
afstand van Dedel tot Mangoen Redjo bedraag slechts 9 palen,
en de tegenover elkander liggende hoofddorpen Mangoen Redjo
en Singaparna, tusschen welke een veer over de Tji Woelan
de gemeenschap onderhoudt, zijn slechts drie palen van elkander
verwijderd. De weg van Dedel naar Tji Balong daarentegen is
17 palen lang, en loopt door het district Salatjaoe over zjjne
gelijknamige pakemitan. Die weg is geweldig hobbelig en voert
door een kale, doodsche streek, uit .eindelooze reeksen van
onbewoonde en onbebouwde berg- en heuvelruggen gevormd,
met roodkleurigen bodem en vol reusachtige steenbrokken, die
soms dreigend over het pad heenhangen. Salatjaoe zelf ligt
echter in eene uitgestrekte sawafy-vlakte, en vandaar tot Tji
Balong, een afstand van vier palen, is de landstreek vriende-
lijker, meer bebouwd en meer bewoond. Bij Tji Balong ver-
eenigt zieh de Tji Longgan, het voornaamste der talrijke
riviertjes die men op den weg doorwaden moet, met de op
kleinen afstand voorbij stroomende Tji Woelan. Yan Tji Balong
hebben wij nu nog vier palen längs die verbazend snel stroomende
en bij hoog water gevaarlijke rivier af te leggen, en haar
met een eretan (een soort van pont) over te steken; om bij
Tji Kalong, de pakemitan van Mandala, den strandweg weder
te bereiken.
Wij keeren thans in gedachten terng tot het punt waar wij
dien strandweg verlieten. Wij trekken de Tji Kandang over en
bereiken, na acht palen längs het strand te hebben afgelegd,
het dorp Tji Erih. Het ligt vlak aan zee, in een eentonig
grasland, en geen enkele boom of struik beschaduwt de bamboehutten
der geringe bevolking. De pasanggrahan, een kleine,
op den vlakken grond gebouwde loods, biedt een ruim en schoon
uitzicht op den nabjjzijnden Oceaan. Yan Tji Erih naar Pamengpek
is daarentegen de weg zeer vriendelijk en loopt door eene
opvolging van sawahs, waartusschen kleine kampongs bevallig
verspreid liggen. Nu krijgen wij allengs het gezicht op den ver
in zee vooruitstekenden hoek van Tji Laoeteren, en na het
riviertje van denzelfden naam te zijn overgestoken, rüsten wij
weihaast uit in den pasanggrahan van Pamengpek, gelegen aan
de aloen-aloen, die met een weelderig groenen wariengien prijkt-
Pamengpek is gelegen in een schoone, vruchtbare, slechts
weinig golvende vlakte, die, zoover het oog re ik t, met sawahs
en kampongs bedekt is en u het plateau van Bandong voor
den geest terugroept. Yroeger de hoofdplaats van Negara, heeft
Pamengpek die waardigheid in het belang der koffiecultuur aan
Tji Kadjang moeten afstaan. De afstand tusschen beide plaatsen
bedraagt niet minder dan 37 palen, en toch is Pamengpek, waar
de padi in 4 iS. 4 | maand rijp is, de voorraadschuur van het
koude en nevelige Tji Kadjang, waar men zegt dat ze om te
rijpen volle 12 maanden behoeft.
Yan Pamengpek tot aan de Tji Kaengan, de grensrivier
tusschen Negara en Karang, biedt de weg eigenaardige
schoonheden aan. Hij slingert zieh nu eens längs het vreedzame
strand, dat uit goudgeel zand bestaat en waar de voeten vaak
door het kristalhelder water van den Oceaan genet worden)
terwijl men op een afstand de branding hoort loeien; dam
weer door het prächtigste woud, waarin tal van reusachtige
njamploengs -) hunne donkere schaduwen spreiden. Alvorens
de Tji Kaengan te kunnen overgaan, wordt de reiziger door het
steile voorgebergte dat hier in zee uitsteekt, tot een zeer be-
zwaarlijken omweg dieper landwaarts gedwongen, die hem
echter beloont met eenige heerlijke blikken op de zieh in het
zonlicht badende zee. De Tji Kaengan zelve is een nader onder-
zoek van haar bed overwaardig. Zij baant zieh eenige palen
hoogerop hären weg door de rotskloof Tjoekang Batoe, waar
het dal aan de westzijde begrensd wordt door den berg wand
Boeroeng Agoeng, die door diepe spleten in eenige hoogst
schilderachtige, vier-, vijf- en zeshoekige, ter hoogte van torens
opstijgende, honderden voeten dikke en door dwarsche reten
in geledingen gescheiden pilaren verdeeld wordt, die uit eene
soort van porfier bestaan en wier vlakke schedel door prächtig
woudgeboomte wordt overschaduwd. Beneden het dorp Garoeng,
dat op een vlakken voorsprong van dezen wand, een weinig
') Calophyllum Inophyttum. Zie Dl. I , bl. 131.