
g ie t, aan het licht dat op de uitgespannen zeilen valt, de kielen
die de wateren van Straat Madoera doorploegen').
Bij den eersten uitstap dien wij van Lawang ondernemen,
zullen wij de grens van Malang met Bangil overschrijden en,
ons noordoostwaarts wendende, Poerwäredjä en "Wänäredjäbezoe-
ken. Door die districten voert de groote weg die Lawang met de
hoofdstad Pasoeroean verbindt, en eene lengte heeft van 22 ^ palen.
Daar de meeste plaatsen längs dien weg thans andere namen
dragen, dan waaronder zij op oudere en ten deele zelfs nog op
zeer nieuwe kaarten voorkomen, eischt hier de duidelijkheid eenige
dorre details, waarbij wij ons zoo kort mogelijk willen ophouden.
De weg gaat van Lawang eerst recht noordoost naar Poerwädadi,
dat vroeger meer onder den naam van Djatisari bekend was
( 3 | paal); van Poerwäsari is zijne richting meer noord-noord-oost
tot Poerwädadi, de 2{ paal verder gelegen hoofdplaats van het
district Poerwäredjä, die vroeger Prötong werd geheeten. Yan
Poerwädadi legt men zespalen, weder in noordoostelijke richting,
af tot "Wänäredjä, de hoofdplaats van het gelijknamig district.
Hier is men 5 | palen, längs een meer oostelijk loopend wegge-
deelte, verwijderd van Kadjajan, het hoofddorp van het Pasoeroean-
sche district Wangkal, terwijl ongeveer haiverwegen tusschen
Wänäredjä en Kadjajan de tegenwoordige grens tusschen de
regentschappen Bangil en Pasoeroean overschreden wordt. De vijf
palen die nog in noordoostelijke richting van Kadjajan tot de
hoofdstad zijn af te leggen, zullen wij beneden nader leeren kennen.
Omtrent het district Wänäredjä valt niets bijzonders op te merken
dan dat daarin, nabij het hoofddorp, de insgelijks Wänäredjä
geheeten suikerfabriek gelegen i s , waarvoor, volgens overeenkomst
met het Gouvernement, thans nog 325 bouws met riet beplant
worden, maar welker contract in 1891 ten einde loopt. Onze
uitstap geldt dan ook voornamelijk het dichter bij Lawang gelegen
Poerwäredjä, waar de landen Geboeg en Alkmaar in erfpacht
zijn uitgegeven. Geboeg bestaat uit twee perceelen, ¿en van 499
’) Deze beschrijving is met eenige bekorting en wijziging ontleend aan het
opstel »Eenige dagen in de residentie Pasoeroean“, in Biang-lala, IV. 1, bl.
155-157.
bouws, uitgegeven in 1874, en ¿¿n van 91 bouws, uitgegeven in
1878, beide voor de cultuur van koffie bestemd.
Het land Alkmaar zal ons wat langer bezig houden. Het heeft
merkwaardige lotgevallen gehad en bevat een overschoonen water-
val, dien wjj niet onopgemerkt mögen voorbijgaan.
Het land Alkmaar werd in 1829 door het Gouvernement in
huur afgestaan aan den heer Hofland, die het ten behoeve der
koffiecultuur wilde ontginnen. Yan Pasoeroean tot Protong, dat
thans binnen de grenzen van dat perceel, maar nabij zijn noor-
delijken rand, is gelegen, kon men toen reeds van een rijtuig
gebruik maken; maar hier begon eene geheel woeste streek,
bedekt met bosschen en struiken, die evenwel door de zwaarte der
boomen en de dichtheid van het kreupelhout van de hoedanigheid
des bodems de beste getuigenis gaven. In weerwil daarvan leverde
het aan de opvolgende huurders slechts verlies op, tot-
dat het in handen kwam van den heer J. R. W. P. P. A. Bauws,
aan wiens beleid het gelukte de hier gestichte suikerfabriek tot eene
der voordeeligste van geheel Java te verhelfen. In 1866 werden
500 bouws met suikerriet beplant, waarvan 289 opdengrond van
het perceel gelegen waren, de overige 211 in ge volge contract met
de bev olkin g in den omtrek werden bewerkt, en van dien aanplant
werden 19,000 pikols suiker, dus 40pikolsper bouw, verkregen.
E r was toen op het land eene gevestigde bevolking van 2276
zielen, waaronder 523 landbouwers. Ieder die er zieh als land-
bouwer nederzette, kreeg een bouw sawah in vruchtgebruik,
ook voor het tweede gewas, zonder eenigen anderen la st, dan
dat hij verplicht was om een halven bouw suikerriet voor den
ondernemer te planten, die hem daarvoor nog / 45 betaalde.
Yoorschotten werden niet verleend, behalve dat aan de arbeiders
het noodige vee werd verschaft, ’twelk in vier jaren door verre-
kening met het plantloon werd terughetaald. H e tis wel niet aan
gebrek van geschikt terrein, maar aan gebrek van handen toe
te schrijven, dat de huurder zijn aanplant nog zoo ver over de aan-
grenzende Gouvernementsgronden uitbreidde, en daartoe met de
bevolking contracten sloot; want de uitgestrektheid van het
huurland bedroeg niet minder dan 1910 bouws. Eerst langza