
Wordt door tal Tan straten, stegen en grachten doorsneden. Het bevat
een aantal belangrijke gebouwen en ¿tablissementen; maardaar-
onder is weinig dat zieh door schoonheid of kunstwaarde, of zelfs
maar door een eigenaardig karakter onderscheidt. Men vindt er al
die bureaux en kantoren, die inrichtingen voor veiligheid, voor
onderwijs en liefdadigheid, die vergaderplaatsen voor gezellig
genot en godsdienstige stichting, die men in eene Nederlandsch-
Indische stad van dat gewicht mag verwachten; en ook het een
en ander dat men er misschien niet zou verwachten, b.v. een
stadhuis en een schouwburg. Het Stadhuis is bevreemdend,
omdat men bij een dus genoemd gebouw van zelf denkt aan een
daarin gezeteld gemeente-bestuur, hetwelk echter Soerabaja,
evenals alle Ned.-Indische steden, geheel mist. De bevreemding wijkt
als men zieh herinnert, dat ook Batavia en Samarang gebouwen
bezitten die, als herinnering aan den tijd der Compagnie, den
naam van Stadhuis dragen, maar inderdaad als residentie-kantoor
dienst doen, wat dan ook met het Soerabajasche-het geval is.
Ook met den schouwburg moet men het, evenals te Samarang,
niet te nauw nemen. Hij is een vrij groot, wel geevenredigd, van
buiten net geverwd en gepleisterd gebouw, in het zuidweste-
lijk deel der stad, staande op een plein dat door officierswonin-
gen en kazernen omringd is en dat men van de Heerenstraat,
zooals de postweg in zijn löop door de stad genoemd wordt, door
de Boomstraat b e re ik t,— een gebouw, waar nu en dan liefheb-
berij-voorstellingen en concerten gegeven worden, maar van
welks roem als tempel van Melpomene of Thalia de wereld nog
weinig heeft hooren gewagen. En toch is er in 1854 nog een
tweede tooneelgebouw uit vrij willige bijdragen gesticht, uitslui-
tend bestemd voor voorstellingen door de onderofficieren van
het garnizoen. De Protestantsche en Roomsche Christenen heb-
ben te Soerabaja ieder eene kerk, — nette gebouwen die aan de
behoefte voldoen, maar zieh door niets bijzonders onderscheiden:
de eerste is gelegen aan de noordzijde der Heerenstraat, op den
hoek van het 'Willemsplein en zeer nabij het Stadhuis; de andere
ligt verder zuidwaarts, aan een kleine straat, welke, blijkens de
naambordjes, die hier overal den vreemdeling omtrent zijnen weg
inlichten, de Roomsche-Kerk-straat wordt geheeten. Met een
enkel woord moet hier ook nog de oude, thans niet meer ge-
bruikte begraafplaats der Europeanen ten zuiden van de Heerenstraat
en bewesten de Kali Anak vermeld worden, die als het
wäre den overgang tot de inlandsche kampongs Kramat Oedjoeng
en Krambangan vormt, en ontelbare dicht opeen gehoopte tom-
ben en grafnaalden bevat, waärvan echter de kunstwaarde zeer
probleraatiek is. Gebrek aan ruimte en de moerassige gesteld-
heid van het terrein in den regenmoeson zijn oorzaak, dat voor
weinige jaren eene nieuwe Christen-begraafplaats ten oosten der
stad is gesticht.
Yerreweg de belangrijkste gebouwen die in de Europeesche
wijken van Soerabaja gevonden worden, zijn fabrieken en
etablissementen van nijverheid; want Soerabaja is bij uitne-
mendheid de stad der industrie, en de inlander zelf schijnt er
zijne gemakzucht te verloochenen, om met den Chineeechen
werkman in vlijt en bekwaamheid te wedijveren. Onder de fabrieken
nemen twee groote Gouvernements-inrichtingen: de Con-
structiewinkel en de Fabriek voor de marine en het stoomwezen,
de eerste plaats in. Eerstgenoemde, oorspronkelijk eene schepping
van Daendels, werd in 1850, toen de fabriek Phoenix uit particulière
handen in het bezit van het Gouvernement was over-
gegaan, tot een uitsluitend militaire inrichting, behoorende tot
het wapen der artillerie, onder den naam van „Artillerie-con-
structie winkel“ , gereorganiseerd '). De aangekochte fabriek Phoenix
werd ter zelfder tijd onder het beheer der Marine gesteld en, onder
den naam van „Fabriek voor de marine, het stoomwezen en de
nijverheid“ naar de lokalen van den Constructiewinkel overgebracht.
Aanvankelijk werden in die fabriek ook vele particulière
bestellingen uitgevoerd, doch de omvang der werkzaamheden
nam zoodanig toe, dat de Regeering in 1857 besloot devoorzie-
ning in de behoeften van ’s Rijks zeemacht en stoomwezen tot het
hoofddoel der inrichting te verklären, wat echter niet zou verhin-
*) Over den Construotiewinkel in zijne vroegere période en over de voorma-
lige Munt te Soerabaja zie men: de Oosterling II. 2. 4—11, en Olivier,
Tafereelen en merkwaardigheden uit 0. I., f. 205—211.