
en snijdt de desa Djanga, waarin de onaanzienlijke woning
van den Demang wordt aangetroffen. Voigt men den grooten
weg verder, dan verwisselt men weldra Losarang met Lobener,
het eerste district van het land Indramajoe West; volgt men daar-
entegen den zijtak, dan komt men, steeds längs desa’s en rijstvelden
gaande, eerst uit Losarang in een oostwaarts uitspringenden
hoek van het district Kandang Hawor, en vertiolgens in Lelea, het
schoonste en best bebouwde gedeelte van het geheele gebied.
De weg loopt zuidoostwaarts en eindigt bij de desa Toegoe,
die aan de grens der bebouwde vlakte met het bosch ten zuiden
is gelegen. Een schier lijnrechte weg gaat, midden door onaf-
zienbare sawah’s, hier en daar afgewisseld door met prächtig
geboomte prijkende dorpen,ruim zeven palen ver in noord-noord-
oostwaartsche richting naar de negerie Lelea, waar de Demang
van het district een fraaie, op Europeesche wijze gebouwde woning
heeft. Deze negerie zet zieh in een reeks van kampongs
over een halven paal voort längs het vervolg van den weg,
die aan de noordgrens van het district ons weder op den, rake-
lings daarlangs gaanden, grooten weg brengt, doch op een punt
dat niet meer in het Kandang Haworsche land, maar in het district
Lobener van Indramajoe West is gelegen.
Het land Indramajoe West heeft nog niet de helft der uitge-
strektheid van Kandang Hawor, maar is veel meer bebouwd en doet
dien ten gevolge, zoowel in bevolking als in rijstproductie, slechts
weinig voor Kandang Hawor onder. Zieh uitstrekkende längs de
geheele oostzijde van dit laatste, reikt het zoowel noord- als