
en den helderen waterspiegel van het meer, die een met prächtig
geboomte bedekt eiland omvat, zijn golvende oevers door rijk
bebouwde heuvelen omzoomd, de talrijke dorpen van zijn om-
trek in hunne bekoorlijke boschjes van vruchtboomen verscholen
en door rijst- en grasvelden afgewisseld, aan onze voeten zien
uitgebreid, alles door de laatste stralen der dagtoorts met een
schitterenden gloed overgoten. Langer en langer worden de scha-
duwen die de trotsche boomen van het eiland over het meer
werpen; blauwe rookwolkjes stijgen uit de woningen, in de
dorpsboschjes verborgen, schier lijnrecht omhoog; in den troebe-
len , melkachtigen damp, die, schoon de hemel wolkeloos is, de
meer verwijderde voorwerpen als met een uiterst fijn gaas van
blauwachtig witte kleur omhult, ontwaren wij in het verschiet
de zieh naar alle zij den uitbreidende jukken van den Sawal en
bespeuren. wij, den blik wat meer rechts latende afdwalen, over
de Soemedangsche grens heen, de dreigende kruin van den ver-
derfbrakenden Galoenggoeng, wiens kraterspieet wij nog duister
en flauw bij het wegzinkend licht onderkennen ‘).
De boomen op het eilandje beschaduwen heilige graven, waaraan
ongetwijfeld overleveringen verbonden zijn, die ik echter nergens
vermeld vind. In het meer leven velerlei visschen, waaronder de
goerami, de tambra en de goudvisch voor omstreeks veertig jaren
opzettelijk daarheen zijn overgebracht J). De desa zelve is be-
roemd om hare oudheden, die er in een heilig huisje, ter zijde der
woning van den Wadänä, bewaard worden. Dit huisje, door een
zeven voet hoogen heining van bamboe omringd, staat op palen
en is inwendig met wit katoen behängen. Yan den zolder dalen
twee hangmatjes af, door gordijnen beschut. De twee voornaamste
relieken: een ijzeren zwaard, drie voet vier duim lang, met naar
buiten gebogen en met lofwerk besneden greep, en een ijzeren
tweetandige lanspunt, twee voet drie duim lang, worden daarin
bewaard, in vele stukken grof linnen gewikkeld. Kondom de
wanden staan kleine gevlochten mandjes, waarin eenige andere
') Junghuhn, Java, II. 159; Buddingh, N. 0. I., I. 130.
2) N. T. v. N. I., XIII. 256. Zie over de hier genoemde visohsoorten D.
I. 212, 219.
vodden bewaard worden: een vierkant blikken lampje, een ronde
koperen doos met deksel, eenige aarden potjes, zooals men op
iederen pasar koopen k an , een paar oude linnen priesterkappen.
Het eenige voorwerp dat wezenljjk merkwaardig mag genoemd
worden, is eene offerschel, die door sierlijke bewerking uitmunt.
Yan Pendjaloe begeven wij ons längs een weg die zieh door
schoone sawah’s om den voet van den Sawal heenslingert, naar
Kwali, de hoofdplaats van het tweede district dezer afdeeling,
negen palen van Pendjaloe verwjjderd en omstreeks 400 meters
boven het oppervlak der zee verheven. Deze plaats is ons reeds
bekend door de daar gevonden inscripties, die doen vermoeden,
dat zij öf zelve de oudere zetel van Padjadjaran was, öf door
een leenman van Padjadjaran werd bestuurd '). Hoe dit z ij, ze-
ker is het, dat Kwali bijzonder rijk is aan overblijfselen der
oudheid, waarvan sommige wel waard zijn dat wij er nog eenige
oogenblikken bij stilstaan, al wordt de rijkdom der zuidelijke
districten van Tjeribon aan dergelijke, meest op hetzelfde neder-
komende merkwaardigheden wel een weinig vermoeiend.
Even als Pendjaloe heeft ook Kwali een heilig huisje, waarin
tal van oude voorwerpen, op soortgelijke wijze ingewikkeld, bewaard
worden, — een klein museum van antiquiteiten. Den vreem-
deling worden zij slechts schoorvoetend en alleen op bepaalde
dagen en na vrij wat ceremonieel vertoond. De heer Brumund
dankte het aan de tusschenkomst van den Regent, dat hij alles
te zien kreeg en alles ontwikkeld vond bij zijne komst. Hij
bleef dus bewaard voor de teleurstelling van, na langzame, het
geduld op zware proef stellende^ loswikkeling, in vele gevallen
slechts wat oud roest voor den dag te zien brengen. De merk-
waardigste voorwerpen zijn: een koperen lamp in den vorm van
een haan, die een hagedis in den snavel houdt; een bei van
gegoten rood koper, bewerkt in den vorm van een broodvrucht3);
een oude lans van zeer hard koper, Prangkolan genaamd; een
fraai bewerkt, vier duim hoog metalen beeldje met vier armen
•) Zie Dl. II. bl. 44.
s) Soekoen, Artocarpus laevis. Zie Dl. I. 573.