
naar Goenong Sahari geplaatst, en kreeg een hulpkantoor in de
oude stad links van het Stadhuis; aan het Marine-departement
werd een afzonderlijk gebouw in de buurt Goenong Sahari zelve
aangewezen. De Algemeene Rekenkamer kreeg een lokaal achter
den noordervleugel van het Paleis. Maar toch zijn nog de bu-
reelen der meeste Departementen van Algemeen Bestuur in dit
kolossale gebouw geplaatst, terwijl in den zuidelijken vleugel
zieh ook de ruime werkplaatsen der Landsdrukkerij bevinden,
waar de Indische Staatsbladen, de Javasche Courant, de Regee-
rings-almanak en alle stukken ten dienste van het Gouvernement
en zijne ambtenaren worden gedrukt.
Het Paleis van Weltevreden beslaat een groot deel der oost-
zijde van het Waterloo-plein. Ten zuiden paalt daaraan de So-
cieteit Concordia, eigenlijk eene militaire societeit, maar waar-
van ook ambtenaren en andere civiele personen lid kunnen zijn.
Hier worden vele schitterende partijen gegeven, die ik zeker niet
kan vermelden zonder dat daarbij mijnen lezers de levendige
tafereelen dezer feestvieringen voor den geest staan, waardoor
zoo menige bladzijde van ten Brinks „Oostindische dames en
heeren“ is opgeluisterd. Elken Zaterdag-avond heeft men hier ge-
legenheid de militaire stafmuziek te hooren. Des Zondags avonds
speelt deze op het Waterloo-plein zelf voor een grooter publiek.
Die stafmuziek is voor Batavia wat voor den Haag de kapel van
de Grenadiers i s , en hare uitvoeringen worden er niet minder op
prijs gesteld en ook door vreemden “) geprezen.
In den noordwestelijken hoek van het Waterloo-plein staat de
aan de Heilige Maagd ge wij de kerk der Roomsch-Katholieken, die
tijdens den Burggraaf du Bus de Ghisignies gesticht en den 6den
Nov. 1829 ingewijd werd. Eerst onder Daendels was de vrije
uitoefening van den Roomsch-Katholieken godsdienst te Batavia
toegestaan en had deze gezindheid op Pasar Snen, aan den weg
van Weltevreden naar Kramat, een kerkje, dat sedert den op-
bouw der nieuwe kerk wegens zijn bouwvalligheid is afgebroken.
Yoor het overige is het Waterloo-plein van alle zijden omge-
ven door woningen waarin een groot deel der officieren van het
*) Lehnert, t. a. p , S. 759.
garnizoen van Regeeringswege zijn gehuisvest. Zuidwaarts van
het plein verrijzen een aantal militaire gebouwen, zooals kazer-
n e s , magazijnen, tuighuizen, werkplaatsen enz., doorsneden door
twee wegen, die aan den zuidwest- en zuidoosthoek van het plein
aanvangen, den Kazerneweg en den Treinweg. Längs eerstge-
noemden en zijne voortzetting, den Arsenaalweg, begeven wij
ons thans naar het Groot Militair Hospitaal, eene inrichting die
als de eer en kroon van Batavia mag beschouwd worden. Het
bestaat uit een aantal lange, läge gebouwen, die over een ter-
rein van aanmerkelijke uitgestrektheid verspreid liggen, terwijl
de tusschenruimten gebruikt zijn voor den aanleg van een smaak-
völ ingerichten botanischen tuin vol lommerrjjke boomen en prächtige
bloemen, en die deels voor de aankweeking van genees-
krachtige planten, deels tot wandelpark voor de herstellende zie-
ken bestemd is. De gebouwen zijn allen ruim en luchtig. Inlanders
zijn van Europeanen, onder-officieren van Soldaten ge-
scheiden, en eene reeks van afzonderlijke kamers is voor kranke
officieren bestemd. Maar niet alleen voor militairen, voor personen
van iederen stand, ook vrouwen en kinderen niet uitgesloten, staat
het Hospitaal open; en daar de verpleging uitmuntend en het ta-
rief uiterst matig gesteld is , maken te Batavia schier alle lij-
dende Europeanen die de gelegenheid tot verpleging in eigen
gezin missen, bij voorkeur van deze inrichting gebruik. Aan dit
hospitaal zijn tevens de scholen tot vorming van inlandsche ge-
neeskundigen en inlandsche vroedvrouwen verbonden, die reeds
in een ander gedeelte van dit werk vermeld zijn 1).
Na ons bezoek aan het Hospitaal keeren wij längs denzelfden
weg te ru g , maar gaan nu den weg Belle Alliance en het monument
van den Generaal Michiels voorbij, om längs den Sluisweg de
reeds vermelde Sluisbrug te bereiken. Wij hebben nu aan onze
') Zie Dl. I , bl. 488. Tgl. over het hospitaal "Weitzel, Batavia. 33. De
meeste vreemdelingen die Batavia bezoeken, weiden nit in den lof dezer inrichting.
Men zie b v. Junghuhn, Iteisen durch Java. 52; Epp,, Schilderungen.
57 ; Steen Bille, Eeise der Galathea, I. 368; Ida Pfeiffer, [zweite Weltreise,
I. 185; Beise der Novara, II. 136; d’Almeida, Life in 'Jav a, E 27;
Eriedmann, Ostasiatische Inselwelt, I. 42; Bickmore, Travels; 39, en zelfs
Bottoni (die anders in Ned-Indie niets goeds vindt), Van Genua naar jlatavia. 129.
* 4*