
bereikt tusschen deze rotsen eene hoogte van 800 meters boven
den zeespiegel en daalt daarna zigzagsgewijze naar de vlakte af.
Radja Mandala ligt op nog , slechts twee palen afstands van
het diepe en breede ravijn waardoor de Tji Taroem vloeit. De
prächtig met bosch begroeide oevers verhefFen zieh tot 80 meters
boven het water, waarin een sterke pont, door een vloer van
bamboe op vier aaneen gebonden prauwen rüstende gevormd,
gereed ligt om den zwaren reiswagen te ontvangen, die, voor-
zichtig naar beneden gelaten, het vaartuig onder zijn gewicht
doet buigen en kraken. Langs een dun, maar sterk rotantouw
wordt de pont, in weerwil van den woedenden stroom, veilig
naar de overzijde getrokken.
Na de Tji Taroem te zijn overgestoken hebbep wij thans nog
8 palen over een zwak golvenden, grootendeels met alang-alang
en glagah bedekten bodem af te leggen, om de districtsplaats
Tji Hea, ook Tji Sokan wetan genoemd, te bereiken. Kort na
den overgang der Tji Taroem snijdt de weg de rivier Tji Hea,
die zieh een weinig lager met eerstgenoemde vereenigt. De Tji
Hea doorstroomt het geheele naar haar genoemde district van
het zuiden naar het noorden, vormt niet ver van haren oorsprong
den waterval van Batoe Arahan en is bekend door de deugdzame
slijpsteenen die bij hare bronnen en boventakjes worden verza-
meld Het dorp Tji Hea ligt aan den rechteroever der Tji Sokan,
die hier de grensscheiding tusschen de regentschappen Bandong
en Tji Andjoer uitmaakt. De Tji Sokan stroomt door een soort-
gelijke kloof als die der Tji Taroem, maar omstreeks 30 meters
minder diep. De kloof heeft van boven wel 130 meters breedte,
maar de in haren diepsten grond stroomende rivier kän op niet
meer dan 16 ä 17 meters breedte geschat worden en is overspannen
door een overdekte Amerikaansche brug. De paarden worden
afgespannen, rotantouwen worden aan de wagenassen bevestigd
en, terwijl men die beurtelings om een der längs de helling ge-
plaatste palen slaat, laten een twaalftal koeli’s het rijtuig lang-
zaam naar beneden, waarna zij het over de brug trekken, aan
>) De Wilde, Preanger Regentsch. 187.
welker overzijde de karbouwen gereed staan, om het voetje
voor voetje weder tegen de hoogte op te sleepen. Men betreedt nu,
bij het dorpje Tji Sokan koelon, de vruchtbare vlakte van Maleber,
die zieh, zacht hellend van het westen naar het oosten, over
den voet van den Gedö uitbreidt. Terwijl het oog met welgeval-
len rust op de kampongs onder vruchtboomen en bamboestoelen
verscholen, de welige rijstvelden die ze omgeven, en de trotsche
lijnen der blauwe bergen op den achtergrond, bereikt men,
na 4 palen sedert den overgang van de Tji Sokan te hebben
afgelegd, het reeds genoemde Soeka Mantri. Bij deze plaats gaat
een vrij breede binnen weg, die de noordoostelijke districten van
Tji Andjoer, t. w. Tji Blagoeng en Tji Kalong, doorsnijdt,
längs hunne gelijknamige hoofdplaatsen naar het door zijne
koffiepakhuizen bekende Paroeng Koleng aan de Tji Taroem ').
Deze rivier maakt hier de grensscheiding tusschen het district
Tji Kalong en de Bandongsche districten Badja Mandala en
Ganda Soeli. Het dorp Tji Kalong ligt aan de rivier Tji Koen-
doel, die, op den Gede ontspringende, een diep dal in oost-
waartsche richting door het geheele district Tji Kalong heeft
gegroefd, en in de Tji Taroem valt ongeveer in het midden tusschen
het punt waar zij zieh met de Tji Sokan vereenigt, en
dat waar zij, op de plaats harer plotselinge wending om den
berg Tjantajan heen, de uit het oosten körnende Tji Somang
opneemt s). De districten Tji Kalong en Tji Blagoeng zijn
bedekt door de zuidelijke hellingen en uitloopers van het Cen-
traa.l-gebergte, dat zieh hier eerst, op de grenzen van Tji
Andjoer met Buitenzorg, in een lagere bergreeks voortzet, maar
op het punt waar' de Krawangsche grens de Buitenzorgsche
vervangt, in den Dendeng-Hari weder tot een aanzienlijke hoogte
opstijgt 3). "Vier palen verder dan Soeka Mantri rijdt men het
vriendelijke Tji Andjoer binnen 4).
‘) Buddingh R. O. I. I. 85. a) Zie Dl. I , bl. 81.
3) Zie Dl. I , bl. 75, en Dl. I I I , bl. 150.
4) De weg van Bandong naar Tji Andjoer is oneindige malen beschreven.
Als voorbeelden oiteer ik: van Hoevell, Reis, I. 35 w .; Buddingh, Red. O.
I. I. 88 w . ; Croockewit in Gids voor 1866, I I I , 300 v ; van Rijokevorsel,
Brieven 317 vv. ; Heynon, Drie bergvlakten op Java (overdruk uit het