
voornamelijk Chineezen; het zjjn echte Javanen, die hier, te
midden van het eeuwig geklop en gehamer, de van vaartuigen
en zwemmers wemelende rivier, de door karren en voetgangers
half verstopte straten, de met rookpluimen getooide schoor-
steenen en het de lucht verduisterende stof, — in den woord
van eene menigte geheel on-Javaansche zaken, — ook hun
nationaal karakter schijnen te verloochenen.
Wij verlaten thans de oude metropole, om een bezoek te
brengen aan hare bekoorlijke dochter, de nieuwe stad, die zieh
ten zuiden van haar uitbreidt. Hier vinden wij rust en kalmte,
heldere, onbesmette lucht en lommerrijk geboomte. De nieuwe stad
beslaat veel grooter oppervlakte dan de oude, en wordt door breede,
met tamarinden en waringins beplante wegen doorsneden, waar-
achter zieh hier en daar verstrooide groepen van kokos- en
arenpalmen toonen, terwijl de boschjes waarin de inlandsche
kampongs verscholen liggen, zieh in de verte als groene eilanden
voordoen. Längs de wegen verrijzen in steeds toenemend aantal
de villa’s der hoogere ambtenaren en rijke Europeesche kooplieden
en industrieelen, met huizen wier witte muren en ranke pijlers, door
bloemperken omstuwd, overal door het geboomte gluren. Dit is
vooral het geval längs den postweg naar Sidäardjä, die tot op
een paar palen afstands van de vestingwerken tevens de weg is
naar -Bimpang, de voornaamste wijk der nieuwe stad, waarin
de eenige belangrijke publieke gebouwen die zij bevat, het Residentiehuis,
het nieuwe Clubgebouw en het Militaire Hospitaal,
gelegen zijn. In de overige wijken van nieuw-Soerabaja verdienen
onder de gebouwen slechts de Vrijmetselaarsloge en onder de
pleinen de reeds genoemde aan de vestingwerken palende groote
aloen-aloen vermelding, terwijl, als men dit plein voorbij is, het oog
alras getrokken wordt door een menigte inlandsche en chineesche
winkels en warongs, die in een kleine buurt zijn bijeengebouwd.
Bimpang ligt links van den postweg, tusschen dezen en de
Kali Mas. "Wanneer men deze scljoone voorstad nadert, bevindt
men zieh, eer men het vermoedt, in een voor weinige jaren (om-
streeks 1860) door ingezetenen van Soerabaja op eigen kosten
aangelegd park, dat het duidelijk bewijs levert, hoe weinig het
„serit arbores quae alteri saeculo prosint“ op Java to epas seljjk
is. Tusschen bloembedden met hibiscus- en nepenthes-soorten
beplant en boschjes van cicadeeën en waaierpalmen, slingeren
zieh bekoorlijke wandelpaden, die naar dicht belommerde rust-
plaatsen voeren. H i e r zijn op dehoeken waar de padenelkander
snijden, oude Javaansche beeiden geplaatst, uit de ruünen van
Mâdjâpahit afkomstig; elders trekken vijvers met vroolijk spartelende
visschen, en volières met fraai gevederde vogels, of hangende
mandjes met geurige orchideeën, het oog des bezoekers.
Ten laatste openen zieh de boschjes en laten een ruime plaats
vrij, waarop men een prächtig gebouw ziet verrijzen. Het is
het beroemde residentiehuis te Bimpang, het voormalig hôtel van
den Gezaghebber van Java’s Oosthoek, op eenigszins rijzenden
bodem 15 meters boven het zeevlak gelegen, door donker-ge-
welfd geboomte overschaduwd, aan de achterzijde door den breeden,
statigen stroom der Kali Mas besproeid, en vooral naar het zuid-
westen een prächtig vergezicht biedende, dat door de hooge
toppen van het Ardjoenâ-gebergte begrensd wordt.
Op het plein vöör het residentiehuis staat het belangrijkste der
steenen beeiden, die voorlang uit de ruünen van Mâdjâpahit hierheen
zijn overgebracht. Het wordt door de inlanders Djâkâ Dölöggenaamd
en is zeer smakeloos beschilderd. Met de beenen kruiselings onder
het lijf geslagen en een zonnescherm boven het hoofd, zit het op een
troon, door mede uit steen gehouwen draken omgeven. Eenige kleinere
beeiden en twee steenen met onleesbare opschriften staan er
om heen. Yroeger stond dit beeid bij de Javanen in hooge e er,
omdat men geloofde dat onvruchtbare vrouwen die hier offerden,
verhooring vonden van hare bede om kroost. Men vond het
toen vaak met bloemen behängen en met parëm *) besmeerd.
Maar men zegt dat de teleurstelling door sommige vrouwen onder-
vonden, het beeid sedert vele jaren in disorediet heeft gebracht,
schoon andere berichten nog altijd van eerbiedige vereering
blijven gewagen.
Een weinig ten zuidoosten van het residentiehuis ligt, mede
aan de Kali Mas, een ander indrukwekkend gebouw, het Groote
') Een aromatisoh smeersel, uit verschillende kruiden bereid.