
noodigen in den Kraton te komen. Weldra verschijnt nu de
Resident in zijn staatsierijtuig en met hem tal van officieren en
notabelen, alsmede Prins Mangkoe Negärä en zijn familie. In
de groote pandäpä worden zij door den Vorst en zijn gevolg
afgewacht. Na wederzijdsche begroeting gaan allen op rijen zitten,
de Resident links van den Soesoehoenan en allen op de door
hun rang bepaalde plaatsen, deels op stoelen, deels op den grond.
Nadat de receptie en voordiening van sirih is afgeloopen, begeven
zieh de Soesoehoenan, hand aan band met den Resident, en de
Kroonprins, hand aan hand met den Secretaris, naar buiten op
de sitinggil, om zieh aan hunne op de aloen-aloen verzamelde
onderdanen te vertoonen. Alle ambtenaren der Negärä en alle
dorpshoofden van het rijk zijn verplicht op dien dag voor
den Vorst te verschonen, en de Rijksbestuurder, Toemeng-
goengs en Kliwons brengen hunne vaandels en gamelans mede
en plaatsen ze in orde op het uitgestrekte plein. De Vorst.
gaat met den Resident onder de bangsal witänä zitten, waar
twee hofbeambten een kleine ronde tafel en een gouden schenk-
blad voor hem plaatsen; het overige gezelschap neemt beneden
dit gebouwtje plaats. Nu worden, onder het bespelen der gamelan
monggang de vorsteljjke offerspijzen, die bij de poort Kaman-
doengan gereed staan, längs de westzijde van de sitinggil naar
de groote moskee gedragen. De ofifers bestaan u itrijst, vruchten,
eieren, suikergebak en andere lekkernijen, en zijn geplaatst in
ronde, van boven spitse, maar naar beneden breed uitloopende
manden, die dus eenigszins den vorm van een berg nabootsen,
en daarom goenoengan genoemd worden. De troepen die aan
weerszijden van de sitinggil geschaard staan, bewijzen aan die
goenoengans, terwijl zij hun worden voorbijgedragen, de hoogste
millitaire eer.
Wammer de goenoengans allen voorbjj zijn, geeft de Vorst eerst
een teeken om het spei der gamelan monggang te doen ophouden,
terwijl vervolgens, in de plaats daarvan, zieh op zijn last een andere
gamelan, Kjai Sekar dalimä geheeten, laat hooren. Onder dit
spei worden de toasten ingesteld, die gewoonljjk acht in getal
zjjn en door de drievoudige salvo’s der keurbenden Pradjoerit
Tamtämä en Midji pimilih worden begroet. Die toasten zijn: 1.
op het feest van den dag, 2. op de gezondheid van den Koning
der Nederlanden, 3. op die van den Gouverneur-generaal, 4. op
die van den Soesoehoenan, 5. op die van den Resident, 6. op die
van den Kroonprins, 7. op die van des Soesoehoenans familie,
8. op het welzijn van het eiland Java. Inmiddels heeft de Soesoehoenan
door twee Toemenggoengs aan den op de Pagelaran gezeten
Rijksbestuurder last doen geven, om de goenoengans, nadat de Mas
Pangoeloe het gebed daarover zal hebben uitgesproken, onder al zij ne
dienstdoende ambtenaren te verdeelen. Na de terugkomst dier ambtenaren
wordt nogmaals sirih en daarna gebak gepresenteerd,
waarop de Vorst den last verstrekt, dat het bespelen der op de
aloen-aloen geschaarde gamelans zal aanvangen. Onder dit spei
keert de Vorst met zijn gevolg, in dezelfde orde waarin zjj ge-
komen zijn, naar den Kraton terug, plaatst zieh weder onder de
pandäpä en drinkt een kop. koffie met melk. Daarna nemen de
Resident en het overige gezelschap van den Soesoehoenan plechtig
afscheid, maar de Kroonprins, al de Prinsen van het hof, de
Rijksbestuurder en de Toemenggoengs gaan mbt hem naar het
Residentiehuis, om het middagmaäl te gebruiken. De Kroonprins
gaat met den Resident in denzelfden wagen en wordt, naafloop
van het maal, door den Secretaris naar huis begeleid. Op het
oogenblik dat hij het fort passeert worden 13 kanonschoten te
zijner eere gelost.
Nog een enkel woord over de wijze waarop de malemmans te
Soerakarta gevierd worden, möge dit overzieht der feesten aan
het hof van den Soesoehoenan besluiten. Vroeger is gezegd op
welke dagen der maand Ramelan die malemmans gevierd worden,
en welke herinneringen uit het leven van den Profeet daaraan
verbonden zijn. Te Soerakarta bestaat de viering in het houden
van groote uitdeelingen van spijzen, die tegen zonsondergang
onder den blooten hemel op de aloen-aloen plaats vinden.
•Op den 21sten der maand geschiedt de uitdeeling namens den
Soesoehoenan, op den 23sten namens den Kroonprins, op den
258*60 namens de overige Pangerans van het Hof, op den 27sten
43*