
vischrijken stroom, maar wiens steenachtige bodem alle netten
vernielt. Nu bereiken wij meer bewoonde streken. De kampongs
Barengkok en Tji Waroe aan de overzijde zijn als het wäre de
yoorsteden van de welvarende pakemitan Tji Djoelang, die op
tien palen afstands van Tji Bening gelegen is. Na nu ook nog
de Tji Djaloe te zijn overgegaan, bevinden wij ons in het distriot
Prigi of Parigi. De Tji Djoelang kronkelt zieh op eenigen afstaud
om de zuidzijde van de naar haar genoemde kampong heen,
en loopt evenwijdig met het strand tot zij de Tji Djaloe ontmoet,
waarna zij zieh vereenigd in dat deel der Penandjoeng-baai störten,
dat onder den naam van Dirk de Yries-baai bekend is '). Deze
baai bespoelt, landwaarts indringende, de oostzijde van het district
Tji Djoelang, terwijl de districten Prigi en Tji Kemboelan zieh met
hun zeer beperkt kustgedeelte längs hare noordzijde uitstrekken.
De pakemitan Prigi, die zeer spoedig na de overvaart der Tji
Djaloe bereikt wordt, maakt door haar bloeiend voorkomen een
alleraangenaamsten indruk. Aan een fraaie aloen-aloen ligt een
nette pasanggrahan en vandaar loopt een breede, keurig onder-
houden weg, aan weerszijden door goede woningen en tuintjes
omzoomd, tot aan de meer dan eenpaal van elkander verwijderde
hekken of poorten van bamboe, die de grens van het dorp aanwijzen.
De grens van het district Prigi wordt längs den strandweg spoedig
bereikt. Na een smalle maar grasrijke kuststrook, waarop kudden
van honderden aan de volkrijke kampongs Tji Bendah en Karang
Bendah behoorende karbouwen grazen, te zijn doorgereden, körnen
wij aan de Tji Kelewoeng, de grensrivier met het volgende
district, die zieh op dergelijke wijze met de meer oostwaarts
vloeiende Tji Kemboelan vereenigt als de Tji Djoelang met de
Tji Djaloe. Nu zien wij de zee weder van zeer nabij en hooren
het klotsen harer branding, varen daarna de Tji Kemboelan over op
het punt waar zij de Tji Tondjong opneemt, en rijden kort daarna
de pakemitan Tji Kemboelan of Goembar binnen, die zieh alweder
door een welvarend voorkomen onderscheidt. Deze pakemitan ligt
10 palen van Prigi, dicht aan de grens van het district Kali
') Zie Dl. I , bl. 46.
Poetjang en 12 palen van zijne gelijknamige hoofdplaats, die
aan een smal, zieh tusschen bebouwde akkers slingerend riviertje
ligt, mede Kali Poetjang genaamd, ’t welk zieh weinige schreden
verder in de Tji Tandoewi, de oostelijke grensrivier der Preanger
Regentschappen, uitstort.
Het district Kali Poetjang vormt nabij zijne westgrens de rotsige,
ver in zee uitstekende landtong Penandjoeng, waardoor de Penandjoeng
baai in twee deelen gescheiden wordt, en strekt zieh verder
uit längs de noordzijde van haar oostelijk deel, dat door de zeevaren-
den Maurits-baai genoemd wordt. De streek waardoor de weffO
van Tji Kemboelan naar de pakemitan Kali Poetjang loopt, is
aanvankelijk met kampongs bezaaid, en later, als men de kris-
talheldere, met oorverdoovend gebruis over hare rotsbedding schui-
mende Tji Panerekean nadert, met prächtig opgaand geboomte
bedekt, waartusschen zieh een diep, welig begroeid ravijn opent,
dat den reiziger een blik gunt op den niet ver verwijderden
Oceaan. Maar dit liefelijk tooneel maakt op zijne beurt plaats
voor eenzame, met laag hout begroeide wildernis, terwijl de weg
met sterke golvingen längs een heuvelrug slingert, die Pasir
Panerekean genoemd wordt. De pakemitan zelve heeft een günstig
voorkomen, is met prächtige vruchtboomen beplant en door
welige sawah’s omgeven; maar zij is een oasis in de wildernis.
De oevers van de Tji Tandoewi zijn hoogerop schier geheel
onbewoond en meest met vaalkleurige glagah begroeid, schaars
door hoog geboomte afgewisseld, dat bovendien aan de Soeka-
poerasche zijde slechts een smalle streep vormt, waarachter
uitgestrekte moerassen liggen. Het grootste dezer moerasseu is
de bekende rawa Lakbok. Ten noorden daarvan ligt Sapoe Angin,
de eerste bewoonde plaats van eenige beteekenis die opwaarts
van Kali Poetjang aan de Tji Tandoewi wordt aangetroffen.
Sapoe Angin ligt in het district Bandjar en 22 palen van zijne
gelijknamige pakemitan, die hoogerop aan de Tji Tandoewi
gelegen is , ter plaatse waar zij niet meer de grens tusschen
Soekapoera en Banjoemas, maar die tusschen Soekapoera en Tje-
ribon vormt. Bandjar ligt in een kleine maar liefelijke, welig
met geboomte en sawahs prijkende vallei, en is thans de hoofd"
IH. 22