
en d ie , na het Chineesche kamp besproeid te hebben, hare
wateren in de gracbten der oude stad met die der Tji Liwong
vermengt. Ook de loop der rivier Krokot is door kunst gewij-
zigd, zooals de sporen van den ouden loop ten westen van den
tegenwoordigen nog bewijzen. De inlanders geven den naam
Krokot ook aan de w ijk Molenvliet. De verlenging van den
Molenvlietschen weg, die naar Tanah Abang voert, behoudt nog
de rechte richting totdat zij met eene brug; over de Krokot
gaat, en volgt dan een eind weegs den westelijk'en oever dier rivier.
Yan de stad af den Molenvlietschen weg naar ßijswijk vol-
gende, zien wij aanvankelijk niet veel anders dan de winkels
en werkplaatsen der talrijke hier wonende Chineezen, afgewis-
seld door eenige houtzaagmolens en fabrieken. Het Europeesche
element begint de overhand te krijgen hij den goed bebouwden
gang (d. i. weg) Ketapang, waaraan de in 1861 en 1862
gebouwde gasfabriek l ig t , en die westwaarts afdraait, even
als de volgende gang Chaulan, waardoor men komt op den
grooten postweg naar Serang. Hier heeft men het schoonste
gedeelte van Molenvliet bereikt. Nevens vele andere fraaie
woningen liggen hier dicht bij elkander twee der voornaam-
ste hotels van Batavia, het Hotel des Indes, dat zieh door
nitgestrekte vleugelbouwen onderscheidt, en het Marine-Hotel,
vlak over de brug die naar Noordwijk voert. Bij dit laatste punt
is men aan het einde van Molenvliet gekomen en betreedt men
het terrein van Rijswijk.
De naam dezer buurt is ontleend aan het hier in 1656 opge-
trokken fortje, welks plaats thans door het kavallerie-kampe-
ment wordt beslagen. Men zou geneigd zijn in dien naam Rijswijk,
even als in dien van Noordwijk, eene herinnermg der
gelijknamige Nederlandsche dorpen te zien; doch de heer K. P. van
den Berg heeft voor weinige jaren een brief van de Hooge Regeering
aan de Bewindhebbers der Compagnie in hetMoederland van 31 Jan.
1657 aan het licht getogen, waarin gezOgd wordt, dat het fort
gelegen is „in de rijsvelden“ aan de zuidzijde der stad „ende
na deselve genoemd is Rijswijck“ *)• RiJ 8 was in dle dagen de
') T. v. T. L. en Y. v. N. I. XYIII. 330.
gewöne spelling voor het minder nauwkeurige r i j s t , dat in het
begin der 18de eeuw in zwang kwam '). Eene toespeling op den
naam van het Nederlandsche dorp blijft echter altijd mogelijk.
Rijswijk strekt zieh uit van de rivier Krokot tot aan de citadel
Prins Prederik, met Molenvliet en Noordwijk ten noorden en
het Koningsplein ten zuiden. De noordgrens wordt gevormd door
den reeds vermelden linker-arm der Tji Liwong 2), längs welks
zuidelijken oever de weg loopt waarop de erven der voornaamste
woningen van Rijswijk met de voorzijde uitkomen, terwijl de
achter-erven zieh nog ten deele uitstrekken tot aan het Koningsplein,
ofschoon in den laatsten tijd ook naar die zijde vele
woningen zijn verrezen. Het gedeelte van Rijswijk tusschen den
weg naar Tanah Abang en de rivier Krokot vormt het reeds met een
woord vermelde kavallerie-kampement, bij de inlanders hekend
onderden naam van „Djaga monjet“ of de „Apenwacht,“ een naam
ontleend aan de talrijkeapenkolonie, die zieh hierin ongestoorde
rust verheugde, aleer met de bebouwing van den omtrek der schans
ten tijde van Daendels een aanvang werd gemaakt.
De ligging van Rijswijk is zeer günstig voor de gezondheid.
De grond is droog, inlandsche kampongs zijn in de onmiddel-
ljjke nabijheid niet te vinden, het Koningsplein biedt geene hinderpalen
aan de vrije doorstrooming der frissche lucht, door den
landwind aangevoerd. De eenige minder günstige omstandigheid is
de nabjjheid der algemeene Christenbegraafplaats. Zij ligt ten
westen van Rijswijk en het Koningsplein aan de overzijde van
de Krokot en aan den weg naar Tanah Abang, en vormt een
rechthoek van groote uitgestrektheid, door een fraai hek omgeven,
en prijkende met schoone bloemen, trotsche boomen en eene
*) De t komt niet voor in het Gr. en Lat. oryza, en evenmin in het I'r
Eng. en Hgd. riz, rice, Reis.
3) Op eenige kaarten wordt ook de rij huizen aan de overzijde der Tji
Liwong, die met het front naar de rivier gekeerd zijn,tot Rijswijk gerekend ,
en daarentegen het oostelijk deel van Rijswijk aan gene zijde van de Secre-
tarielaan tot Roordwijk. Misschien ligt dit aan een verschil tusschen de
officiSele wijkverdeeling en het spraakgebruik. Ik houd mij aan Bleeker (T.
v R I. Y. 2. 103) en den in 1866 te Batavia uitgegeven plattengrond van
Cronenberg, die nog altijd de nieuwste schijnt te zijn.
3*