
der Departementen zouden correspondeeren *), werd de zelfstan-
digheid der beide afdeelingen feitelijk hersteld. Sedert zijn de
ambtenaren met het bestuur over Krawang belast als op zieh
zelf staande assistent-residenten beschouwd 2), ofschoon sommigen
bij uitzondering ook wel eens den titel van resident hebberi ge-
voerd3) , totdat, bij een ordonnantie van 20 Januari 1866 4), die
met 1 Jan. 1867 in werking is getreden, de titel van resident
gelijkelijk aan alle hoofden van gewestelijk bestuur op Java
is toegekend. Inmiddels is in 1833 het district Wanajasa nog
eens "weder van Krawang afgenomen 5).. Later is het er echter
op nieuw mede vereenigd 6) ] doch van de beschikking waarbij
dit heeft plaats gehad, heb ik geen spoor in het Staatsblad kun-
nen vinden.
Na al deze verschillende wisselingen bestaat derhalve Krawang
thans uit twee breede strooken van particulière landen, de Tegal-
waroesche landen in het zuidwesten en de landen van Tji Äsern
en Pamanoekan in het oosten, van elkander gescheiden door één
enkel ze er. uitgestrekt regentschap, Krawang genaamd, ofschoon
de hoofdplaats Poerwakarta heet, en uit de districten Tjabang
Boengin, Adiarsa, Krawang, Sindang Kasih en Wanajasa samen-
gesteld.
Nog altijd echter wordt Krawang, even als Banjoewangi, blij-
kens de regeling der inkomsten van den resident 7) , ala een
residentie van minderen rang beschouwd. Wat is daarvan
de reden?
In uitgestrektheid staat Krawang bij de overige residentiën
van West-Java achter, maar overtreft het daarentegen acht der
residentiën van Midden- en Oost-Java. Hierin kan dus de reden
niet gelegen zijn. Maar met uitzondering van Banjoewangi heeft
Krawang van alle residentiën het kleinste bevolkingscijfer en de
geringste bevolkingsdichtheid. En dan nog is het meerendeel dier
i) Staatsbl. n°. 59, 2» t 2) Zie boven, bl. 62.
a) Zie Bijdr. t. d. T. L. en Yk. v. N. Ind. , 3' Yolgr. II I, bl. 125.
4) Staatsbl. n°. 5. 5) Staatsbl. n°. 41.
s) Zooais b. v. officiëel blijkt uit den Staat, gevoegd bij Staatsbl. 1874, n». 73.
i) Staatsbl. 1866, n°. 66.
bevolking gevestigd op de particulière landen ‘), met welke de
resident veel minder bemoeiingen heeft, omdat daar de landelijke
inkomsten door de landheeren ten eigen bäte geheven, de heere-
diensten aan de landheeren bewezen en door hen geregeld, en
de inlandsche hoofden door de landheeren benoemd en bezoldigd
worden, zoodat voor den resident niet veel meer dan een alge-
meen toezicht overblijftJ). Een groot gedeelte der residentie is
onbewoond en önbewoonbaar, daar ze uit moerassen en bosschen
bestaat. Het geheele district Tjabang Boengien is, met uitzondering
eener smalle strook längs de Tji Taroem , geheel ongeschikt voor
den landbouw, daar de gronden ziltig zijn en het zeewater bij
springvloed tot diep in het land dringt. Pakies, de meest be-
kende plaats in dat district, aan het strand gelegen ter plaatse
waar twee kleine oostelijke mondingstakken van de Tji Taroem,
Soengei Galian en Soengei Mérah, na zieh vereenigd te hebben,
onder den naam van Kali Pakies in zee uitwateren, was vroeger
bekend om zijne uitgestrekte zoutpannen,, die eenmaal genoeg
opleverden om in de behoeften van Batavia en zijne Ommelan-
den te voorzien; maar heeft, sedert de aanmaak van zout tot
Madoera beperkt werd, zijne. vroegere beteekenis verloren. Van
de geheele kuststrook ten noorden van den weg die van Patjing
over Randoe en Tampoeran naar Tji Lamaja voert, en behalve
het distrikt Tjaboeng Boengien ook nog een belangrijk gedeelte
van de distrikten Krawang en Adiarsa bevat, kan men
naar waarheid zeggen, dat zij het grootste gedeelte van hetjaar
onder water staat en slechts na langdurige droogte toegankelijk
is. De läge landen van Tji Asem en Pamanoekan deelen natuur-
lijk in deze ongunstige voorwaarden, maar maken slechts een
betrekkelijk klein deel dier uitgestrekte landgoederen uit.
De bosschen, die hier, gelijk over geheel J a v a , als op woeste
‘) Volgens het Reg. Yersl. over 1873 bedroeg de bevolking van Krawan«-
op het einde van het afgeloopen jaar 241,393, terwijl, volgens bladz. 228
van het Yerslag, de bevolking der particulière landen 146,205 zielen bedroeg,
zoodat slechts 95,088 voor het Gouvernements-gebied overbleven.
J) Een duidelijk overzicht van de rechten door de landheeren, de opgezetenen
en den Staat op de particulière landen geoefend, geeft de Louter, Handleiding,
2" druk. 357 vv,