
Kediriache regentsohappen gunatig onderacheidt door welvarende
deaa’a, fraaie erven en zeldzaamheid van misdrijven, alle8 ten
gevolge der hier algemeene onthouding vaa het opiumschuiven,
die het Gouvernement ook genoopt had dit regentaehap voor den
opiumpachter te aluiten. Of, aedert de loalating van het atelael der
verboden kringen, voor Trenggalek die günstige toeatand ge-
hleven ia, durf ik niet bepalen; zeker is het dat de reaidentie
Kediri in het algemeen door haar groot aantal opiumachuivera
berucht ia.
Wij alaan van Toeloeng Agoeng den weg weatwaarta in naar
het vier palen verwjjderde Kalangbret, het hoofddorp van een
gelijknamig diatrict, dat nog tot Ngräwä behoort, en een belang-
rijke marktplaata. Yan hier gaat de weg zuidweatwaarts naar
Doerenan, hoofdplaats van het diatrict Pakis, en overachrijdt, op
den afatand van 8 palen, eer8t de grena van Trenggalek en
daarna de Kali Bendä, aan welker tegenoverliggenden of rechter-
oever Doerenan, ook Pakia genoemd, gelegen ia. Yanhieraf
volgt de weg, in west-noordweatelijke richting, den loop van de
Kali Bendä, die zieh kronkelend alingert om den voet van den
Tjändrä G en i'), den zuidelijken voortop van den "Wilia. De kof-
fiecultuur, die, achoon nog niet geheel uit de vlakte verbannen,
toch daar zelden meer die aaneenachakeling van plantsoenen
van tuin- en bosebkoffie vormt waarvan vroegere reizigers ge-
wagen, ia ook in Kediri meer en meer lang8 de hellingen der
bergen opgeategen, en heeft vooral dat zuidelijke voorgebergte van
den Wilia bjjna geheel ingenomen. De weg blijft in de onmid-
dellijke nabijheid der rivier tot Fglemboe, hoofdplaata van het
diatrict Goenoeng L o r , om vandaar in weatelijke richting dwara
over te ateken naar een uitlooper van het Zuidergebergte, die
hier het dal der Kali Bendä aan de andere zgde begrenat. Daarop
wendt hij zieh noordwaarta, overachrijdt de rivier en brengtona
aan hare overzijde na weinige minuten te Trenggalek, dat weder
tusachen een paar ribben van het Wilis-gebergte, op eenhoogte
van 100 metera boven de zee, gelegen en van Nglemboe 5 a paal,
') Namelijk den Tjändrä Geni der topographische kaart, niet dien van
Junghuhn. Zie bl. 720, noot 2 ,
van Toeloeng Agoeng in het geheel 2H paal verwijderd is. Trenggalek
heeft, behalve zijne schoone ligging, nieta opmerkeljjks dan
zijn belangrjjken paaar. Onzen weg vandaar naar de Madioenache
grena vervolgende, bereiken wij die na nog 8 palen te hebben
afgelegd. Een halven paal voorbij het grenspunt ligt Balong, van-
waar de afatand tot Panaraga over Sewoe, Ardjäwinangoen en
Ngotok nog 18? palen bedraagt. Nemen wij daarbjj van Kediri af den
weg die langa den linkerover der Kali Brantaa naar Pakoentjen en
vandaar rechtatreeka naar Kalangbret voert, dan beschrjjven wij
een vrij onregelmatigen halven cirkel, die den ganachen zuidelijken
voet van den Wilia omringt. De geheele weg ia voor rijtuigen
geachikt en zijne gezamenlijke lengte bedraagt 61i paal.
Het 8choonate en achilderachtigate gedeelte van de regent-
achappen Trenggalek en Ngräwä vormt de rotaige zuidkust, diep
ingesneden door een aantal baaien, waarvan de Soembreng-, Prigi-
en Gemak-baai de voornaamate zijn. De Soembreng-baai ligt
het dichtet bij Madioen en ia de eerate van eenige beteekenia
na de vroeger beachreven Panggoel-baai. Dan volgt de Prigi-
baai, ook Segärä Wedi of Zandzee geheeten, die aan beide
zijden, maar vooral aan den weatkant, door ver in zee rei-
kende en in grillige hoeken en spitaen uitloopende voorgebergten
begrenad ia. De Soembreng- en Prigi-baai hebben veel over-
eenkomst met de vroeger beachreven baaien in P a tjita n , daar
zjj beide in een alluviale, met aawaha bedekte vlakte over-
gaan; doch die van Prigi miat een rivier. De Gemak-baai, die
zieh in schoonheid met de beide andere niet kan meten, is slechts
door het in Oedjoeng Siroei eindigende voorgebergte van die
van Prigi geacheiden en is geheel door rotsen omzoomd ‘).
Wij zullen, eer wjj deze streken verlaten, aan de Prigi-baai,
die voor de achoonate gehouden wordt, een vluchtig bezoek bren-
gen, en kiezen als punt van uitgang Doerenan (Pakis), aan
den weg van Toeloeng Agoeng naar Trenggalek. Yan genoemd
punt in zuid-zuidweatelijke richting den weg naar Bandoeng
') Yan Wales in T. v. N. I. 1874, II. 429 v.; Kussendrager, Java. 266;
Koorda v. Eysinga, Ld. en Ykt III. 3. 383 J Buddingh, N, 0. I., I. 334 v.
Ygl. D. I , bl, 39.