
zieh de Tenger in het noordoosten en draagt op zijne züidoos-
telijke helling, op eene hoogte van 1079 meters en op 7¡ paal
afstands van Toempang, het heerlijk gelegen dorp Goeboeg
Kelakah, welks ruime pasanggrahan den reiziger een goede
bescherming tegen de vinnige koude biedt en een verrukkelijk uit-
zicht over de Malangsehe vallei, die bij helder weder geheel
voor den blik openligt. In de nabijheid stroomt eene klare beck door
eene enge kloof in een diepte van 20 à 25 meters. Zij voorziet het
dorp van drinkwater, doch daar zij in den oostmoeson uitdroogt, hebben
de inlanders van gespleten dikke bamboehalmen eene op staken
rüstende leiding gemaakt, waardoor het water van het gebergte
in wijden omtrek verzameld en naar dezen plaats gevoerd wordt ').
Een andere r it, van omstreeks vijf palen lengte, brengt ons
van Toempang in zuidwestelijke richting naar Kid a l, nauwelijks
minder dan Toempang zelf vermaard door zijn tjandi, die op een
fraaie open piek te midden van het bosch is gelegen. Ook dit
schoone monument is vroeger door mg beschreven 2) ; maar niet
zoo gemakkelijk is het mij een denkbeeld te geven van het natuur-
schoon dat de weg derwaarts in zoo kwistigen overvloed aanbiedt.
De geheele streek waardoor hij voert, is zachtgolvend en prijkt met
de bevalligste afwisseling van liefelijke boschjes, kleine alang-
alang-vlakten en rijstvelden. Hiér en daar verheft zieh een
rotsige heuvel, met prächtig geboomte gekroond, en nergens ont-
breekk de verfrisschende aanblik en het liefelijk geklater van
glinsterende beken en kanaaltjes, terwijl aan den gezichteinder
een wijde kring van trotsch gebergte, die alleen aan de noord-
zijde geopend is, het prächtige landschap orolijst 8). En niet
minder bevallig is de weg van Kidal in recht noordwaartsche
richting naar Pakis, het oude hoofddorp van het district, dat längs
den grooten rijweg 4f paal van Toempang verwijderd is De weg
van Kidal naar Pakis voert door de gronden van het voormalig
koffieland Genitri, dat in 1830 door het Gouvernement in-huur
werd afgestaan aan den heer Watson. Het was toen nog groo-
tendeels met bosch en graswildernis bedekt, maar het woud is,
’) Borer in Biang-lala I. 2. 206 v. 2) D. I I ., bl. 114. a> Jukes, Voyage
of the Fly, IL 94.
door plantsoenen van boschkoffie, de glagah door vruchtbare sawahs
vervangen. Genitri ontleent zijn naam aan een veelvuldig in deze
streken voorkomende rietachtige plant, wier vruchten steen-
harde pitten bezitten, waaruit de inlanders kralen voor hun
rozenkrans, knoopen en andere snuisterjjen vervaardigen ').
Pakis is een groote, uit verschillende kampongs bestaande desa,
gelegen rondom eene uitgebreide grasvlakte, die doorsneden wordt
door een kleine vallei en een beek waarvan het water in verschillende
kommen is afgedamd. E r is een groote marktplaats en een pasanggrahan
, en het geheel is door uitgestrekte koffieplantingen omringd.
Pakis ligt, op eene hoogte van 463 meters, op een westwaarts
vooruitdringenden uitlooper van het Tenger-gebergte, waarvan
de groote met zand opgevulde krater, indien er slechts een gebaand
pad bestond, vanhier in recht oostelijke richting zou kunnen
bereikt worden. De gewone weg naar den Tenger ligt echter
over Tosari, in het district Tenger van het regentschap Pasoe-
roean, en die plaats is ook met de hoofdstad Pasoeroean door een
goeden weg verbonden. Dezen zullen wij later volgen om de
merkwaardigheden van den Tenger in oogenschouw te nemen;
maar hier ter plaatse mag de opmerking niet ontbreken, dat
ook van Pakis een weg naar den krater voert, die eerstnoord-
noordoostwaarts gaat tot Badâ (11 païen), en zieh dan oost-
noordoostwaarts ombuigt en in die richting voortgaat tot hij een
weinig voorbij Tosari op den weg vandaar naar de Dasar uitkomt.
Die geheele weg is wederom van de meest afwisselende schoon-
heid, en loopt eerst door een vlakte met rijstvelden en dorpen,
dan, over meer of min steile heuvelen, door boschjes en koffie-
plantsoenen, totdat voorbij de volkrijke desa Djaboeng of Selam-
p a r, 4£ paal van Pakis verwijderd, hetterreinzooaanmerkelgk
en zoo onregelmatig begint te stijgen, dat men van rjjtuig geen
verder gebruik kan maken en zijn tocht te paard moet vervolgen.
De reden is dat men hier den vroeger s) reeds vermelden zadel te
overschrijden heeft, die den Tenger met den Ardjoenâ verbindt.
Deze verbinding wordt soms Gebergte van Djaboeng'of van Selampar,
’) Burer in Biang-lala I. 2. 41; Brumund in Biang-lalaIV. 2.60.3) Blz. 944,947.