
en een bonte verzameling van plans en kaarten, boeken en physische
instrumenten. In het atelier zag men de stukken, deels
portretten, deels landschappen, die de schilder onderhanden had,
en voor het gebouw was de grond smaakvol aangelegd tot kleine
grasperken en bloembedden, in randen van roodbladerige struiken
gevat.
Maar het wordt tijd dat wij naar Parapatan terugkeeren, om
onzen ten einde spoedenden tocht door de buitenwijken van Batavia
te voltooien. Ten zuiden van het Koningsplein liggen de
kampongs van Pejambon en nog wat meer zuidwaarts loopt een
nieuwe weg, aan de ¿ene zijde door fraaie, in de allerlaatste jaren
aangelegde Europeesche landhuizen, aan de andere door kampongs
en woeste gronden omzoomd, door de buurt Kebon Sirih. Dien
weg van Parapatan in westelijke richting volgende, komen wij uit
op den weg naar Tanah Abang. Hier slaan wij linksom en
bereiken weldra den uit roode klei bestaanden heuvel, waaraan
Tanah Abang (d. i. roode aarde) zijn naam te danken heeft,
en die eenmaal tot uitspanningsoord verstrekte voor den Gouver-
neur-Generaal van Riebeek'). Nog vindt men hier eenige goede
woningen van Europeanen en een weinig verder, bij den bekenden
pasar van Tanah Abang, een aantal huizen van i Chineezen.
Reeds van 1745 af wordt hier driemaal in de week markt gehou-
den, en vooral des Zaterdags levert deze pasar een uiterst druk
en woelig tooneel op. Van de marktplaats nog een eind west-
waarts gaande, zouden wij ook het gesticht voor verlaten kinderen
te Djati kunnen bezoeken, doch vermoeid van den langen tocht,
die ons zöo veel en velerlei te beschouwen gaf, keeren wij
liever naar Tanah Abang terug, om vandaar, onder het genot
der heerlijke schaduw van de hooge tamarindeboomen, waarmede
de weg beplant is, de Christen-begraafplaats weder te bereiken,
waarbij wij reeds vroeger hebben stilgestaan *).
De indruk dien Nieuw-Batavia op den bezoeker maakt, is in
hooge mate afhankelijk van zijn voorstellingen, verwachtingen en
wünschen; want zij is eene stad geheel eenig in hare soort, die
zeer veel mist van hetgeen de hoofdsteden van Europa aantrek-
P Yalentijn, I I I , 1. 243. 2) Bl. 35.
kelijk maakt, om er veel voor in de plaats te geven dat in geene
andere stad gevonden wordt. Op het gebied der kunst is zij be-
droevend arm. Depublieke gebouwen, hoe doelmatig ook ingericht,
missen, met zeldzame uitzondering, karakter en gepaste ver-
siering. De woningen, hoe vriendelijk en verlokkend zij er ook
uitzien, te midden der fraaie boomen en bloemperken die ze om-
geven, vooral wanneer des avonds uit de galerijen en verandahs
een beider lieht den weg bestraalt, missen alle verscheidenheid
van architectönische motieven, en laten alleen reeds door de
noodzakelijkheid van ze zoo min mogelijk boven den beganen
grond te doen rijzen, den bouwmeester van de gelegenheid ver-
stoken om het grootsche en indrukwekkende der monumentale
huizen van de groote steden van Europa op zjjde te streven.
De enkele gedenkteekenen zijn onbeduidend of siecht geplaatst.
Openbare kunstverzamelingen en partikuliere kabinetten, ofzelfs
maar de versiering der woningen met de schoone voortbrengselen
van beeldhouw- en schilderkunst, worden schier geheel gemist.
Voor plaatsen van gezellige bjjeenkomst en openbaar vermaak
i s , hoewel in de laatste jaren veel daarvoor gedaan i s , nog al-
tijd gebrekkig gezorgd. Voor vele vakken van studie is men
grootendeels van goede hulpmiddelen verstoken. Het onderling
verkeer is maar al te dikwijls stijf en vormelijk, of zouteloos
en ver beneden het peil waarop de man van wäre beschaving
het zou wenschen geplaatst te zien. E r is dus op den hooggeroemden
luister der „Koningin van het Oosten“ vrij wat af te dingen, en
vele bezoekers en bewoners sparen haar hunne aanmerkingen
niet. Maar, hoeveel staat niet tegen deze nadeelen over! Welk
een ivergoeding bieden niet aan den vfiend van natuurschoon de
lommerrijke dreven, het weergaloos geboomte, de heerlijke bloe-
men, de aanblik in een woord van een stad zonder straten,
die in haar geheelen omvang het karakter heeft van een park
dat in schoonheid de parken van alle hoofdsteden van Europa te
boven gaat! Welk een vergoeding biedt niet aan dendenkeren
den humorist de eindelooze verscheidenheid van het bontste volks-
leven dat men misschien ergens ter wereld aanschouwen kan!
Geen wonder dan ook dat zij die voor zulke indrukken vatbaar