
Deze drukte en pret duurt den ganschen dag, maar maakt
na zonsondergang plaats voor een tooneel dat aan een pandemonium
doet denken. Bij ontstoken fakkels en het slaan op bekkens en
trommen, vertoonen de ronggengs, onder het uitkrij sehen harer
liedjes, de leden-martelende lichaamsverwringingen, die op Java
den naam van dansen dragen1); reizende kermistroepen verma-
ken de aansehouwers door onbegrijpelijke goooheltoeren en de
snakerijen der topeng babakans); de opiumkitten 3) en speelhuizen
spreiden overal hunne verderfelijke verlokkingen ten toon, en
ooggetuigen 4) verklären, dat hetgezicht van een troep half naakte,
in een kring op den grond gezeten en door een schel lamp- of
fakkellicht besehenen Chineezen, die in de magere vingers een
paar smerige kaarten klemmen en, met een hoop koper- of
zilvermunt vöör zieh, den loop van het spei met gloeiende blikken
bespieden, eene soort van bekoring op hen oefende, die het hun
schier onmogelijk maakte den blik af te wenden van een schouwspel,
dat hen met afgrijzen vervulde 5).
Bij Meester Cornelia zondert zieh van den grooten postweg oost-
waarts een rijweg af, die over Bekasi naar Krawang yoert. Na
het riviertje Soenter6) gekruist te hebben, bereikt men Djati
Negara en volgt dan den rechteroever van het riviertje tot de
marktplaats Poelo Gadong, waar de weg de Soenter verlaat,
om weldra de met haar bijna evenwijdig loopende Tji Akoeng
of Tjakoeng te snijden. Nu kruist hij de landen van Tjakoeng
en Oedjong Menting met gelijknamige kampongs, en zet zieh,
P Zie Dl. I , bl 481. 2) Zie Dl. I , bl. 465, 467. s) Zie Dl. I, bl. 619.
4) Reise der Novara. 194. Andere beschrijvingen van een Bataviaschen
pasar kan men vinden bij Olivier, Land- en Zeetochten in N. I ., I. 46;
Greiner, Over Landen Zee. 101; Lavollee, Voyage en Chine. 447; Steen
Bille, Eeise der Galathea, I. 379.
6) De Chineeaehe speelhuizen worden toptafels of topbanen genoemd, van
welk woord het eerste lid gevormd schijnt van het Chineeaehe to e -p o ,
to -p o k o f t o - p h o , kansapellen speien. Het recht om toptafels te houden
wordt door de Regeering verpacht (vgl. de noot op bl. 24). Gewoonlijk geeft
men in Indie den naam to -p h o aan het Chineeaehe kaartspel, terwijl men
aan het dobbelspel dien van p h o en aan een derde spei, waarbij tinnen
duiten of boonen in kopjes geteldof geworpen worden, dien van tafuitoekent.
6) Dit is volgens Edeling, H. T. v. N. I. XXXI. 288, de juiste schrijfwijze van
den naam die gewoonlijk Sontar wordt geschreven, zooals ook geschied is D. I. 76.
zuidoostwaarts ombuigende, lange Pondok Oengoe en Kandong
voort tot aan de Tji Lingsi of rivier van Bekasi, aan welker andere
zijde Bekasi, vroeger de hoofdplaats van het Oosterkwartier,
is gelegen. Bekasi is nog een plaats van eenige beteekenis,
heeft een landraad, ofschoon anders zulk eene rechtbank slechts
in de afdeelingshoofdplaatsen gevonden wordt, een gevangenis
en een in 1752 ingestelde pasar. In April 1869 had hier eene
ernstige rustverstoring plaats, die groote vrees verwekte voor
stoornis der ophanden feestviering bij gelegenheid van Batavia’s
250jarig bestaan, maar gelukkig geen belangrijke gevolgen had.
Bijzondere merkwaardigheden levert Bekasi niet op, evenmin
als de verdere weg van daar over Nagrog, Tji Bidong, Oeloe,
Tji Tarik enz. naar de Tji Taroem, die de grensseheiding tusschen
de residenten Batavia en Krawang uitmaakt.
Het land waardoor deze wegloopt, is laag, vlaken moerassig,
doorsneden van ontelbare kleine rivieren, die een moeilijk te
ontwarren waternet vormen, vooral ook omdat zij door zijtakjes
en troesans gedurig met elkander gemeenschap hebben. Eerst veree-
nigen zieh de vooraf samengevloeide wateren van de Kalibaroe en de
Soenter met het riviertje Tji Loewar of Antjol, dat door de Antjolsche
vaart met Oud-Batavia verbonden is. Bij de uitwatering dier vaart
in het riviertje, waar reeds ten tijde der Compagnie een versterking
was gebouwd, ligt nog heden een fort, dat met de batterjj aan den
mond der Antjol (Moeara Antjol), een weinig ten westen van
Tandjong Priok, tot beseherming van Batavia tegen een aanval van
deze zijde bestemd is. De woningen van Chineezen en inlanders,
zoowel die bij het fort als bij den riviermond, worden nog tot
de hoofdstad gerekend en vormen eene harer wijken. Maar de
Europeanen hebben sedert lang deze streek verlaten1), die wegens
de uitwasemingen der moerassen van den met rhizophoren bedekten
modderbodem voor het ongezondste gedeelte van geheel Batavia
gehouden wordt. Niets kan duidelijker toonen welke verande-
ringen in den loop der tijden de kustzoom längs de bocht van
Batavia heeft ondergaan, dan de vergelijking van den tegenwoor-
digen toestand dezer streek met de oude beschrijvingen van
*) Zie reeds v. d. Boach, N. 0. I. bezittingen, I I , 14