
schijn, de eenige die in den onmiddellijken omtrek van den
Merbaboe bekend is. In de nabijheid liggen vele gehouwen,
teerlingvormige steenen en hier en daar fragmenten van beeiden
verstrooid, die bet bewijs sehijnen te leveren dat hier eenmaal
een aan den Siwadienst gewijde Tjandi stond. Een gedeelte dier
steenen is aangewend om rondom de bron een ruim, vierkant
bekken aan te leggen. Toen Junghuhn die plaats in Mei 1838
bezocht, bedroeg de wärmte van het water 35.5° C. bij eene
wärmte van den dampkring van 24.5°. Onophoudelijk Stegen
gasbellen uit het water op, maar het was geheel zonder reuk
of smaak ').
YIERDE HOOFDSTUK.
De Vorstenlanden.
Onder den naam van Vorstenlanden worden de residentien
Soerakarta en Jogjakarta samengevat, die te zamen eene uitge-
strektheid hebben van nagenoeg 165 vierkante geographische
mijlen, of bijna TV der oppervlakte van Java. De naam duidt
den bijzonderen politieken toestand aan, waarin deze residentien
verkeeren. Uit ons overzicht van Java’s geschiedenis is ons geble-
k en , dat deze gewesten het geringe overschot zijn van het eenmaal
mächtige rijk van Mataram; dat dit kleine gebied nog tusschen
vier vorsten: den Soesoehoenan van Soerakarta, den Sultan van
Jogjakarta en de van dezen onafhankelijke prinsen Mangkoe
Negärä en Pakoe Alam verdeeld is; en dat de macht dier vorsten,
door de verschillende overeenkomsten die zij genoodzaakt zijn
geworden met het Europeesch gezag aan te gaan, zoodanig is
beperkt, dat aan den overgang van hun zelfbestuur tot het
rechtstreeksche bestuur van den Nederlandschen Staat slechts
zeer weinig meer ontbreekt. De troonopvolging wordt in overleg
met de Nederlandsche Regeering geregeld; de Rijksbestuurders
of eerste staatsdienaars worden door den Gouverneur-Generaal
benoemd en ontslagen en door den Nederland sehen Staat bezoldigd;
Nederlandsche residenten, op de hoofdplaatsen der beide residentien
gevestigd, voeren het rechtstreeksch bestuur over alle in de Vorstenlanden
wonende Europeanen en vreemde oosterlingen, waken
voor de naleving der contracten, en houden nauwkeurig toezicht
op de geheele inrichting van het beheer, de handhaving van
het recht en de politie, de heffing der belastingen en de indee-
ling en wapening der troepen, die, althans voor den Soesoehoenan
en den Sultan, enkel bestaan uit een corps staatsietroepen,
geheel ongeschikt voor den krijg en slechts als lijfwachten
dienst doende. Voorts zijn de bosschen en vogelnestklippen eigen-
dom van den Staat; wordt het recht tot verkoop van opium
hier, gelijk overal elders op Java , in naam en ten bate van
den Staat verpacht; zijn voor de in- en uitvoerrechten de Vorstenlanden
geheel in het Nederlandsch-Indisch tolgebied begrepen;
mögen de verhuringen van land aan Europeanen, die in deze
gewesten op zoo groote schaal plaats hebben en natuurlijk den
Europeeschen invloed zeer bevorderen, niet plaats hebben dan
met goedkeuring van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur
te Batavia en overeenkomstig de door de Nederlandsch-Indisehe
Regeering vastgestelde voorwaarden; wordt de bestraffing van
misdrijven, reeds vroeger in het belang der menschelijkheid door
het Europeesch bestuur aan eenige beperkende bepalingen onder-
worpen, thans uitsluitend beheerscht door de bepalingen van het
Strafwetboek voor Inlanders, door de Nederlandsche Regeering
vastgesteld; en is eindelijk in 1873 in Soerakarta ook de handhaving
der politie in handen van Europeesche ambtenaren over-
gegaan, terwijl daarvoor vier assistent-residenten benoemd zijn, wier
standplaatsen door de Nederlandsche Regeering zijn, aangewezen.
Ofschoon deze beperkingen van de macht der Vorsten zieh in
het algemeen ook tot de zoogenaamde onafhankelijke Prinsen uit-
strekken, genieten dezen wel iets meer vrijheid in de regeling der
binnenlandsche aangelegenheden van hun klein gebied. Ook staan
zij tot het Gouvernement in eene andere verhouding dan de Soesoehoenan
en Sultan; want zij zijn tevens de aanvoerders van