
Yan Tji Langkap voert een zijweg naar Poerwakarta längs
den rechteroever der Tji Kao, welke op den Boerangrang entspringende
rivier de grens van de Krawangsche districten Wana-
jasa en Sindang Kasih tegen het Bandongsche district Ganda-
soeli vormt, en zieh vereenigt met de Tji Taroem, juist op het
punt waar deze, na de andere zijde van Gandasoeli tegen het
Krawangsche Tji Ampel begrensd te hebben, de grensscheiding
begint te vormen tusschen de Tegalwaroesche landen en het
regentschap Krawang. Bij het vereenigingspunt liggen twee plaat-
sen die den naam van Tji Kao dragen, de eene aan de Bandongsche
zijde, de andere in Sindang Kasih aan den Krawangschen kant.
In het Bandongsche Tji Kao liggen groote koffiepakhuizen, waar-
heen al de Gouvernements-koffie gevoerd wordt, die in Krawang
in het bergachtige district Wanajasa geteeld en in het inkoop-
pakhuis ter hoofdplaats Wanajasa verzameld wordt. Veel grooter
evenwel is de hoeveelheid koffie die hier uit de naastbijgelegen
deelen der Preanger wordt samengebracht. Al die koffie wordt
längs de Tji Taroem verscheept, die van hier voor zoogenaamde
tien-kojans ') prauwen bevaarbaar is. De vaart vereischt echter
veel hehendigheid wegens de sterke kronkelingen der rivier, hären
snellen stroom en de vele droogten, rotsen, steenen en boomstammen
die den doortocht belemmeren. In de laatste jaren heeft men
voor het transport van kleine stoombooten gebruik gemaakt. De
bovengemelde weg van Tji Langkap naar Poerwakarta is bij
Waroeng Boeah door een kleinen zijtak met het Krawangsche
Tji Kao en dit door een veer met het Bandongsche Verbünden.
Wjj willen evenwel thans niet van Tji . Kao rechtstreeks naar
Poerwakarta gaan, maar terugkeeren tot den grooten weg van
Krawang naar die hoofdplaats, dien wij te Kosambi verlieten. Dien
vervolgende overschrijden wij schier onmiddellijk de grens van het
district Adiarsa en, na nog vijf palen gedeeltelijk längs de voor-
malige kaneeltuinen van Tamblang te hebben afgelegd, de hoofdplaats
van het district, Dawoean, die ook Nieuw-Adiarsa genoemd
wordt2). Deze plaats is weder, als gewoonlijkdegrooteredorpen,
') Een kojan 3 30 pikols. Zie Dl. I. 495 v.
■) Er ligt namelijk een ander Adiarsa aan de Tji Taroem, een weinig boven
door natte en droge rijstvelden omringd; doch weldra komtmen
op nieuw in bosschen en alang-alang-velden. Bij Tji Ampek, twee
palen van Dawoean, zondert zieh een rijweg in noordoostelijke
richting van den grooten \tfeg af naar Tji Lamaja. Drie palen
verder bereikt men Djomin, waar de groote weg een richting
bijna recht zuidwaarts neemt en in het district Sindang Kasih
komt. De volgende post, vijf palen verder, is Garoengsang, en
na nog vijf palen in eenigszins zuidwestwaartsche richting te hebben
afgelegd, hebben wij Poerwakarta bereikt. Deze plaats is eerst
omstreeks den aanvang van het bewind van den Commissaris-Gene-
raal du Bus aangelegd en tot hoofdzetel van het gewestelijk be-
stuur van Krawang verheven. Zij ligt in een schoone met sawahs
bedekte vlakte, op den rechteroever der Tji Kao. De aloen-aloen,
waarop de weg uitkomt, is zeer uitgestrekt en heeft in het midden
een grooten vijver. Behalve den regent en een paar andere in-
landsche hoofden wonen aan dit plein de weinige Europeanen
der plaats. Het afgezonderd liggende residentiehuis maakt een
aangenamen indruk; voorts vindt men hier eenige pakhuizen, het
telegraafkantoor, de secretarie en al wat zoo al meer. tot de hoofdplaats
eener residentie behoort. Tusschen de aloen-aloen en de
rivier liggen de inlandsche kampongs, die sterk bevolkt zijn en
er vrij goed uitzien. Het Chineesche kamp ligt meer noordelijk,
evenals het hospitaal. Noordwaarts van Poerwakarta lagen vroeger,
zoowel aan den weg naar Garoengsang als längs dien naar Waroeng
Boeah, uitgestrekte kaneeltuinen, die een schoon gezicht
opleverden, doch waarvan waarschijnlijk thans wel niets meer zal
over zijn ’). In een gehucht nabij deze plaats wonen eenige Am-
bonsche Christenen, nakomelingen van veroordeelden wegens
deelneming aan den opstand in de Molukken in 1817, die
in 1829 als ballingen naar Krawang gedeporteerd zijn, om
Krawang en buiten de tegenwoordige grenzen van het district, waaraan het mis-
schien oorspronkelijk zijn naam gaf.
l) Men vindt ze wel is waar nog aangeduid op de topographische kaart van
Krawang, maar in de staten van de particulière landbouwondernemingen, in de
jongste regeeringsverslagen en regeeringsalmanakken voorkomende, is er geen
spoor van te vinden, terwijl de Gouvernements kaneelcultuur sedert lang is
opgeheven. Zie Dl. I I , bl. 696.