
te zoeken, en niet te vergeefs werd deze ingeroepen. De aan*
zienlijke sommen, door haar voorgeschoten, stelden de djoera-
gaan in staat hunne handelszaken te hervatten en tot groot vermögen
te geräken. Maar toen zij naar Gempol terugkeerden om
hunne rekening met de weduwe te vereffen, vernamen zij met
groot leedwezen dat zij kort te voren overleden was. Zij beslo-
ten om te harer eere een prächtige grafstede of tjandi te stickten
en een luisterrijk offerfeest of sidekah te vieren. De vrucht-
baarheid van den hodem dezer streek en de welvaart die de
bewoners van Derma genieten, wordt aan het aanwezen dezer
grafstede toegeschreven *).
Yan den in Mei 1878 voor het verkeer geopenden spoorweg
van Soerabaja naar Pasoeroean hebben wij de sectie van Soerabaja
tot Porong vroeger leeren kennen 3). Yandaar gaat hij over een
vaste brug met drie openingen, ieder van 30 meters, naar het aan
de overzijde liggende Gempol. De geheele lengte van den spoorweg,
behalve den later te beschrijven zijtak naar Malang, is nage-
noeg 63 kilometers, waarvan, in ronde cijfers, 35 tot de residentie
Soerabaja behooren, 12 den afstand vormen van Porong tot
Bangil, en 16 dien van Bangil tot Pasoeroean. Tusschen Gempol
en Bangil in slechts eene h alte , dicht bij de nog al moeielijke
passage Goenoeng Gangsir, ten behoeve der nabijgelegen belang-
rijke desa Kemlaten. Het Station te Bangil is gebouwd aan het
Westeinde der plaats, zooveel mogelijk in de nabijheid van den
pasar en het Chineesche kamp, en daar hier de zijtak naar
Malang begint, heeft het een vrij aanzienlijke uitgestrektheid. Het
stationsgebouw is fraai en ruim en heeft eenvoudige doch nette
wachtkamers en een wel voorzien buffet. Aan gene zij de van het
Station overschrijdt de baan de rivier van Bangil over eene vaste
brug met twee openingen, ieder van 20 meters. De menigvuldige,
deels natuurlijke, deels kunstmatige waterloopen die door den weg
gesneden worden, hebben een verbazend aantal kunstwerken nood-
') Domis, de Residentie Pasoeroeang, bl. 161—165.—Buddingh, N. 0 . 1., I.
355, Teenstra, Red. Overz. Bez., 225, en anderen noemen het monument
waartoe deze legende betrekking heeft, Kaboe-tjandi.
2) Blz. 852 , 870 , 877, 880. De eerste sectie wordt in de verslagen nu
eens slechts tot Porong, dan weder tot Gempol uitgestrekt.
zakelijk gemaakt, waarvan echter verreweg de meeste van
geringe beteekenis zijn.
Wij zullen thans een bezoek brengen aan de köta Bangil zelve.
Zij is de hoofdplaats van het regentschap en tevens van het
district van dien naam, maar loopt ook, ongeveer als Hamburg
met Altona, ineen met Gempeng, de hoofdplaats van het ge-
lijknamige district, dat zieh van hier oostwaarts tot aan de grens
van het regentschap Pasoeroean uitstrekt. De Adsistent-resident
van Bangil heeft zijne woning en kantoor in eene tot Gempeng
behoorende b u u rt, nog een halven paal verder oostwaarts aan
den postweg gelegen. De köta Bangil wordt door de rivier van
Bangil, die, in het Ardjoenä-gebergte bij Tjedänäontspringende,
hier tot eene breedte van omstreeks 80 voeten is aangewassen,
in twee deelen gesplitst. Anderhalven paal beneden de köta besproeit
deze rivier het welvarende visschersdorp Kali anjar ’), en nog een
paar palen lager vereenigt zij zieh met de Kali Porong.
Bangil heeft een zeer net en welvarend voorkomen, maar biedt
niets bijzonders. De lange en hooge witte muren waarmede alle
wegen en dwarswegen zijn afgezet, geven aan de plaats iets stijfs en
gedwongens, en doen aan een benteng of sterkte denken. Onder
de belangrijkere gebouwen is de dalem van den Regent schier
geheel gelijk aan eene gewone Indo-Europeesche woning; van
de moskee kan men zeggen dat zij net is , van de Europeesche
en vele Chineesche woningen dat zg een goeden indruk maken;
maar iets merkwaardigs is er niet te vinden. Het aantrekkelijkst
is wel de groote marktplaats, die zieh door een druk vertier
onderscheidt. In de geschiedenis van Java is Bangil bekend door
den laatsten strijd van Soerapati, die hier de wonde ontving
waaraan hij kort daarna bezweek a). In de omstreken van Bangil
’) Ka l i a n j a r beteekent nieuwe rivier. Tot nadere toelichting der op bl.
928, noot, in het gebruik van dien naam opgemerkte tegenstrijdigheden ,
kan misschien de gissing dienen, dat de Kali an j ar vroeger eenmaal een
nieuwe uitwateringsarm van de K. Porong geweest is, die längs het dorp
Kali anjar, waar zij de rivier van Bangil opnam, reehtstreeks naar zee
stroomde. Is die gissing jn ist, dan heeft het terrein hier ter plaatse in de
laatste halve eeuw zeer groote veranderingen ondergaan.
2) Zie D. II. bl. 429.