
Pasoeroean bevat drie regentsohappen en daaraan beantwoor-
dende afdeelingen: Bangil, Pasoeroean en Malang. Het kleinste
regentschap, Bangil, omvat den Noordwesthoek der residentie,
van de toppen van den Penanggoengan en den Ardjoenä bene-
denwaarts tot aan de Kali Pörong, die de grens met Soerabaja
vormt, en tot aan de straat van Madoera, die echter slechts even
door den oosthoek van Bangil wordt aangeraakt. Het geheele
overige deel der vlakte längs de Straat, zuidwaarts oprijzende
tot aan de toppen van den Goenoeng Toengangan, zooals de
westelijkste verlengingsrib van den Tenger genoemd wordt, die zieh
westnoordwestwaarts tot aan den voet van den Ardjoenä uitstrekt,
maakt de afdeeling Pasoeroean uit. Al de overige deelen der Resi-
dentie, meer dan twee derden van het geheel, vormen de uitge-
strekte afdeeling Malang, die wel vele vruchtbare en volkrijke
streken, maar ook de uitgestrekte woestenijen van Sengärä en
Gondang Legi omvat.
Ten Oosten grenst aan Pasoeroean de veel kleinere residentie
Probolinggo, die ik meen in dit hoofdstuk bij Pasoeroean te
mögen voegen, omdat zij de oostelijke hellingen van den Tenger
en den Smeroe tot haar gehied rekent; want het is ongetwijfeld
een voordeel, wanneer wij die merkwaardige gebergten als een geheel
in oogenschouw kunnen nemen, zonder ons te bekreunen om
de willekeurige en denkbeeidige ljjn die de politieke indeeling daar-
over getrokken heeft. Dit gewest strekt zieh met zjjne Noordzijde
längs de Straat van Madoera uit van de Kali Lawean, op de grens
met Pasoeroean, tot aan de Kali Matakan, op de grens met Besoeki.
De oostelijke grenslijn gaat dan znidwaarts tot aan den Argäpoerä,
den westelijken en hoogsten top van het Jang-gebergte, dat
echter nagenoeg geheel tot Besoeki behoort. Dan buigt de grenslijn
zieh westwaarts om tot in de nabijheid van den Lamongan,
welke kleine, bijna op zieh zelf staande vulkaan, echter in zjjn
geheel aan Probolinggo is toegedeeld; want eer zjj dien bereikt
wendt de grenslijn zieh zuidwaarts en volgt de Kali Getem tot
aan het Zuiderstrand. In het zuiden is dus deze residentie veel
smaller dan in het noorden, daar zij hier aanmerkelijk ten behoeve
yan Besoeki terugwijkt. In verscheidenheid van terrein, in voortbrengselen
en vruchtbaarheid, in den aard der in beide gewesten
even sterk met Madoereezen vermengde bevolking, gelijkt
Probolinggo veel op Pasoeroean; maar de contrasten zijn minder
scherp, de njkdom van merkwaardigheden van natuur en kunst
wordt e r , zoo wij de gebergten aan de westgrens uitzonderen ,
betrekkelijke armoede.
Probolinggo was tot 1855 een regentschap van Besoeki, en
werd eerst den 4den Febr. van dat ja a r, ten gevolge van het
steeds toenemend gewicht van Java’s Oosthoek, tot eene afzon-
derlijke residentie verheven. Zij werd echter bij die gelegenheid
wel in afdeelingen gesplitst, maar bleef één enkel regentschap
vormen. Yan die afdeelingen beslaan Probolinggo en Kraksaän
of Kareksan te zamen de kleinere noordelijke, het minder be-
volkte Loemadjang alleen de iets grootere zuidelijke helft.
De residentie Pasoeroean heeft in de geschiedenis van Java
eene niet onbelangrijke rol vervuld, die wij in het historisch
deel van dit werk hebben leeren kennen; maar tevens is ons
daaruit gebleken, van hoe weinig belang nog in de vorige eeuw
en tot in Daendels’ tijd Probolinggo werd geacht. Na de onder-
werping van den geheelen Oosthoek aan de Compagnie werd
het geheele gewest voór een onbeduidende som aan Chineezen
verhuurd, en ook de verkoopprijs dien Daendels er voor bedong,
was gering in verhouding tot de intrinsieke waarde der rijke
residentie ‘). Eerst nadat het Gouvernement, onder het bestuur
van Raffles, dit schoone gewest weder had ingekochtä) , kon het
allengs tot dien trap van ontwikkeling geräken, die het waardig
maakte als eene op zieh zelve staande residentie bestuurd te worden.
Om onzen tocht door de residentie Pasoeroean aan te vangen,
verplaatsen wij ons in de gedachten weder naar Gempol, dat
tegenover Pörong aan de grensrivier met Soerabaja, de Kali
Pörong, Í9 gelegen3). Gempol is tevens de naam van een der
zes districten waaruit het regentschap Bangil bestaat, en de be-
doelde desa is van dat district de hoofdplaats. Het is een aanzien-
lijk dorp met een Chineesche kampong, meest uit steenen huizen
bestaande. Yroegere schrijvers vermelden eene groote rawa, die