
raten en losse puinbrokken tot eene diepte van 100 en meer
voeten is uitgespoeld. Bjj het verlaten der bergen die de
Soemedangsche vlakte ten zniden begrenzen, zien wij haar hier
een fraaien, in twee armen gesplitsten waterval vormen, die
zieh over een wand van aanzienlijke hoogte naar beneden s tö r t‘).
Na de Tji Peles te zijn overgestoken, komt men in het weste-
lijkste district van Soemedang, Tandjong Sari, en wel in de
eerste plaats aan den post Tji Ledoek, die nabij den rand van
het ravijn op eene hoogte van meer dan 600 meters boven de zee
gelegen is. De weg doorsnijdt nu van hier af tot Tji Noenoek,
de eerste belangrijke plaats in het Bandongsohe, het zeer onef-
fen en hobbelig, hier en daar tot aanzienlijke hoogte stijgend
terrein, dat de vlakte van Soemedang van de veel uitgebreider
vlakte van Bandong scheidt. Yoor het aanleggeu van een rijweg
over de stellten en ravijnen van deze schilderachtige streek
zijn nu eens zware uitkappingen in de rotsen, dan weder kolossale
aanvoeringen van grond tot demping der kloven noodig
geweest, en telkens vindt zieh de/ reiziger geplaatst tusschen
loodrechte rotswanden ter eene, en duizelingwekkende afgronden
ter andere zijde. De reusachtige boomen die uit de diepte
der ravijnen omhoog schieten, bereiken vaak met hunne hooge
kruinen nog 'niet den rand van den weg, en het snelle vierspan
dat nu en dan in vliegende vaart van de hellingen schijnt
af te störten, heeft op andere punten de hulp van karbouwen
noodig, om tegen de gevaarlijke stellte te worden opgetrokken.
Vooral de steile berg Pola, tusschen Tji Ledoek en Tji Gentel,
legde aan den aanleg van den weg, die over eenige palen in
zijne zijden is uitgehouwen, groote bezwaren in den weg. Op
eene plaats waar die weg vroeger over eene belangrijke steilte
liep, heeft men in 1822, onder het bestuur en opzicht van den
Resident R. baron van der Capellen, eene rots door kruid laten
springen, doch in dier voege dat ook aan de andere zjjde van
den weg een zwaar rotsblok is blijven staan. De reiziger gaat
dus nu door een soort van rotspoort, wel eenigszins te vergelijken
met die der bekende Roche Bayard aan de Maas een weinig
boven Dinant, en onder den naam van „rotspoort van den Pola“
bekend. Een opschrift vereeuwigt den naam van den ontwerper
en het tjjdstip waarop dit werk tot stand kwam. Het belangwekkend
tooneel wordt nog verlevendigd door den meer dan honderd voet hoo-
g en , steil naar beneden schietenden val van de Tji Herang (een zjj-
takje van de Tji Peles), dien men bij het in- of uitrijden der poort
in een nabijzijnd ravijn met oor en oog tevens kan waarnemen ’).
Op elf palen afstands van Soemedang bereikt men de vriendelijke
en bekoorhjk gelegen districtshoofdplaats Tandjong Sari , wier om-
streken de schoonste gezichtspunten bieden, afgewisseld door koffie-
tuinen en terrasvormige sawahs. Een merkwaardig contrast met die
sterk bebouwde streek vormt in de nabijheid eene kleine, met steen-
brokken van verschillende grootte bedekte hoogte, die den naam
Sirah Gadja (d. i. Olifantskop) draagt. Aan den zuidoostelijken voet
van dien heuvel ligt eene lauwe bron met sterk alkalischen smaak,
die de karbouwen uit den omtrek in grooten getale aanlokt, daar zij
aan ziltachtig water de voorkeur geven. Eene tweede dergelijke bron
ligt iets meer westelijk. Op beide plekken verzamelt zieh het
water in een kleine kom of bekken van 1£ voet diepte, terwijl
het, voor zoo ver het den rand daarvän overschrijdt, westwaarts
naar eene, kleine rawa, oostwaarts naar het riviertje Tji Mandi
afvloeit. Een andere lauwe bron ligt nog in het noorden van bet-
zelfde district op aanmerkelijken afstand van de hoofdplaats en van
den postweg, nabij de kampong Tji Kramas 2).
Het reeds gemelde Tji Noenoek, dat op eene hoogte van 7 ä
8 honderd meters en op zes palen afstands van Tandjong Sari
is gelegen, behoort tot het Bandongsche district Oedjoeng-Broeng
Wetan (Oost Oedjoeng-Broeng), waarvan de hoofdplaats Oedjoeng-
Broeng längs den postweg vier, palen van Tji Noenoek verwij-
derd is. Het district Oedjoeng-Broeng Wetan en, zoo het schijnt,
ook het grootste deel van het aangrenzende Oedjoeng-Broeng
') v »n Hoevell, Reis I 50; Buddingh, R. O. I. I. 102 v.; T. v. N. I.
1860, I. 1 7 1 . In het plaatwerk „Java“ , door Salm en Greive, schijnt pl.
XIV, getiteld „in het Soemedangsche“ , een voorstelling van deze rotspoort
tc zijn. De Tji Herang schijnt ook wel, even als het nabij gelegen poststa-
tion, Tji Ledoek genoemd te worden.
3) N. T. v. N. I. XIII. 279 v.