
en iot een vaste massa samengepakt in mandjes ter grootte van
een kleine vuist, die in verschillenden vorm.netjes van jonge
kokosbladeren gevlochten worden ‘).
Voor het Djaparasche feest worden reeds dagen te voren toe-
bereidselen gemaakt door het huren van prauwen, diemenzelfs
van de naburige plaatsen laat komen en die met guirlandes van
geurige bloemen en aan elkander gebonden ketoepat, met vlag-
gen en doeken van allerlei kleuren en met aangekleede poppen ver-
sierd en hier en daar met gele boreh bestreken worden. Voorts be-
reidt men groote hoeveelheden ketoepat, die men zorgt vast samen
te pakken, en verzamelt groote hoopen kolang-kaling, de ronde
vruchten van den aren-boom, en bedorven eendeneieren. De regent
en de dorpshoofden nemen aan deze toebereidselen ijverig deel en
eerstgenoemde laat naar Poelo Kelor twaalf op wielen geplaatste
bamboezen schermen brengen, die met kalk bestreken en met
figuren van tijgers en draken beteekend zijn.
Is de feestdag daar, dan neemt ieder in den vroegen morgen
een bad, waarna men zieh netjes kleedt en tegen acht uren scheep
gaat. De regent en andere gegoeden nemen een gamelan mede in
>) Yandaar de naam van taoen-baroe ketoepat, k e t o e p a t - n i e uwj a a r ,
waardoor de inlanders dit feest aandniden, wannoer zij met Europeanen spre-
ken. Ikkebelders, D. I, bl. 395, opgemerkt, dat de Europeanen het feest na
het einde der vasten van Kam®lan als het inlandsehe nieuwjaar beachouwen •
de inlanders, zieh schikkende naar die onjuiste opvatting, noemen het ook
zelven in den omgang met hen taoen-baroe, en geven nu ook denzelfden
naam, met het onderscheidende bijvoegsel k e t o e p a t , aan het een week later
gevierde soortgelijke feest De naam b ä d j ä l omb a n ( o f l o e m b a n ) i s
samengesteld uit bädä (andere vorm voor b a k d ä) , eene verbastering van
het Arabische b a 7d a , dat n a , na a f l o o p v a n beduidt, en lomban,
dat eigenlijk b a d e n schijnt te beteekenen. De letterlijke vertaling zou dus
zijn n a h e t bad, t. w. het bad dat de vasten besluit, en hieruit laat zieh
verklären, dat b ä d ä l om b a n ook gebruikt wordt van de opheffing der
vrijwillige vasten bij groote droogte, die ook door een bad wordt besloten.
Het schijnt evenwel dat b a k d ä , een den Javanen vreemd woord, door hen
vaakin den zin van f e e s t wordt opgevat, en dat aan l omb a n of loem-
ban (dat veelal de bijzondere beteekenis heeft van zieh baden tot vermaak,
al badende speien en stoeien en elkaar met water gooien) te Djapara, in de ver-
binding bädä loemban, bet begrip van s p e l e v a r e n , speien en s toei en
o p e e n w a t e r t o c h t j e , gehecht wordt, Zie de opmerkingen over deze
namen van de heeren Juynboll, van den Berg en van der Kemp, in Indische Gids,
1889, I 192; 1881 , I, 130, 987 v., en KÜnkert in T. v. K. I. 1868, II. 86.
hét vaartuig, en onder het speien van den Javaanschen feest-
marsch, taboeh giro, varen allen het riviertje van Djapara uit
naar zee. Weldra is het spiegelgladde water bedekt door honder-
den prauwen, vol menschen, die onder uitbundig gejoel zieh be-
ijveren Poelo pandjang te bereiken, Onder het zeilen daagt de
een den ander uit, jaagt hem na, en geeft hem reeds door het
werpen met de gevoelig aankomende ketoepats, de als netels op
de huid brandende kolang-kaling en de stinkende eieren, en door
het schieten met Chineesche voetzoekers en pistolen met los kruid,
een voorsmaak van het later te houden spiegelgevecht. Is de tjjd
voor het middagmaal daar, dan legt men aan bij Poelo Kélor,
waar ieder kookt en bakt wat hij heeft medegebracht of koopt
van de rondventers van vruchten, spijzen en dranken, die zieh
in menigte naar het eiland begeven hebben, wijl op dien dag
in de stad geen markt wordt gehouden. Is deze vreedzame
pique-nique afgeloopen, dan gaat men ter bedevaart naar eenige
op het eiland aanwezige graven, en offert er bloemen en wierook.
Inmiddels zijn de bamboezen schermen in een kring opgezet,
terwijl de Regent met zijne familie en andere aanzienlijke Javanen
, soms ook enkele Europeesche toeschouwers, plaats nemen
in een opzettelijk daarvoor opgeslagen pandâpâ. De voorraad
van ketoepat en andere projectielen wordt nu aanwal gebracht,
de voornaamste strijders plaatsen zieh achter de schermen,
of bedekken zieh met ronde Schilden, en weihaast snorren dui-
zenden ketoepats, vuile eieren en groene arèn-vruchten door de
lucht. Ook het geringe volk dat rondom Staat, neemt alras een
werkdadig aandeel aan het gevecht, dat onder allerlei kluchtige
tooneelen voortduurt totdat de Regent het teeken van den aftocht
geeft. Nu begeven zieh allen weder aan boord en zeilen of
roeien, onder het speien der gamelans, naar Djapara terug. Tegen
drie uren is alles afgeloopen en bijna ieder spoor van de luid-
ruchtige bädä lomban verdwenen ').
In den onmiddellijken omtrek der stad Djapara liggen de
particulière landen Teloek Awoer en Bodrolangoe, te zamen
behoorende aan den Ghinees Beh Ik Sam, en Soembring, het
*) Zie Klinkert, het Pädä-loemban-feest te Japara, in T. v. N. I. 1868.11. 85.
III. 49