
Junghuhn zieh voorstelt als ontstaan door opgestuwde of zij-
waarta uitgevloeide lavastroomen, Bleeker als de overblijfselen
yan een lageren verheffingskrater, waaruit de nieuwe top is op-
gerezen. Yan uitharstingen yan dezen berg is niets bekend;
waarsehijnlijk heeft de thans yerstopte erruptie-schacht met den
Ardjoenä een gemeenschappelijken haard gehad. Ofschoon de
top yan den Penanggoengan vermoedelijk van Trawas zonder
vecl moeite te bereiken zou zijn, schijnt bij de belangstelling
der bergbestijgers weinig te hebben getrokken; althans is mij
geen bericht van eenige beklimming bekend *).
') Junghuhn, Java, ü . 1168; Bleeker, T. v. H. I. 1849, II. 24; Hering,
in „de Gids“ voor 1878, Dl. I ., bl. 80.
VIEBDE BOEK.
CHOROGRAPHIE .
DBEDB APDEELI1TGr.
MADOERA EN DE 00STH0EK.
E E R S T E H O O F D S T U K ..
Madoera.
Madoera, in hoog Javaanscb Madoenten, is in physisch-geographischen
zin de voortzetting van Java’s noordeljjk Kalkgebergte,
waarin de zee slechts de diepe voor heeft geploegd, die den naam
.van Straat Madoera d ra ag t') ; uit ethnographisch oogpunt de ba-
kermat van een der drie volksstammen die het eiland Java
bewonen, omdat zijne bevolking door kolonisatie zieh over den
geheelen Oosthoek van dat eiland heeft uitgestort2) , en wat zijne
geschiedenis betreft, een onderdeel van het oude rijk der Maha-
radja’s van Java, dat in alle lotwisselingen, in alle lief en leed
van het grootere eiland gedeeld heeft, en daarmede van de vroegste
tijden onafscheidelijk verbonden is geweest. Alleen uit administratief
oogpunt bestaat eenig verschil. Madoera, dat in omvang met eene
residentie van Java van gemiddelde grootte gelijk staat 3), telt
slechts vier afdeelingen, waarvan drie tevens als regentschappen
») Zie Deel I ., bl. 33 en 95. 2) D. I ., bl. 263, 265; Dl. I I ., bl. 502.
3) Het is kleiner dan de Preanger, Bauten, Rembang en Madioen, aan-
merkelijk grooter dan Krawang, Ta g a l, Pekalongan, Djapara, Kadoe, Jogjakarta,
Bagelen, Probolinggo en Banjoewangi, maar komt met Batavia,
Samarang, Soerabaja, Pasoeroean, Kediri, Soerakartaen Banjoemas tamelijk
wel, met Tjeribon en Besoeki nauwkeurig in omvang overeen.