
wordt dat het gas, schoon brandbaar, slechts ontvlamt wanneer het
is aangestoken. In den omtrek dezer tweede wel wordt ijzererts
gevonden en een sterke lueht van zwavelwaterstofgas en aard-
olie waargenomen. Om beide wellen heen groeien djatiboomen
en verschillende heesters, welker loof gewoonlijk niet van het vuur
schijnt te ljjden, ofschoon enkele verzengde takken het bewijs
leveren, dat het somtgds hoog genoeg opbrandt om schade aan
de planten toe te hrengen ').
Na dozen kleinen uitstap naar het woeste zuiderdeel van Bodjo
Negoro haasten wij ons naar Toeban terug te keeren en den
strand weg te vervolgen. Na nog 31 paal, veelal door sawahs,
afgewisseld door klapperboomen en bamboeboschjes, te hebben
afgelegd, bereiken wij de districtshoofdplaats Rembes, thans De-
mari geheeten, waar de Regent van Toeban een lusthuis met
tuin heeft doen aanleggen, en nog 3 | palen verder Legoeng,
waar wij nog slechts enkele minuten van de grens van Soera*
baja verwijderd zijn.
ZEYENDE HOOFDSTUK.
Soerabaja.
Ofschoon in de dagen der Oost-indische Compagnie het land-
schap Soerabaja tot Java’s Oosthoek gerekend werd en de stad
Soerabaja de hoofdstad en zetel van den Gezaghebber dier afdee-
ling was 2) , heb ik het beter geacht in dit werk ook Soerabaja
nog tot Midden-Java te brengen, dewijl h et, bg een natuur-
lijke verdeeling des eilands, naar zijne ligging daarbij behoort, en
uit ethnologisch oogpunt nog meer zuiver Javaansch is , terwgl
het Madoereesch element eerst oostwaarts vandaar het overwicht
krjjgt. De band die, ook na het herstel van het Nederlandsch
') Zie over deze wellen de Vogel en Steyn Parvfi, in N. T. v. N. I. XVI.
320 w . s) Zie D. I I , bl. 522,
gezag op Java, tusschen Soerabaja en het eiland Madoera heeft
bestaan, was hoofdzakeljjk slechts van administratieven aard.
Onder het Engelsch bestuur vormde de westelijke helft van
Madoera met de zuidelijke helft van het tegenwoordige Soerabaja
de residentie Soerabaja, terwgl de oostelijke helft van Madoera
de residentie Soemenep, de noordeljjke helft van Soerabaja de
residentie Grissee (Gresik) uitmaakte. Maar in 1817 werden de
beide helften van Madoera tot ¿en residentie, onder den naam
van Madoera en Soemenep, hereenigd. ln 1826 werd Grissee
door den Commissaris du Bus, als een maatregel van bezuiniging,
aan Soerabaja toegevoegd, en niettegenstaande de aanzienlijke
vergrooting die de residentie daardoor reeds ondergaan had,
trof in het volgende jaar ook Madoera hetzelfde lot, vermoe-
delijk omdat, bg de macht die nog aan de eigen vorsten van
dat eiland gelaten was, de zorg van het Enropeesch bestuur daar-
voor binnen enge grenzen beperkt bleef. Eerst in 1857 werd Madoera
weder van Soerabaja gescheiden en als zelfstandige residentie her-
steld, nadat door verschillende maatregelen de macht der Torsten
beperkt en de bestuurszorg uitgebreid was ‘).
De deelen waaruit de residentie Soerabaja thans is samenge-
steld, vormen zes regentschappen: Sidajoe in hetnoorden, aan de
Java-zee; Lamongan in het westen, aan Rembang en Kediri
grenzende; Gresik, Soerabaja en Sidoardjo in het oosten, längs
de straat van Madoera, en Modjokerto in het zuiden, grenzende
aan Kediri en Pasoeroean. Modjokerto heette vroeger Djapan j
maar verkreeg zijn tegenwoordigen naam bg regeeringsbesluit van
11 Sept. 1838, zoo men zegt op verzoek der bevolking, die
zieh aan den naam Djapan ergerde ä).
Het is vooralsnog dikwijls een ijdel streven naar de verklaring van
Javaansche namen te zoeken, en ik heb van de wilde gissingen
’) Stbl. 1817 n° 58 , 1826 n° 53, 1857 n° 44; Koloniaal Verslag 1856
bl. 22, 1857 bl. 23. Van de vereeniging van Madoera met Soerabaja in 1827
wordt in het Staatsblad geen melding gemaakt; maar zij blijkt uit de onder-
linge vergelijking der Regeeringsalmanakken van 1826—1828.
’) De verklaring die v. HoSvell, Reis, I. 172, daarvan geeft, is mij niet
duidelijk. Ik ken geen Javaansch "Woordenboek dat zijne vertolking van
„djapan“ door traag, lu i, bevestigt.