
tusschen Tandjong Priök en de hoofdplaats Batavia moeten plus minus
600,000 kubiek-meters grond verzet worden, en verscheidene vaste en
beweegbare bruggen zijn in die wegen noodig.
„Tot de vorming van het seheepvaartkanaal moeten 167,000 kubiek-
meters grond uitgegraven en 703,000 kubiek-meters uitgebaggerd worden.
„De ontzachlijke hoeveelheid natuurlijke steen, die blijkens het boven-
staande noodig is , zal ontleend worden aan de trachiet-rotsen te Merak,
aan de straat Soenda gelegen. . . .
„Het baggerwerk' in de voorhaven zal geschieden met drie bagger-
molens (stoomschepen) van bijzonder groot vermögen, die te Glasgow
gebouwd worden Deze worden ook gebruikt om de koraalriffen
in de voorhaven op te ruimen.
„De binnenhaven te Tandjong Priok moet geheel in de kust worden
nitgegraven. Daar waar tot dusver klappertuinen werden aangetroffen,
op eene hoogte van 2 meters boven laagwater, zullen over eenige jaren
groote schepen moeten binnenvallen om te lossen en te laden längs
een gemetselde kade. Aanvankelijk zal de grond door handenarbeid
worden afgegraven, maar ook hier zullen machinale krachten worden
gebezigd, zoodra de voor het graaf- en baggerwerk in de binnenhaven
bestemde vaartuigen uit Enropa zullen zijn aangekomen.........
Baggermolens van dezelfde soort zullen ook gebezigd worden voor het
tot stand brengen van het seheepvaartkanaal tusschen Tandjong Priok
en Batavia........
„De kaaimuur längs de binnenhaven is niet het minst omvangrjjke
werk dat uitgevoerd moet worden. De vele duizenden palen die daar-
voor benoodigd zijn, zullen worden ingeheid met Morrison’s en Boeff’s
stoomheien. . . . .
„Ten einde de aanzienlijke hoeveelheid beton te verkrijgen, die voor
den kaaimuur bn de zeehoofden benoodigd is, wordt een fabriek gebouwd
met vier stellen machines, die dagelijks in 10 uren tijds 240
kubiek-meters beton zullen knnnen leveren. Van deze fabriek zullen
de betonblokken over een spoorweg naar de havendammen vervoerd
worden.
„Voorts zullen te Tandjong Priok kalk- en cementbranderijen en
steenfabrieken moeten verrijzen, en zal aldaar een uitgebreid atelier
moeten worden opgericht voor alle herstellingen aan het materiaal,
waarin dus een volledige bankwerkerij, smederij, ketelmakerij, koper-
gieterij en eene inrichting voor machinale houtbewerking eene plaats
moeten vinden; terwijl voorts een ijzeren drijvend dok is aangeschaft
om te allen tijde de noodige voorzieningen .te kunnen aanbrengen aan
de 27 stoomvaartuigen en 30 kleinere vaartuigen die bij den haven-
bouw gebezigd worden.
„Het verbruik van steenkolen zal bij den havenbouw natuurlijk zeer
aanzienlijk zijn, daar de 27 stoomvaartuigen en tal van machinerien
voortdurend gevoed moeten worden. Zeer groote depots moeten dan
ook daarvoor worden opgericht........
„Voordat met eenigen anderen arbeid begonnen werd, is een artesische
put te Tandjong Priok gegraven, die uitstekend drinkwater op-
levert, dat door eene leiding over het geheele werkterrein zal verspreid
worden.
„De verwachting mag gekoesterd worden, dat de Bataviasche haven-
werken, zooals zij thans zijn aangevat, binnen negen jaren voltooid
zullen zijn; voorzeker een kort tijdsbestek, in vergelijking met de ter-
mijnen die noodig zijn geweest voor de uitvoering van zeewerken van
minderen omvang in Europa.“
Na deze uitweiding keeren wjj naar den Boom; anders gezegd
het Tolkantoor, terug. De reiziger, die hier zijne zaken heeft
afgedaan, z a l, zoo hij niet door vrienden of bloedverwanten wordt
afgehaald, vermoedelijk plaats nemen in een der niet zeer schit-
terende huumjtuigen, die bij de Nieuwe Stadsherherg, dicht
bij de landingsplaats, gereed staan en hem door Chineesehe
voerlieden voor 3 a 4 gülden per rit worden aangeboden,
om zieh naar een der logementen van Molenvliet of Rjjswijk
te laten brengen, terwijl hij zijne koffers aan de veilige hoede van
de Bataviasche koeli’s toevertrouwt. Het zou echter ook kunnen
zijn dat hij de voorkeur gaf aan het vervoer met den
spoorweg Batavia—Buitenzorg, die met een zijtakaan den Kleinen
Boom verbonden is, en, daar hij twee halten heeft in de
bovenstad, Noordwijk en Koningsplein geheeten, ook voor de
gemeenschap tusschen het oude en het nieuwe Batavia een groot
gemak oplevert. Het hoofdstation ligt achter het Stadhuis in het
midden der stad, aan een kanaal waar de zeeprauwen kunnen
laden en lossen. Binnen de stad en tot aan den post Meester
Cornelis, die, op een afstand vau 5.7 kilometer van het Station
Koningsplein, met een zijtakje aan den weg verbonden is , en
welke plaats eigenlijk eerst als het eindpunt der woningen van de
Europeesche bevolking van Batavia kan beschouwd worden, loopen
zoogenaamde omnibustreinen, die zeer onkostbaar zijn ingericht,
een laag tarief hebben, veelvuldige gelegenheid tot in- en uit-
stijgen verleenen, en dien ten gevolge zeer geriefelijk zijn; maar