
steen gebouwde en door tuinen omgeven woningen der Europeanen
liggen. De beste huizen staan vooral rondom het groote pleinin
het midden der plaats, waaraan ook het door den adsistent-resi-
dent bewoonde, bijzonder fraaie Gouvernementshuis ligt, uit welks
achtergalerjj men een verrukkelijk gezicbt op den Merbaboe
geniet. Het fort, dat nabij dit Gouvernementshuis gelegen en met
vier bastions voorzien was, werdomtreeks 1848 gesiecht, en men
legde toen het garnizoen in een ruime vierkante vlakte ten zui-
den van de plaats, het „kampement“ geheeten, waar nieuwe
kazernes en officierswoningen van steen werden gebouwd. Te
Salatiga liggen de staf en het depot-eskadron van het eenig
regiment kavallerie dat tot bet Nederlansch-Indische leger be-
hoort, waardoor veel levendigheid in dit plaatsje gebracht wordt.
E r is een klein , maar voor de behoeften der plaats voldoend
logement. Bleeker schatte in 1840 de bevolking op 200 Europeanen,
400 Chineezen, 40 Arabieren en Mooren, en 2163 Javanen,
welke laatsten kampongs bewoonden die de Europeesche wijk vooral
aan de noordzijde omringden. De naamlijst der Europeesche be-
woners van Ned. Ind. voor 1880 geeft voor Salatiga 134 namen,
waaruit men veilig tot eene Europeesche bevolking van 400 ä
500 zielen, buiten bet garnizoen, besluiten kan, terwijl er alle
reden is om te gelooven, dat ook de overige bestanddeelen der
bevolking minstens in dezelfde evenredigheid zijn toegenomen.
De afstand van Salatiga naar de Soerakartasche grens bedraagt
längs den grooten weg, die in de richting van zuid ten oosten
loopt, 13 £ paal. Op 7^ paal van Salatiga ligt daaraan de districts-
hoofdplaats Tengaran, en het gedeelte van den weg ten zuiden
van die plaats voert, ten gevolge van het zonderling dooreenliggen
van Samarangsch en Soerakartasch grondgebied, gedeeltelijk nog
weder over het gebied van den Soesoehoenan, en wel over het
land Ampel, dat tot de aan Europeanen afgestane huurlanden
behoort en ten deele als een park is aangelegd. De weg gaat over
de oostelijke helling van den Merbaboe en zijn tweelingbroeder
den Merapi. Deze laatste, dien men te Salatiga zieh reeds in het
zuiden achter den Merbaboe kan zien verhelfen, treedt meer en meer
duidelijk te voorscbijn, naarmate men zuidwaarts vordert. Overigens
levert deze weg niet veel opmerkelijks; doch bij Tingkir, twee
palen ten zuiden van Salatiga, zondert zieh aan de linkerhand een
ruim twee palen lange en vrij hobbelige dwarsweg af naar Ploembon,
mede eene Soerakartasche enclave, en medeaan eenEuropeeschen
landheer verhuurd. Dit land is bijna geheel aan de koffiecultuur
dienstbaar gemaakt en ook de weg derwaarts is grootendeels
door koffieaanplantingen bezoomd. Yan genoemden dwarsweg gaat,
op i paal afstands van Tingkir, een voetpad zuidwaarts naar de
desa Ngadiproewä, in welker nabijheid de badplaats Sintjäjä ligt,
die bij de Javanen beroemd is om de kracht die er aan wordt toe-
gekend, om de daarin badende vrouwen vruchtbaar te maken.
Yele mijner lezers zullen zieh herinneren, dat men niet verder
behoeft te gaan dan de Sauveniere te Spa, om in Europa sporen van
dergelijk bjjgeloof te vinden, en zullen zieh dus niet verwonderen,
dat het bad Sintjätjä vooral door hooggeboren Javaansche vrouwen
die naar kinderen verlangen, bezocht w ordt'). Er zijn hier een
groot Vierkant bekken en onderscheidene kleinere, waarvan de
bodem uit trachiet-conglomeraat en vulkanisch puin bestaat. De
meeste zijn bevat binnen een muurtje van opeengestapelde, Vierkante
, door geen cement verbonden trachietsteenen. Het kristal-
helder water is heerlijk om te drinken en voedt een groot aantal
barbeelen en zoetwatermollusken van het geslacht Melania. Het
overtollige water wordt door onderscheiden beekjes naar de in de
nabijheid ruischende Kali Sintjäjä afgevoerd, en een riike vegetatie
van boomen en Btruiken siert de bevallige piek. Men zegt dat
hier vroeger beeiden gestaan hebben, doch sedert lang is daarvan
niets meer te vinden, behalve dat men soms metalen beeldjes,
zoo het schijnt tot den Boeddha-dienst in betrekking staande,
in de nabijheid der bekkens heeft opgedolven 2).
Yan dezen uitstap naar het zuiden te Salatiga teruggekeerd, gaan
wij den grooten weg naar Samarang in noordwestelijke richting
op tot aan het Station Toentang, dat 9.9 kilometers verder ligt
>) Domis en Buddingh in de op blz. 521, noot 1, aangehaalde plaätsen
verbalen hetzelfde van bet bad Kali Taman te Salatiga; doch daar schijnt
dit meer tot een vroeger tijdvak te behooren.
3) Bleeker in T. v. K. I. 1850. I. 310.