
62
TWEEDE HOOFDSTUK.
De residentie Batavia.
Java is door het Nederlandsch gezag verdeeld in gewesten,
die den zonderlingen naam van Residentien dragen, dewijl het
hoofd van gewestelijk bestuur door den zinledigen titel Resident,
d. i. verblijfhouder, wordt aangeduid. Green wonder dat die titel
door vreemdelingen dikwijls niet begrepen en in dien van President
veranderd wordt. De Residentien zijn tegenwoordig 23 in
getal, en de meeste zijn weder verdeeld in afdeelingen, waarover
een Assistent-resident is gesteld, bebalve dat 6ene afdeeling
steeds, zonder de tusscbenkomst van zulk een helper1) , door
den Resident zelven bestuurd wordt. Yroeger waren er vier gewesten
op Java benevens een paar in de Buitenbezittingen, waa r,
hoe vreemd het ook klinken möge, het hoofd van gewestelijk
bestuur zelf den naam van Assistent-resident droeg, schoon
hij niemand als assistent was ter zijde gesteld, maar rop zieh
zelf stond. Hieruit is in de administratieve taal de naam van „op
zieh zelf staande assistent-residentie“ ontstaan, die in ongerijmd-
heid met het Engelsche man-midwife wedijvert, maar het in
omslachtigheid verre overtreft. Thans evenwel bestaan op Java die
„op zieh zelf staande assistent-residentien“ niet meer. Krawang en
Banjoewangi zijn tot residentien verheven, Buitenzorg en Patjitan
als afdeelingen hij de residentien Batavia en Madioen ingelijfd.
„Stad en Yoorsteden“, het voormaligeNoorderkwartier, maken de
eerste, onmiddellijk onder het bestuur van den Resident staande
afdeeling van de residentie Batavia uit. Het oude göbied van
Batavia’s Ommelanden, vroeger verdeeld in Ooster- Wester- en
Zuiderkwartier, is thans gesplitst in de afdeelingen Meester Cor-
1) Er zijn echter te Batavia, Samarang, Soerabaja en Bandoeng zooge-
noemde „assistent-residenten ter hoofdplaats“ , doch die zijn bepaaldeljjk met
de zorg voor de politie belast. In Soerakarta en Jogjakarta, welke gewesten
niet in afdeelingen verdeeld zijn, Staat den Residenten in het geheele bestuur
een ter hoofdplaats gevestigde assistent-resident ter zijde.
nelis en Tangeran, waarvan de eerste het Ooster- en Zuider-,
de andere het Westerkwartier omvat. Buitenzorg maakt, ten
gevolge der zooeven gemelde, in 1866 genomen beschikking ') ,
thans de vierde afdeeling van de residentie Batavia uit. De ver-
deeling in Regentschappen, meestal gelijken tred houdende met
die in Afdeelingen, wordt in deze residentie niet aangetrof-
fen; want daar dit gansche gebied uit particulière landerijen
bestaat, die meest allen aan Europeanen of Chineezen be-
hooren, en het bestuur er sedert lang meer op Europeeschen
voet geschoeid was, is er de inlandsche waardigheid van Regent
geheel verloren gegaan. Zij bestond echter tot 1864 nog in Buitenzorg,
als regentschap gewoonlijk met den inlandschen naam
Bogor genoemd, maar is ook daar in genoemd jaar 2) opgeheven,
zonder dat eenig belang er door gekwetst werd. De onderschou-
ten of demangs, die in de residentie Batavia, hehalve in „Stad
en Yoorsteden“ , als een soortvan districtshoofden fungeëren ,’zijn
er het eenige overblijfsel van inlandsch bestuur, maar worden
rechtstreeks door het Europeesch gezag benoemd, terwijl hun
werking schier geheel tot de handhaving der politie beperkt is.
Wij willen thans het eerst met de oostelijke afdeeling nadere ken-
nis maken, en daar wij den grooten postweg tot Bidara Tjina reeds
hebhen leeren kennen, nemen wij thans plaats aan de halt Konings-
plein en leggen vandaar per spoorweg in enkele minuten den afstand
van 5. 7 kilometer af naar het aan een zijtakje gelegen station van
Meester Cornelis, het eindpunt der zoogenaamde omnibustreinen.
Yoor den spoorweg van Batavia naar Buitenzorg is hier het depot
van het materieel, met reparatiewinkels, bureelen en magazijnen.
Meester Cornelis is eene merkwaardige plaats in de geschiedenis
. van Hederlandsch Indië. Reeds in Yalentijns tijd had hier de
Compagnie een post of fortje, aanvankelijk bestemd om de
bevolking der Ommelanden in bedwang te houden, maar later
vooral tot herstellingsoord van zieke militairen dienende, waarom
het gewoonlijk slechts door invaliden bezet was 3). Daendels koos
l) Staatsbl. ii01 5 en 142. 2) Staatsbl. n°. 36.
8) Yalentijn III. t. 11 j Batavia in deszelfs gelegenheid, I. 121; Mijerin
T. v. N. I. II. 2. 249.