
in 1810 het terrein rondom dit fort, ten westen begrensd door
de Tji Liwong en ten oosten door de Kali Baroe of Selokan') ,
voor den aanleg van het geretrancheerde kamp, dat hij tot
hoofdstelling voor de verdediging van Jav a , in geval van een
aanval der Engelschen op Batavia, bestemde2), Hier had dan
ook den 26sten Augustus 1811 de beslissende strijd plaats, die
door de overwinning der Engelschen hun het bezit van Java
schonk. Eene daad van zelfopoffering, die van van Speyk zeer
nabij körnende, verspreidde verderfen ontzetting onder den vijand,
zonder echter zijne zege te kunnen beletten. De redoute n° 2
sprong op het oogenblik dat de aanvallers er waren binnenge-
drongen, met een vreeselijken knal in de lucht. De majoor dor
artillerie Mulder, die er bevel voerde, had twee dagen te voren
aan zijne kameraden de plechtige verzekering gegeven, dat de
vijand hem nooit levend in handen zou krijgen en hij eerder de
brandende lont in het kruid zou werpen. Hij heeft woordgehouden3)!
Het fortje, naar zijn vorm de Sterrenschans genoemd, is thans
ingerieht tot gevangenis en kantoor voor den Onderschout die hier
met de politie belast is. In de nabijheid ligt de kazerne voor de
bezetting en op eenigen afstand van den weg een kruidmagazijn.
In 1857 is bij Meester Cornells eene militaire school opgericht,
bestemd om onderofficieren tot officieren bij infanterie, kaval-
lerie en militaire administratie op te leiden. Ook is er eene
geweermakersschool onder de leiding van een artillerie-kapitein.
Yroeger was hier ook de thee-inrichting van den heer Jacobson4),
wien de eer van de theecultuur op Java te hebben
ingevoerd, hoofdzakelijk toekomt. Deze inrichting is echter reeds
in 1851 ingetrokken.
M a a r de grootste merkwaardigheid van Meester Cornelis is
i) Zie Dl. I , bl. 76. 2) Zie Dl. I I , bl. 550.
3) Sommige schrijvers stellen de vreeselijke daad op gezamenlijke rekening
van twee officieren, Mulder en Horsman, b v. Thornton, Conquest of Java, p. 59,
v. d Aa, Ned 0. Indie, I I , 273. Ik houd mij aan de eenvoudige voorstel-
ling van Duc de Saxe-Weimar, Campagne de Java, p. 83. Deze nu spreekt
van Horsman in bet geheel niet. Thornton en v d. Aa noemen dien officier
Osman, welke naam mij reeds verdacht voorkwam, voordat ik bp Mijer,
T. v. N I. II. 2. 346, de schrijfwijze vond die ik voor de ware houd.
4) Zie de beschrijving daarvan in T. v. N. I. III. 1. 25.
zijn in 1773 ingestelde pasar, en ofschoon de markten van Batavia
soortgelijke tooneelen opleveren, is er geen die in drukte en
woeligheid met den pasar kemis (Donderdag-markt) gelijk s ta a t,
zooals de pasar van Meester Cornelis gewoonlijk genoemd wordt,
hoewel er zoowel Zaterdag als Donderdag markt wordt gehou-
den. Tot marktplein dient eene groote opene ruimte aan de
oostzijde der plaats. Wanneer ik hier beproef eene schets van
zulk een pasar te geven, houde men in het oog, dat zjj in het
algemeen op alle markten in de omstreken van Batavia toepas-
selijk is.
Reeds bij het aaribreken van den dag ziet men de boeren van
den omtrek met pak en zak naar de markt heenstroomen. De
man is doorgaans van vrouw en kinderen verzeld: hij laat zijne
ega met den lichteren last voor zieh uitstappen, maar niet zelden
voert zij bovendien in een op den rüg gebonden doek een zui-
geling met zieh, wiens armpjes hären hals omstrengelen. Het
marktplein waar zij hunne waren gaan te koop bieden, is grooten-
deels beslagen door overdekte galerijen, tenten van bamboe die
als warongs dienst doen ’), en kleine woningen van Chineesche
handelaars. Tafels en stalletjes voor het ten toon leggen der koop-
waren zijn in ontelbare menigte voorhanden. Alles wat de landbouw
en de nijverheid der Javanen oplevert, wordt hier te koop geboden,
maar doorgaans toch nemen eet- en drinkwaren de voornaamste
plaats in. H i e r ziet men allerlei vruchten: kokosnoten, pisangs,
doerians, mangostans, oranjeappelen, ananassen, watermeloenen
enz., in groote hoopen opgetast; d a a r ziet men oude vrouwen
in het zweet haars aanschijns verschillende soorten van kwee-kwee
bakken, die, in weerwil van den walmenden oliestank, met graagte
gekocht en genuttigd worden. Men hoort en ziet aan alle zijden
eene snappende, joelende, lachende, in bonte mengeling dooreen
dwarrelende menigte, waaronder men ook velegeriefelijkenimfen
kan opmerken, kenbaar aan den suikerrietstok dien zij in de
hand dragen, en waarvan een afgesneden stuk aan een jongen
man toegereikt, den zin heeft dat hij tot een rendez-vous wordt
genoodigd.
*) Over de warong zie Deel I , bl. 615.
m. 5