
den i vooral toen nog de vele fonteinen in werking waren, die
thans geheel zijn opgedroogd, en nog een der talnjke waterval-
len zieh in een breeden, dünnen straal als een doorzichtig
gordijn v66r eene der rustbanken afstortte. Overal is snijwerk
aan pijlers en balken aangebracht, overal j ziet men de sporen
van verguldsel en schitterende verw. Alleen zoekt men te ver-
geefs naar iets dat den gekuischten kunstzin bevredigen kan
en ergert men '‘zieh half dood aan de onbeschaamde bedelarij,
waaraan men bij het verlaten van al dit moois ten prooi
is en waaraan Tjeribon sedert lang een onbenijdbare beruchtheid
dankt.
Maar keeren wij naar de stad terug om vandaar thans den
postweg tot aan de grenzen van Tagal te volgen, totdat wij
stuiten tegen de Tji Sangaroeng of rivier van Losari, die tege-
lijk de grens tusschen twee residentie’s en tusschen Soenda en
het eigenlijke Java is. Wel is hier de hoofdstad, evenals in Ban-
ten, door den invloed van het Hof in taal en zeden sterk geja-
vaniseerd '); maar toch blijft tot aan de grensrivier onder de
dorpsbewoners het Soendaasch karakter heerschend, en men merkt
op dat dit zelfs nog in Brebes, het westelijkst regentschap van
Tagal, althans zeker tot aan de Tji Pamali, het geval is. Tusschen
de Tji Sangaroeng en Tji Pamali verstaat de bevolking beide
talen; maar het Javaansch wordt even weinig bewesten de eer-
ste, als het Soendaasch beoosten de laatste gehoord 2). Misschien
is er eenige waarheid in de meening, dat eenmaal de Tji Pamali
de grens tusschen Mädjäpahit en Padjadjaran geweest is
en dat die later naar de Tji Losari is verlegd.
De ruim 22 palen lange weg gaat dicht längs het strand, is schier
onafgebroken door sawah’s bezoomd, en biedt hier en daar links
den schoonen aanblik der zee en rechts dien der vlakte door
den heerlijken Tjerimai begrensd, maar is overigens kaal, ver-
moeiend en eentonig. Längs het strand is een smalle strook moeras,
waarin, tusschen enkele acacia-, cassia- en ficus-soorten, Conyza
indica en Delivaria ilicifolia in overvloed groeien 3). Talrijke, van
') Tgl. D. I. 441. J) Tan Hoevell, Reis, I. 83.
3) Bleeker in T. v. N. I. 1849. II. 177.
den Tjerimai körnende riviertjes doorsnijden den weg, maar zijn
te onbeduidend om op vermelding aanspraak te maken. Yan de
desa s die men doorkomt en die den reiziger maar al te vaak op
den stank van bedorven visch onthalen en hem tot lessebing van den
dorst slechts brak en drabbig water bieden1), verdienen Moen-
doe, Pangerangan, Gebang en Losari, dat wij er een enkel woord
aan wijden. Moendoe, een welvarend visschersdorp, 4 palen ten
zuidoosten van de hoofdstad, in het district Loewar Kota, is vooral
bekend door de ikan proet (buikvisch), een visch ruim zoo
groot als onze kabbeljauw. In zekeren tijd des jaars vertoont deze
visch zieh bij duizenden in de bocht van Tjeribon. Zij wordt door
de visschers van Moendoe gevangen, vooral om den buik, die
het lekkerste deel geacht wordt, af te snijden, in te zouten, te
drogen en als een gezöcht artikel in den handel te brengen. Ten
tijde der Compagnie moesten de visschers een groot gedeelte
van hunne dus bereide vangst aan den Resident leveren, die
gewoon was daarvan geschenken te zenden voor de ontbijttafel
van den Gouverneur-Generaal en de leden der Hooge Regeering
te Batavia. Deze visch komt, zegt men, aan Java’s noordkust
nooit anders voor dan in deze bocht; zij zou zieh echter ook
op sommige plaatsen der zuidkust somtijds vertoonen. s) Tot
welk geslacht deze visch behöort en welken naam zij in de we-
tenschap draagt, is mij niet bekend; de heer Bleeker, dien ik er
lang geleden over raadpleegde, moest mij het antwoord schuldig
blijven, wat bij zijne verbazende kennis der Indische visschen
wel te verwonderen i s , te meer daar hij op zijne veelvuldige
reizen over Java ook desa Moendoe niet onbezocht liet 3).
Pangerangan ligt vijf palen verder, ten ooet-zuidoosten van
Moendoe, in het district Sindang laoet, en is door een zij weg
verbonden met zijne 4 palen verder zuidwaarts gelegen hoofd-
plaats Lemah Abang, die ook nog eene andere verbinding
heeft met de postroute, door een weg die dichter bij Tjeribon
daarop uitkomt. In deze streek vindt men uitgestrekte suiker-
>) Junghuhn, Java. H. 601.
s) Tan Sevenhoven. T. v. N. I ., H. 1. 326.
*) T. v. R. I. 1849. II. 101.