
daansche graven, en de inlanders toonen door de offers die ze
hier brengen, dat de plaats in hunne oogen heilig is ').
De brug overgaande vindt men aan de overzijde der rivier nog
een paar Europeesche buurten en de begraafplaats voor Euro-
peanen in het noordelijk deel der kota; voorts het Chineesehe
kamp, grootendeels uit steenen huizen bestaande, inhaarnoord-
westelijk deel, en in het zuiden de fraaie aloen-aloen met den
dalem vah den Regent en wat daar verder bij behoort. De ove-
rige ruimte der kota wordt aangevuld door de woningen en erven
der inlanders, die hier meestal door muren van gebakken steen,
en slechts bij uitzondering door heiningen van gevlochten bam-
boe omringd zijn. De wegen die deze woningen in groepen ver-
deelen, zijn recht, breed, goed onderhouden en met fraaie
tamarinde-boomen beplant. Aan den hoofdweg ligt nog in het
midden der stad een merkwaardig monument, bekend onder den
naam van Astana gedong. Het is een oude begraafplaats voor
de familie der Regenten van Kediri. Men treedt haar binnen door
een poort, die nit regelmatig gehouwen trachietblokken is opge-
trokken, waarschijnlijk van oude Hindoe-tempels afkomstig. Binnen
de poorten ziet men den 8 ä 10 voet hoogen, van eene niet
zeer harde witte steensoort opgetrokken onderbouw van eene
moskee die lang verdwenen is. De steenen zijn met groeven en
rosetten be werkt, maar op vele plaatsen gebeel weggebrokkeld.
Achter dit overblijfsel der moskee liggen een aantal graven, door
de bekende kambodja-boomen 2) beschaduwd. Eenige der voor-
naamste zijn beschut door een overbouw van planken huisjes ,
die zorgvuldig worden gesloten gehouden 3).
E r is te Kediri veel vertier door de prauwen die de gemeen-
schap met Soerakarta onderhouden en de druk bezochte pasars,
waarop de talrijke Chineezen de voomaamste rol speien.
Gelijk in Kediri overblijfselen uit den Hindoetijd overal de
aandacht van den reiziger tot zieh trekken, zoo nemen ook onder
1) Rigg, t. a. p ., bl. 197; Junghuhn, Java, II. 635.
2) Zie D. I , bl. 645.
3) Rigg, t a. p., bl 199; Raffles, Java, II. 38. Het is eene verkeerde
voorstelling van Buddingh, N. 0. I., I. 329, de Astana gedong- eenvoudig
eene uit de steenen van oude Hindoetempels opgetrokken moskee te noemen.
de merkwaardigheden van den omtrek der Kota de tempelgrotten
van Sela Mangling de eerste plaats in. Maar hoe belangrijk zij
ook zijn mögen, mijne ruimte verbiedt mij er meer van te zeggen
dan reeds vroeger in dit werk is aangeteekend '). Alleen wil ik
nog met een paar woorden aanduiden waar zjj te vinden zijn.
Een rechte weg gaat van het residentiehuis westwaarts en brengt
den reiziger, nadat hij nog geen drie palen dwars door de sawahs
heeft afgelegd, aan den voet van een 475 meters hoogen heuvel j
den Goenoeng Klotok, die geheel met bosch is bedekt en zijn
naam, naar men zegt, ontleent aan de overeenkomst zijner ge-
daante met de houten klokjes die om den nek der karbouwen
gehangen worden. Werkelijk kan hij, vooral bij maanlicht gezien,
de gedachte aan zulk een klokje opwekken, en een kleine ver-
hevenheid die in het midden tusschen zijne breede schouders ver-
rijst, neemt daar bij de plaats in van dat gedeelte, waardoor het
koord wordt gestoken. De Goenoeng Klotok is een dier voorber-
gen die overal bij de vulkanen van Java kunnen worden opge-
merkt, en ontmoet aan zijne westelijke helling spoedig de ribben
die van den boofdberg, den Wilis, afdalen. Aan den voet van een
rotsigen steilen wand, waarachter de top van den Goenoeng Klotok
zieh vertoont, vindt men een door kunst vlak gemaakt plekje,
waarop eenig beschadigdbeeldhouwwerk wordt — misschien moest
ik zeggen: eertijds werd — aangetroffen, dat naar allen schijn uit
de grotten afkomstig is. Yan dit terras kan men door het dichte
kreupelhout over een hobbeligen rotsgrond opklimmen tot de beide
openingen die den ingang tot de grotkamers vormen 2).
Wij keeren van dezen uitstap naar de grotten terug naar de
Kota Kediri, om thans den grooten weg zuidwaarts te volgen,
d ie , niet ver van den rechteroever der rivier en daarmede nage-
noeg evenwijdig, naar het boven reeds genoemde Hgoedjang
voert. In dezelfde richting en vlak längs den genoemden weg zal
de geprojecteerde spoorweg loopen, die, zoo wij hopen, binnen
weinige jaren Kediri met Toeloeng Agoeng en vandaar metBli-
t a r , dus met de hoofdplaatsen der beide zuidelijke afdeelingen zal
3) Rigg, t. a. p. 193; Jungbuhn, Java, II. 631.
47