
Hetzij wij ons thans van Kragan over den postweg längs het
Strand naar Bantjar begeven, hetzij wij van Sedan in zuidoos-
telgke richting den weg naar Djatirägä volgen, in beide gevallen
verwisselen wij weldra het regentschap Rembang met het re-
gentschap Toeban, dat de andere regentschappen dezer residentie
verre in rijkdom van merkwaardigheden overtrefifc. Op den eersten
weg passeeren wij vele visschersdorpen, die overal door de
prauwen in zee en op het strand, de werkplaatsen voor den
prauwenbouw en de ter droging uitgespannen netten, het bedrijf
der bevolking ten toon dragen, en ook vele Chineesche bewoners
teilen, door de gelegenheid tot handel en smokkelanj aangelokt. Het
voornaamste is Boeloe, op 8 i paal afstands van Kragan, reeds
in het district Bantjar gelegen en nog 5 palen van het hoofd-
dorp Bantjar verwijderd. De kalkachtige, door zijne in het
zonlicht schitterende witheid het oog vermoeiende weg, voert
evenals tussehen Binangoen en Kragan , op vele punten bijna
rakelings längs zee, maar levert, behalve den blik op den waterspiegel
en vele levendige tooneelen op het strand, niets opmerkelijks o p ;
alleen verdient vermelding dat Boeloe ook door een zuidoost-
waarts loopenden dwarsweg met den weg van Sedan naar
Djatirägä verbonden is en dien bereikt J paal voorbij de contro-
leurswoning en het zoutpakhuis van Djatirägä, die nog een
halven paal van bet dorp zelf verwijderd zijn.
Van Sedan rechtstreeks naar Djatirägä bedraagt de afstand
14f palen, en zoowel ten noordoosten van het hoofddorp tot
aan de grenzen van Bantjar, als vooral ten zuidwesten tot aan
de grenzen van Djepon en Tinawoen, is het district van dien
naam nog met even uitgestrekte als fraaie en rijke djatibosschen
bedekt. In Tinawoen daarentegen, dat vroeger zeer rijk aan djati-
hout was, is het hout zeer verminderd ten gevolge der Gou-
vernements-boschexploitatie die hier en in Panolan van 1854 tot
1865 geregeld werd voortgezet, en waarbjj een groot deel der
bosschen perceelswijze geveld werd. Gelukkig dat die uitgekapte
perceelen weder veel goeds voor de toekomst beloven ‘)!
In Tinawoen ligt, niet ver van den linkeroever der grensri-
') Cordes, t. a. p., bl. 172, 173.
vier met Djepon en Panolan, de ons reeds bekende Kali Batokan, het
dorp Dandang Ngilo, dat wij van Djatirägä bereiken kunnen längs
een voetpad dat omstreeks 15 of 16 palen lang zal zijn. Dit dorp is ver*
maard door zijne petroleumbron, waáro ver reeds vroeger in dit werk
eenige bijzonderheden zijn medegedeeld'). Omtrent hären oorsprong
wordt de volgende legende verhaald. In den tijd der invoering
van den Islam op Java leefde in den omtrek van Bonang een
priester van de Hindoe-leer en ijverig voorstander van den oaden
godsdienst, Blatjak Ngilo geheeten. De Soenan van Bonang
trachtte hem te vergeefs tot omhelzing van den Islam over te
halen en bealoot eindeljjk hem met geweld te verdrij ven. Blatjak
Ngilo nam nu de wijk naar Tinawoen en vestigde zieh in het
dorp Dandang Ngilo. Kort daarna werd zijne vrouw ongesteld,
en daar zij aan eene verzachtende en genezende olie behoefte
had, bracht Blatjak Ngilo, alleen door den grond met zjjn staf
aan te rak en , deze wel van aardolie te voorschjjn. Later even-
wel werd zjjne wondermacht door de grootere van Soenan Bonang
te schände gemaakt, evenals die van de Egyptische toovenaars
door die van Mozes en Aäron. Blatjak Ngilo had het gewaagd
zieh weder in het gebergte van Njamplong in het district Binangoen
te vertoonen, waar hij door Soenan Bonang werd opgemerkt.
De Mohammedaansche geloofsheld, wenschende het pleit zonder
bloédvergieten te beslechten, noodigde zijn tegenstander uit tot
een wedstrijd, die zou toonen wiens wondervermogen het grootste ,
en wiens leer dienvolgens de wäre was. Blatjak Ngilo greep
zijn mnts en wierp die in de lucht met zoodanige kracht dat zij
in de wolken verdween; maar Soenan Bonang schopte met den
voet een zjjner sandalen omhoog, die, na evenzeer in de wolken
verdwenen te zijn, terugkwam en op de aarde viel met de muts
van den Hindoe-priester onder zieh neérgetrapt. Blatjak Ngilo
verklaarde zieh overwonnen en werd een beljjder van den godsdienst
van Mohammed 2).
Wjj keeren thans terug naar Djatirägä en slaan van daar
den weg in die zuidoostwaarts naar Ngawoen voert, het tegen-
woordige hoofddorp van het district Singahan. Deze weg loopt