
Parengan geheeten, ligt een heilig graf door, een muur omringd.
Het zou het stoffelijk overschot bevatten van zeker Sjeikh,
Mahoelänä Mahoeliki geheeten, een door den Soenan van Koedoes
uitgezonden zendeling, die hier door de ongeloovigen zou ver-
moord zijn. In de desa Kemiri koelon, die tot den naasten omtrek
van Pati behoort, liggen eenige heilige steenen en twee oude
martavanen, die aan het water dat er zieh in verzamelt, naar
de meening der inlanders, genezende kracht schenken ').
Pati ligt aan den zuidoostelijken voet van den Moeriä, tegen
welken een weg opwaarts gaat naar de bergdorpen Goewä en
Djloebing, gelegen op een hoogte van 175 en 571 meters. Tot
Goewä, 6 3 palen, is die weg voor rijtuig geschikt, verderop is
hij niet meer dan een voetpad. Tusschen Pati en Goewä loopt deze
weg längs de dorpjes Rendoele en Sani, beide weder tot het district
Seläwesi behoorende en beide door hunne oudheden bekend.
Te Rendoeld staat een oude poort, die door zekeren Kjai Ageng
zou vervaardigd zijn ten behoeve der door Soenan Moeriä gebouwde
moskee ä) , maar door dezen zou zijn afgewezen omdat een
banaspati, dus een heidensch sieraad, boven den ingang was
geplaatst3). Te Sani wijst men een ouden put, welke zijn oorsprong
zou te danken hebben aan een wonderdaad van den Soenan Kali
Djägä f), die een waterstraal te voorschijn bracht door zijn stok
in den grond te steken 5). De naam Goewä beteekent g r o t ; maar
de onderstelling van het aanwezen eener merkwaardigheid,
waartoe deze naam en de aanleg van een rijweg naar dit dorp
aanleiding geeft, wordt door geene mij bekende berichten gestaafd.
Een paar kilometers rechts van Rendoele ligt de fabriek der
suikeronderneming Langse, op 21 paal afstands van Pati längs
een dwarsweg, die nabij de stad den postweg snijdt.
*) Brumund, t. a. p. 174. 2) Zie hierboven, bl. 758 v.
3) Eene dergelijke, maar grootere poort, met daarvau gescheiden torenvor-
mige flankstukken, wordt gevonden op het plein v6ör de moskee van Djipang,
een desa op de oostgrens van het district Tengeles, rnim twee palen ten
znidwesten van Koedoes. De overblijfselen zijn in den stijl der gebouwen bjj
de moskee van Koedoes (D. I I , bl. 204) en behooren tot hetzelfde tijdvalc.
Zie Brumund t. a. p.
4) D. I I , bl. 202. 5) Brumund, t. a. p. 174 v.
Naar alle andere zijden is Pati omgeven door de vruchtbare
en volkrjjke vlakte die den Moeriä van het Kalkgebergte scheidt,
en die, met uitzondering van de Groote Rawa, welke ongeveer
negen kilometers ten zuidwesten van Pati begint, uit een schier
onafgebroken aaneenschakeling van rijstvelden bestaat. De Kali
Djoewänä, waardoor het moeras uitwatert, nadert in haren noord-
oostelijken loop het zuidoosten der stad tot op een paar kilometers en
maakt de grens uit tusschen de districten Tengeles en Pati ten noor-
den en de districten Tjengkal Sewoe, Angkatan en Glonggong ten
zuiden, van welke de beide laatste klein van omvang, maar de meest
bevolkte van geheel Djapara zijn. Een weg die op bijna drie palen
afstands van Pati de rivier kruist, gaat naar Kajen, het hoofddorp
van het district Tjengkal Sewoe, en vandaar over de desa van dien
naam naar hetons reeds bekende Prawätä '). De afstand van Pati tot
Kajen bedraagt 111, tot Prawätä 26 palen. Men nadert op dien
weg steeds meer het Kalkgebergte, dat de zieh uren ver uit-
strekkende rijstvelden als met een hoogen, maar verbrokkelden
muur omzoomt, en waar het kale plekken toont, de opvallende
zonnestralen met kracht van zjjne witte wanden terugkaatst.
Yer daarachter ziet men den statigen Lawoe zijn stompe kruin
hoog boven de wolken verheilen 2). Een tweede weg gaat van
Pati bijna recht zuidwaarts naar Gaboes, het hoofddorp van het
district Angkatan (7 palen), voorts van Gaboes noordoostwaarts
naar Winong, waar de "Wadänä van Glonggong zijn zetel heeft
(4 palen), en van 'Winong noordoostwaarts naar de desa Glonggong
(41 palen), waar hij zieh oostwaarts ombuigt, om weldra de
grenzen van het zuidoostelijk district van Pati, Bogorame ge-
naamd, te overscbrijden en na 2 1 paal zijne hoofdplaats
Djakenan te bereiken. A1 deze plaatsen liggen in de met onafgebroken
rijstvelden bedekte vlakte , op aanmerkelijken afstand van
het haren zuidoostrand omzoomende Kalkgebergte, dat hier, naar
den 379 meters hoogen Goenoeng Soeräpati, die op de grens
van Bogorame met het Grobogansche district Wiräsari verrijst,
veelal het Soeräpati-gebergte genoemd wordt 3).
i) Boveii, biz. 756. 2) Bleeker, T. v. N. I. 1850. I. 40
3) Zie daarover bl, 509.