
dan twintig modderpoelen van verschillende grootte, meest alien
gevuld met kokend mineraalwater, waardoorheen, onder hevig
gedruis, de gassen ontsnappen, die het water eenige voeten hoog
opwerpen. In de nabijheid dier poelen is het trachietaehtig ge-
steente tot blauwachtige modder ontleed, en waar de rotsen nog
haren vorm behouden hebben, is toch de samenhang verbroken
en vallen zij bij lichte aanraking uiteen, zoodat het groote
voorzichtigheid eischt van den eenen poel tot den anderen te
komen ‘).
Op vier palen afstands oostnoordoost van de Kawa Manoek ligt
de pasanggrahan op den Pasir Kiamis, -fceen westelijken uitlooper
van den Goenoeng Kiamis, die ten noorden van den Kawa
Manoek verrijst. De weg naar den pasanggrahan, die weder voor
een deel door koffietuinen voert, is vooral merkwaardig door de
groote obsidiaan-blokken, die hier in menigte verstrooid en zelfs
opgestapeld liggen en vermoedelijk door den Pepandajan
zijn uitgeworpen. Sommige dezer blokken, ofsehoon den uiter-
lijken vorm van obsidiaan behoudende, zijn gemakkelijk tot
poeder te wrijven en vertoonen zieh, waar de ontbinding nog
verder gevorderd is , als een schoone, witte pijpaarde. Te midden
van dit obsidiaan-terrein liggen, op een paal afstands
van den pasanggrahan, twee warme minerale bronnen, de eene
aan den linker-, de andere aan den rechteroever der rivier Tji
Bodas, die zieh oostwaarts een weg baant naar de Tji Manoek.
Yan de eerste, wier water zieh in eene ronde, kunstmatig ge-
vormde kom van 10 voet diameter verzamelt, wordt door de
inlanders veel als badplaats gebruik gemaakt 2). Ilit de achter-
galerij van den pasanggrahan geniet men een schoon gezicht op den
Pepandajan, in wiens dwarrelende witte rookwolken de berggeest
ons schijnt toe te wuiven, dat te midden zijner wildernissen de
]) De literatuur over dezen krater bestaat uit de beschrijving en af beelding
door Muller en van Oort in Yerhh. o. d. Nat. Gesch. Afd, Ld. en Yk. ,
bl. 457 en pl. LXXX, — de mededeelingen van Hasskarl in Junghuhn’s Java,
D. II (doch alleen in den tweeden druk, bl. 125 w.), en een opstel van den
Heer Maier in Nat. T. v. N. I. IX. 123, getiteld: „Scheikundig onderzoek
van het mineraalwater voorkomende in de solfatara Kawa Manuk“.
2) Maier in Nat T. v. N. I. YI. 301, XIY. 87.
Natuur ons nieuwe geheimen ontsluieren zal. Dwars door het
district Timbang Anten rijden wij van den Pasir Kiamis naar
het liefelijke Tji Soeroepan, dicht bij het punt waar de grenzen van
Tji Tjalengka, Limbangan en Soekapoera Kolot te zamen komen;
want van die paradijsachtige piek is de beste gelegenheid om op te
stijgen naar de heische smidse ’) waaruit zieh, meer dan honderd
jaren geleden, eensklaps en onverwachts dood en verderf over
40 dorpen verspreidde.
Tji Soeroepan, aan de noordzijde van den zadel die den
Pepandajan en Tji Korai verbindt, op eene hoogte van ruim
1300 meters gelegen, biedt een aangenaam klimaat, een over-
vloed van groenten, bloemen en vruchten en heerlijke gezichts-
punten op de zuidelijkste Vulkanen van Java, westwaarts op
den Pepandajan, oostwaarts op den Tji Korai in de afdee-
ling Limbangan. Pruimeboomen uit gematigder zone groeien
hier naast pisangs en djeroeks; aardappelen, kool en uien naast
tabak, rjjst, koffie en thee; en fuchsia’s , balsaminen, zonne-
bloemen en vooral een overvloed van heerlijke rozen naast de
bloemen die gewoonlijk de tuinen van Java versieren °).
De Pepandajan, wiens hoogste punt, volgens Metzger, tot
2613 meters stijgt, verheft zieh niet aanmerkelijk boven de gemid-
delde hoogte der bergketen, waarvan hij het zuidoostelijk uiteinde
vormt. Hij onderscheidt zieh vooral door de verbazende grootte
zijns kraters, wiens bleeke en gedeeltelijk zwavelgele wanden
op grooten afstand zichtbaar zijn. Die steil oprijzende wanden
beschrijven om de zuidoostzijde van den krater een halven
kring, gevormd deels door den rechterbergwand van den Pepandajan
zelven, deels door de hellingen van twee kegelvormige
toppen, die in verband met den linkerrand der kloof steil en
puntig oprijzen, en waarvan de dichtst bij den Pepandajan gelegene
GoenoeDg Kembang, de meer verwijderde, die nog twee
kleine bijspitsen heeft, G. Bobok genaamd wordt. De holle
) Smidse of smederij is de juiste vertaling van den naam Pepandajan,
die , zooals Junghuhn opmerkt, moeilijk in gepastheid zou te overtreffen zijn.
") MS. aanteekeningen van den heer Adema, een voormaligen leerling,
aan wien ik voor de kennis der afdeeling Tji Tjalengka veel verschuldigd ben.