
aanplantingen; zij is een der hoofdzetels van de in Tjeribon
zoo belangrijke suikercultuur. Men vindt hier de op contract
met het Gouvernement werkende ondernemingen Sindang laoet
en Karang Samboeng, de eerste met een aanplant van 500, de
andere van 300 bouws. Een derde perceel, Blender geheeten
en 300 bouws groot, is aan een Chineeschen ondernemer in huur
afgestaan. Eenige kleinere ondernemingen berusten geheel op vrij-
willige overeenkomsten met de bevolking. Sindang laoet is de
eerste suikeronderneming geweest die bij de invoering van het
cultuurstelsel tot stand kwam.
Gebang ligt bijna 7 palen verder dan Pangerangan en is een
groote, volkrijke, welvarende, vlak aan zee gelegen desa, van
welke een goede weg naar de bovenlanden gaat, die bij Paboeran
gesneden wordt door den weg van Lemah Abang naar de hoofdplaats
van het district Losari, Tji Ledoek aan de Tji Sangaroeng,
en uitkomt een weinig verder op den weg van Tji Ledoek
naar Tji Awi Gebang. Er is te Gebang veel inlandsehe handel
en er wonen eenige Chirieezen. Zij was eenmaal de hoofdplaats
van het regentschap Gebang, dat in vroeger tijd als een eenigs-
zins zelfstandig vazalland van Tjeribon voorkomt ').
Losari eindelijk is aan beide oevers der Tji Sangaroeng gelegen,
en behoort gedeeltelijk tot Tjeribon, gedeeltelijk tot Tagal,
gelijk er ook een Tjeribonsch en een Tagalsch distriet Losari
bestaat. Dit laatste behoort tot het regentschap Brebes en zijn
wedänä heeft het oostelijk deel van het dorp Losari tot woon-
plaats. Losari ligt op twee a drie palen afstands van het strand
en mag onder de volkrijkste en welvarendste desa’s van Java
genoemd worden.
In het Tjeribonsche district Losari heeft de suikercultuur niet
veel minder omvang dan in het aangrenzende Sindang laoet. Men
heeft er de op contract met de Regeering werkende ondernemingen
Tersana en Tji Ledoek, de eerste met een aanplant van 400,
de tweede van 500 bouws. De grond die niet voor de desa’s en
de suikerrietvelden is ingenomen, is , met uitzondering van het
‘) Yan Sevenhoven in T. v. N. L , IX. 1. 327; vgl. boven Dl. II. 274, noot.
moeras tusschen de desa Losari en het strand, schier geheel
met de vruchtbaarste sawah’s bedekt. De indigocultuur, die ook
eenmaal in deze streken een kunstmatigen bloei genoot, is ver-
vallen tegelijk met de contracten, sedert de Regeering erkend
heeft dat hare voordeelen niet evenredig waren aan de schade
die zij aan de bevolking berokkende.
De rivier de Tji Sangaroeng, die van Tji Ledoek af de grens
tusschen Tjeribon en Tagal uitmaakt, in dier voege dat hare
kleine delta geheel tot Tagal wordt gerekend, maar die wat hären
bovenloop betreft geheel tot Tjeribon behoort, is eene der merk-
waardigste rivieren van Java. Ontspringende aan de zuidelijke
helling van den Tjerimai, niet ver van Darma, doorkronkelt zij,
met in het algemeen oostwaartschen loop, in ontelbare bochten
en tal van spruiten opnemende, het gebergte dat de afdeeling
Koeningan bedekt, stroomt längs de districtshoofdplaats Kadoe
Gedé en de regentschapshoofdplaats Koeningan, en is verder bene-
denwaarts, door eene stoute, in den rotsteen van den steilen oever
uitgekapte waterleiding, de Soera Katiga geheeten, dienstbaar
gemaakt aan de bevochtiging der sawah’s van Loerah Goeng en
Tji Awi Gebang. Na zieh noordoostwaarts gewend te hebben,
komt de Tji Sangaroeng in eene diepe, door het gebergte omslo-
ten, vlakte, met aangeslibden bodem, en breekt daarna door de
kloof van Menangtang, om onmiddellijk daarop, tusschen Waled
en Tji Gobang, de vlakte van Losari te betreden.
De kloof van Menangtang levert niet alleen een schilderachtig
natuurtooneel op, zij is ook bijzonder merkwaardig door de re-
gelmatige en bijna gelijkvormige glooiing harer beide zijden en
door de gelijke hoogte van hären kam aan weérszijden van de
rivier. Die regelmatigheid, die bij den eersten opslag aan een
kunstmatigen oorsprong zou doen denken, is daaraan toe te
schrijven, dát wij hier ongetwijfeld met eene werkelijke door-
braak te doen hebben. De läge dalbodem, hoogerop aan de
rivier, waarvan ik reeds gewaagde, is door waterpassing bevon-
den nog merkelijk lager te zijn dan de vlakte benoorden, en is
naar allen schijn eenmaal een meer geweest, welks wateren zieh
een doortocht door de heuvelen gebaand hebben, die aan de