
inneren, dat in het volksgeloof der inlanders vele sporen overig
zijn van het aninisme der natuurvolken *). Met de toekenning
van een ziel aan levenlooze voorwerpen, gaat ookin vele gevallen
de toekenning van sexueel onderscheid gepaard. Wij zagen reeds
voorbeelden in het vroeger medegedeeld verhaal omtrent den
oorsprong der wajang karoetjil *) en in de padi penganten ).
De Dajaks kennen verschil van geslaeht toe aan de bjj hen in
zoo hoog aanzien staande koelpotten 4). De twee toppen van de
piek van Lobetobi op Flores worden als een echtpaar besehouwd 5).
Op gelijke wijze wordt het kanon te Batavia als de man, dat
van Banten als zijn vrouw aangemerkt. De overlevering zegt, dat
in lang vervlogen tijden twee Bantenners, terwijl zij zieh baadden in
den mond van den arm der Tji Peteh die bij Karang Antoe in
zee valt, het kanon op het water zagen dnjven, en toen zij in
hunne verbazing vroegen wat dit te beteekenen had, van de
kanon vrouw zelve ten antwoord kregen, dat zij Pandeglang ver-
laten had om zieh naar Batavia te begeven en daar een bezoek
te brengen aan baren echtgenoot, naar wien zij zeer verlangde.
De Bantenners lieten echter het kanon zijne reis niet volbrengen,
maar brachten het op den wal, waar hetthans , even als het andere
kanon te Batavia, het voorwerp is. van vereering, met geloften
en offers gepaard. Sommigen verbinden hiermede ook nog de
voorstelling, dat, wanneer ooit deze beide kanonnen bij elkander
komen, het met de heerschappij der vreemdelingen op Java voor
altijd zal gedaan zijn.
■Wij keeren thans naar Serang terug om vandaar den weg
naar Anjer te vervolgen. Het eerstvolgend Station is de districts-
hoofdplaats Kramat Watoe. Het district, ofschoon bij de inlanders
reeds lang onder den naam zijner tegenwoordige hoofdplaats bekend,
heeft tot 1865 officieel den naam van Banten gedragen, niette-
genstaande de voormalige hoofdstad van dien naam tot het district
Serang gerekend werd 6)- Hoe het dus aan dien naam kwam, is
eenigszins duister; misschien lag daarin een hermnenng aan
*) Zie Dl" I. 313. *) Dl. | 458. 3) Dl. I. 524 v.
4 Perelaer, Ethnogr. beschrijv. d. Dajaks. 117. 5)T. v. h Aardr. Gen. I. 184.
6) ¿ bi. Y00r 1865, n°. 71; Begeeringsverslag van 1865, bl. 5.
Banten girang (boven-Banten), dat de hoofdstad des rijks zou
geweest zjjn, totdat het door Maulana Hasanoe’d-din werd ver-
overd en de zetel der regeering naar Banten ilier (beneden-
Banten) werd overgebracht. Yan boven-Banten worden op ongeveer
een paal afstands van Serang nog overblijfselen aangewezen ').
Daar ik echter niet weet of zij binnen de grenzen van het tegenwoordige
district Kramat Watoe liggen, zou het gewaagd zjjn
als stellig aan te nemen, dat zij iets met den vroegeren naam
daarvan te maken hebben.
Niet ver van den genoemden post rijst links van den weg de
Goenong Pinang op tot eene hoogte van omstreeks 300 meters. Hij
doet zieh voor als geheel geisoleerd, omdat hij zelf de läge heuvelen
bedekt die hem met het zuider-gebergte verbinden. De voet is
rijk bebouwd; de top biedt eene ruime vlakte aan, begroeid met
vele wilde vruchtboomen, die ten deele het graf van een hier
rustend Engelsch officier beschaduwen. De zachte hellingen maken
de beklimming uiterst gemakkelijk, waarom de Europeesche inge-
zetenen van Serang gewoon zijn er hunDe gasten heen te voeren , op-
dat zij zieh verlustigen in het heerlijk panorama, dat straat Soenda
met hare bekoorlijke eilanden, de beroemde baai van Banten, de
rijke vlakte van Serang met hare ontelbare dorpen, boschjes
en sawahs, het stelsel der oude tweelingsvulkanen Karang en
Poelasari, de lagere reeks der Anjersche bergen en de op den
St. Nikolaashoek verrijzende toppen van den Goenong Agoeng en
den Goenong Batoer beheerscht2).
Nabij het volgende station Tji Legon voert de weg over het
Anjersche gebergte heen en bereikt dus zijn hoogste punt, dat
natuurlijk ook de ruimste vergezichten biedt. Yan Tji Legon tot
Tji Gading is de daling aanmerkelijk: men betreedt hier het gebied
der uitgestrekte moerassen van het läge land, die gevormd zijn
door de aanslibbing welke het voormalige eiland Bodjo Negara,
dat in den St. Nikolaashoek eindigt, met den wal van Banten
heeft vereenigd, en längs welke de weg zieh tot zijn eindpaal
Anjer voortzet. Hier schieten tallooze rhizophoren, slechts afge-
*) V. Hoevell, Inwijding der Christenkerk te Serang. 8.
s) Zie Dl- 1. 71.
in.