
op dezelfde wijze als in de Gouvernementslanden de Pangoeloe
der Residentie de zittingen van den Landraad bijwoont. Leden
der Pradata zjjn thans alleen zes Toemenggoengs, door den Soe-
soehoenan gekozen, en het haar als richtsnoer harer uitspraken
aangewezen wetboek is uitsluitend de Angger ageng.
Ofschoon nu het rechtswezen door die overeenkomst niet slechts
vereenvoudigd, maar ook de controle van het Europeesch gezag,
inzonderheid in strafzaken, zeer verBterkt was, en in de praktjjk
zelfs nog sterker was geworden dan de letter der overeenkomst
scheen te bedoelen ') , bleek het toch weldra, dat de opdracht der
geheele rechtspraak in burgerljjke en strafzaken aan een enkele
ter hoofdplaats gevestigde rechtbank, aan de landen buiten de
Negärä geene genoegzame rechtszekerheid verschaft had. Dit heeft
geleid tot de reeds vroeger s) vermelde instelling van rechtbanken
voor civiele en minder gewichtige strafzaken op de hoofdplaatsen
der zes regentschappen , Pradata Kaboepaten genoemd. Deze zjjn
thans samengesteld uit den Regent van politie als president,
een kliwon en een panewoe als leden, een tweeden panewoe als djeksä
en den plaatselijken priester als adviseerend lid. De vonnissen
dezer lagere rechtbanken moeten in den regel, alvorens voor
executie vatbaar te zijn, ter goedkeuring en bekrachtiging aan
de Pradata ter hoofdplaats worden opgezonden, die thans door
den naam van Pradata Negara of Pradata gede wordt onderscheiden.
De hervormingen met betrekking tot politie en rechtswezen
door het Gouvernement in Soerakarta tot stand gebracht, omvatten
ook, gelijk in de bovenstaande mededeelingen hier en daar door-
schemert, de Mangkoe Negaran, zooals het gebied, het bestuur
en de hofhouding van prins Mangkoe Negärä genoemd worden.
Deze heeft in de Negära zijn kraton met de daarom heen liggende
verbazend talrjjke kampongs, welke te zamen met den kraton datgene
der vieronder-regentschappen van zijn gebied uitmaken, datgewoon-
hjk Zܰ »gebied ter Hoofdplaats« wordt genoemd. Hij heeft er zijn
*) Er is namelijk strijd tnsschen art. 7 der overeenkomst en de gewoonte
dat de strafzaken op eene rot gebracht en aan den Resident voorgelegd wor-
d en , die ze dan gedeeltelijk zeif, slechts in overleg met den Hoofdregent
P“ e > ®fd°e t.’ en alIeen wat hÖ daarvoor niet vatbaar acht naar de
frad a ta verwjjst. Zie de Louter, bl. 273. 3) D. I I , bl. 674,
Patih met den titel van Raden Toemenggoeng, zjjn hoofd-goe-
noeng van politie, zjjn djeksä en zjjn pangoeloe; zjjn hof is e r,
ofschoon natuurljjk op veel kleiner schaal, naar het model van
dat des Soesoehoenans ingericht; maar alles is er netter en beter
onderhouden dan bij dezen, voor wien de adat, die verbiedt
de zaken uit den ouden tijd te veränderen, de oorzaak of het
voorwendsel is van den vervallen toestand waarin vele deelen
en inrichtingen van den kraton verkeeren. Buiten da Negärä be-
hooren aan Prins Mangkoe Negara eenige door alle deelen van
het rijk verspreide en alleen in het zuiden en zuidoosten daarvan
een meer aaneengeschakeld gebied vormende landen, welke in
de drie onder-regentschappen: Karang Anjar, Wänägari en
Batoe Retnä verdeeld zijn. Deze landen zijn, zooals wij gezien
hebben, naar hunne ligging ingedeeld bjj de verschillende assistent-
residents afdeelingen waarin het Gouvernement voor eenige jaren
de Soerakartasche landen verdeeld heeft; de vierde dezer afdeelingen,
Wänägiri, bestaat echter voor het grootste gedeelte uit
Mangkoe-negarasch gebied.
Omtrent politie en rechtsbedeeling op de Mangkoe-negarasche
landen zijn door de Indische Regeering in Febr. 1818 en Sept.
1874 bepalingen vastgesteld, die den toestand, behoudens de
kleinere schaal der inrichting, geheel met dien in des Soesoehoenans
gebied in overeenstemming hebben gebracht *J. Hij heeft
dezelfde bevoegdheid als de Soesoehoenan om, bjj geschillen tus-
schen de Sentänä’s of waarin zij betrokken zijn, zelf, in overleg
met eenige prinsen van zjjn huis, en alleen in zeer belangrjjke
gevallen met raadpleging van den Resident, te beslissen ; hjj heeft
een Soerambi, voorgezeten door zjjn Pangoeloe, met door hem be-
noemde priesters als leden en met dezelfde rechtsbevoegdheid als die
des Soesoehoenans; hjj heeft eene Pradata ter hoofdplaats, met
zijn Patih als voorzitter, zes door hem benoemde hoofden als
leden, zijn Djeksä als fiskaal, zjjn Pangoeloe als adviseerend
lid, en rechtsprekende volgens de Javaansche Anggers; hjj heeft
in zjjn gebied buiten de Negärä ambtenaren voor de politie onder
de namen van Hoofd-goenoengs en Goenoengs, en hjj heeft ook