
Aan de oostzjjde van het Koningsplein staat op eene uitsprin-
gende ruimte, die op zieh zelve een plein kan genoemd worden,
de in 1835 door de samenwerking der Jeden van het Hervormde
en van het Luthersche Kerkgenootschap voor beider gemeenschap-
pelijk gebruik gestichte Willemskerk. Deze en de reeds herhaal-
delijk vermelde Buitenkerk werden toen voor den dienst der beide
gemeenten bij afwisseling gebruikt, totdat, door de vereeniging
der Hervormden en Lutherschen tot eene „Evangelische gemeente“
in 1854, aan den afzonderljjken predikdienst voor beide een
emde kwam. De Willemskerk prijkt met een koperen koepeldak
en werd in 1843 begiftigd met een fraai, door de heeren Batz
in Nederland vervaardigd orgel.
Yan de öostzijde van het Koningsplein voeren twee wegen
met bruggen over de Tji Liwong naar het kampement Weltevreden;
de zuidelijke begint achter de Willemskerk en gaat längs het
hotel van den legerkommandant, een der schoonste van Batavia,
naar den weg die van het Waterlooplein naar het Groot
Militair Hospitaal voert; de noordelijke, de ons reeds bekende
weg Belle-Alliance, voert rechtstreeks naar het Waterlooplein,
dat het middelpunt van Weltevreden uitmaakt en waarom-
heen de officierswoningen en eenige der voornaamste gebonwen
van die buurt gelegen zijn. Het plein, ofschoon eene aan-
zienlijke oppervlakte beslaande, heeft nauwelijks een zesde
van de uitgestrektheid van het Koningsplein, en staat dus in
betere verhouding tot de omliggende gebouwen. Op het plein
bevinden zieh drie monumenten, die even weinig met elkander
gemeen hebben in stijl als in beteekenis. In het midden verheft
zieh, op een voetstuk van blauw arduin, een kolom van gebakken
steen, doch eveneens met arduin bekleed, en op den top een
leeuw van blauwen steen dragende, die met den reehtervoorpoot
den wereldbol omklemt1). Dit monument, onder het bestuur van
du Bus in 1828 opgerieht, strekt ter herinnering van den slag
') Zie Brendonok, Mijne reize naar Ned. Ind. (Dordr. 1849), blz 34. Yol-
gens Gevers Deynoot, Herinneringen, bl. 31, zon het voetstuk en dekstuk van hout,
de zuil zelve van wit gekalkt steen zijn; doch dat de zuil zelve loodkleurig
is getuigt Dr. v. Eijekevorsel, Brieven uit Insulinde. 265.
van Waterloo, zooals het latijnsche opschrift op een marmeren
plaat in het voetstuk in tamelijk brommenden stijl aanwijst ‘) ,
en heeft den naam van het geheele plein bepaald. Ongelukkig
is dit monument, zoowel om de onbeduidendheid der afmetingen
in verhouding tot het kolossale plein, als om den wanstaltigen
vorm van den leeuw, den meesten bezoekers van Batavia een
ergernis en een voorwerp van bespotting. De een spreekt van
een wit gekalkt kolommetje, prjjkende met een leeuw die veel
geljjkenis heeft met een poedelhond, en wenscht dat dit monument
hoe eer hoe beter worde weggeruimd 2); de ander beschrijft
het als een loodkleurigen paal, dien men beleefdheidshalve „een
kolom“ noemt, en waarop een klein gedrocht staat dat een
leeuw haet voor te stellen, maar alleen gelijkt op de wanstal-
tige figuren die soms de deksels van Chineesche pullen versie-
ren 3) ; een derde verklaart dat het geheel een zeer min voor-
komen heeft, en de gebeurtenis waarvan het de gedachtenis
moet levendig houden, geheel onwaardig is 4).
Een vrjj wat günstiger indruk maakt het monument voor den
Generaal Michels, den held van Sumatra. Het staat aan de
westzijde, op het punt waar de weg Belle-Alliance op het
Waterlooplein uitkomt, — eene plaats die het naar de meening
van sommigen niet genoeg recht doet wedervaren. Het is een fraaie
Gothische pyramide van gegoten ijzer, met het eenvoudig opschrift:
„Hulde aan de nagedachtenis van den Generaal-Majoor A. Y.
Michiels, civiel en militair Gouverneur ter Westkust van Su-
') Het opschrift luidt als volgt: In aeternam celeberrimi Diei, duodecimi
ante kalendas Julii A. D MDCGCXY memoriam, quo fortitudine et strenui-
tate Belgarum eorumque inelyti ducis Wilhelmi Frederici Georgii Ludovici,
prinoipis arausiaci, post atrocissimum in campis “Waterloae proelium, stratis et
undique fugatis Gallorum legionibus, Pax orbi reluxit, hoc monumentum, sub
summo patricinio celsissimi principia “Wilhelmi Frederici Caroli, sacrum fecit
oonsociatio “Waterlo'ica Batava, A. D. MDCCCXXYIII, primumque ejus
lapidem posuit Yir. Cl. rerum publicarum administer et h. t. in India Orientali
Regis vicem gerens, Leonardus comes du Bus de Gisignies
-) Gevers Deynoot, t a. p.
3) Rijckevorsel, t. a p.
4) De Zieke Keiziger. or Rambles in Java, by a Bengal Civilian. London,
1853 p. 43.