
volgende, bereiken wij weldra het Ngräwasche district Tanggoel,
waarvan thans Bandoeng het hoofddorp is. Deze plaats ligt aan
de Kali Ngräwä, een weinig ten noorden van de Rawa Bening,
4 palen van Pakis, 5 van Tjampoer darat en 4 | van Sripit. Wij
rgden door naar het laatstgenoemde dorp, verlaten daar onzen
wagen en leggen te paard eenige palen längs moeilijke bergpaden
a f, totdat wij de vlakte bereiken waarin, dicht aan het strand, het
dorp Prigi of Ketawang, 8 palen van Sripit, gelegen is. Het is
gebouwd aan het meest beschütte oostelijke deel der baai en
heeft aan het strand een zeer goeden pasanggrahan en eenige
pakhuizen, terwijl een over de branding geslagen hoofd aan
de schepen gelegenheid geeft in de nabijheid van het dorp te
ankeren en de producten der residentie af te halen.
De Prigi-baai bestaat eigenlijk uit twee afdeelingen, geschei-
den door een ronden, zacht getänden landhoek, waarop de 496
meters hooge rots Koembä Karno zieh verheft. De eigenlijke
Prigi-baai, die tot dusver beschreven werd, dringt noordwaarts
in ; de andere, die Damasbaai genoemd wordt en mede een kleine
strandvlakte heeft, die door het riviertje Kali Damas wordt door-
sneden , dringt westwaarts v«oruit, maar schijnt, daar zij naar het
oosten geheel openligt, voor de scheepvaart van minder waarde
te zijn. Waar de voorgebergten die beide baaien gezamenljjk in-
sluiten, elkander het dichtst naderen, laten zij slechts eene ruimte
van kilometer v rij; maar wanneer men van het strand der
baai naar buiten staart, wordt de blik nog onderschept door on-
derscheidene, op grooteren of kleineren afstand van haren ingang
gelegene rotseilanden, waarvan Poelo Anakan en Poelo Solemo
door vogelnestgrotten zjjn gekenmerkt.
Men kan zieh gemakkelijk voorstellen welk een rijke en be-
koorlijke verscheidenheid van kleuren en tinten, van vormen en
lijnen, die afwisseling van land en water, van vlakte en bergen,
van kust en eilanden, van grauwe rotsen en groene sawahs, van
huizen en schepen moet opleveren; hoe liefelijk de aanblik moet
zijn, wanneer bij helderen hemel de blauwe gladde waterplasaen
als gepolijst staal in het zonlicht glimmen, omringd door groe-
nende heuveltoppen, van wier kruin boomen en struiken hup
een vriendelijken groet toewuiven, terwjjl ook de zee nxet verzuimt
hare statige golven met hooge witte kämmen en pluimen te
tooien- hoe trotsch en overweldigend het schouwspel moet wezen,
wanneer, bij onstuimig weder, de loeiende, peillooze oceaan zijne
bergenhooge baren met titanenkracht tegen de met de kust even-
wijdig loopende bank werpt, zoodat zij als met den knal van
een kanonschot uit elkander stuiven. Yooral moet het heerlijk
zijn dit trotsche tooneel gade te slaan van eene hoogte vanwaar
men het in al zijn omvang enrijkdom kan overzien. Gelegenheid
daartoe is zeker in den omtrek der Prigi-baai ruimseboots
te vinden , en de vriend der natuur zal ze met verzuimen, al geldt
er in hooge mate het woord van den dichter, dat de Goden aan
den mensch niets goeds hebben geschonken dat hij niet betaalt
met zijn zweet.
Wij keeren terug tot Ngoedjang en kiezen thans den weg
oostwaarts naar Blitar, die, op een aanvankelijk geringen, maar
allengs toenemenden afstand, den rechteroever der Kali Brantas
volgt, terwijl daarentegen de geprojecteerde spoorweg van Toe-
loeng Agoeng naar Blitar aan den linkeroever zal blijven tot hvj
b ij d e h a lte K a d em a n g a n z ie h n o o rdw a a r ts w e n d t , d e n v i e r o v e rgaat
en weldra Blitar aan de zuidzijde bereikt. Over een aan-
merkelijken afetand maakt de Kali Brantas hier de grens mt
tusschen het Blitarsche district Srengat ten noorden en het Ngra-
wäsche district Ngoenoet ten zuiden. D e hoofddesa Ngoenoet, die
ook een spoorweghalte moet worden, ligt 9 i paal vanToeloeng
Agoeng aan den linker rivieroever en aan den weg van Toeloeng
Agoeng naar Kalipang, die tot Kademangan in het algemeen de-
zelfde richting als het spoorweg-trace volgt. De hoofddesa Srengat
ligt niet aan den weg zelven van Ngoedjang naar Blitar,
maar is er door een noordwaartschen dwarsweg van 1 | paal mede
verbonden; doch van Majangan, 2 | paal voorbij Ngoedjang, gaat
een andere weg naar Srengat u it, die 4 | paal voorbij die plaats
weer op den weg naar Blitar uitkomt en vroeger de gewone weg
van Ngoedjang naar Blitar moet gewecst zijn *)• Wat vroegere
duidelijk uit de kaart van Kediri in den Atlas van Ned.