
stad gerekend, daar längs dien ganschen, meer dan een mijl
langen en allengs heuvelaohtig wordenden weg, de Europeesche
woningen en tuinen zieh voortschakelen, en een niet gering deel
der ambtenaren die op het paleis te Weltevreden hunne bureelen
hebben, hier zijn gehuisvest.
Even voorbij Pasar Snen scheidt zieh van den postweg een
andere breede rjjweg af, die over de Tji Liwong naar Parapatan
voert. Yoordat men de rivier bereikt, heeft men het gezicht
op den uitgestrekten doolhof van akkers en tuinen en onder
palmen verscholen inlandsche woningen waaruit de sterk bevolkte
kampong Kwitang bestaat, die van alle tot Batavia behoorende
kampongs wel den günstigsten indruk maakt. Parapatan, eenmaal
de hoofdzetel der werkzaamheid van den beroemden Engelsohen
zendeling Medhurst, heeft het door hem gestichte Orphan Asylum
aan Rijswrjk moeten afstaan ’), maar bezit nog eene kleine
Engelsche kerk, die door de gemeente zelve onderhouden wordt.
Te Parapatan scheidt zieh, even voorbij de Engelsche k e rk ,
van den grooten weg, die verder naar Kebon Sirih voert, zuid-
waarts een weg af, die onder den naam Gang Menteng bekend
is , omdat men, dien volgende, de kampongs, klapperplantages
en sirihtuinen van Menteng bereikt. In de laatste jaren zijn ook
längs dien weg vele Europeesche woningen gebouwd, en ofschoon
bij vroeger slechts een bij nat weder nauw begaanbaar voetpad
vormde, is hij thans een druk bezochte rjjweg geworden, waar-
langs men, over het land Tjekini, den daaraan palenden Dieren-
en plantentuin, eene geliefkoosde uitspanningsplaats derinwoners
van Batavia, bereikt.
De Dieren- en plantentuin beslaat een uitgestrekt terrein, dat
zieh, links van den weg, tot aan en längs de Tji Liwong uit-
strekt, maar onderscheidt zieh tot dusverre meer door de schoone
ligging en den bevalligen aanleg, dan door het aantal of de
zeldzaamheid der dieren of de bijzondere belangrijkheid van het
plantsoen uit wetenschappelijk oogpunt. Het Societeitsgebouw bevat
een niet zeer groote, maar smaakvol ingerichte zaal, vooral bestemd
voor de bals, die de meest geliefkoosde uitspanning deringeze-
') Zie blz. 38.
tenen van Batavia zijn. In de koelte van den vroegen morgen en des
avonds bij concert en illuminatie is deze tuin een bekoorlijke piek.
De aanleg van dezen tu in , welks stichting niet hooger dan tot
1864 opklimt, heeft plaats gehad onder het toezicht van den reeds
meermalen vermelden ’) Javaanschen kunstschilder Raden Saleh,
die destijds eene prächtige villa in de onmiddellijke nabijheid van
het terrein bewoonde. De plans en teekeningen waren door hem
zelven ontworpen, en zelf had hij den uitsluitend aan Javaansche
werklieden opgedragen bouw bestuurd. Het gebouw bestaat nog,
maar in eenigszins verwaarloosden toestand, daar de Raden,
die destijds met eene rijke Europeesche dame gehuwd was, se-
dert hij zieh van haar heeft gescheiden, eene andere woning te
Buitenzorg in het dal van de Tji Dani, vlak achter het hotel
Bellevue, heeft betrokken. De villa aan den Gang Menteng werd
meermalen door vreemdelingen bezocht en soms door Europeesche
of Amerikaansche reizigers met vrij wat ophef beschreven , en haar
uitwendig voorkomen, dat in weerwil zijner fantastische koppeling
van modern Europeeschen en Moorschen stijl, een niet onbehagelij-
ken indruk maakt, is door photographien en platen ook buiten Java
bekend geworden *). Het hoofdgebouw, uit een middenstuk met drie
gevelspitsen en twee kleine vleugels bestaande, is van alle zijden
door breede verandah’s omgeven. De groote ingang, die een meer
Moorsch karakter heeft, baant den toegang tot een ovaalronde
zaal, die haar licht door een glazen koepel ontvangt, en waarvan
de wanden en paneelen met even kwistige als grillige sieraden
bedekt zijn. Uit deze zaal leiden deuren naar de zijvertrekken,
waarvan, toen de Raden nog de villa bewoonde, een tot stu-
deerkamer, een ander tot schilders-atelier was ingericht. De ver-
schillende vertrekken waren met fraaie in antieken stijl gesneden
stoelen en tafels, vergulde penanttafeltjes, Brusselschekarpetten
en Europeesche staalgravuren rijk gestoffeerd. De studeerkamer
prijkte met een welvoorzien wapenrek, een prächtige schrijftafel
i) Dl. I , bl. 111, 449, Dl. I I , bl. 43.
5) Bene beschrnving en afbeelding vindt men in Bickmore’s Travels. 37;
eene andere beschrijving bij Gerdessen, Yijf jaar gedetacheerd. 30; eene pho-
tographie in de verzameling van den heer Meessen.