
keert ook hij in de laatste periode zijner werkzaamheid en
schijnt hij het afsterven nabij ‘).
De Soendaneezen, altijd droomende van de heerlijkheid van het
oude Padjadjaran, waarvan de voorstellingen van de meest teugel-
looze verbeelding getuigen, beschouwen het Gede-gebergte als de
puinhoopen van een paleis, dat Praboe Wangi, de zoon van Tjioeng
Wanara, den stichter des Padjadjaranschen rijks, hier zou hebben
opgericht. De Gede zelf was het paleis, de zuidelijke kraterrand de
paseban, de Pangerango de moskee, terwijl de overige toppen de
woningen der vrouwen en der hofbedienden vertegenwoordigen 2).
Niet minder dan vijf der Tji-andjoersehe districten strekken
zieh uit over de uitgestrekte zuiderhelling van den mächtigen
Gede, in den vorm van naar boven spits toeloopende en schier
in een punt te zamen körnende, naar onder wijd uiteenloopende
strooken. Die districten zijn, van het oosten naar het westen,
Bajabang met de hoofdplaats Mangoen Kerta, Pesser met de hoofd-
plaats Kaliki, Goenoeng Parang met de hoofdplaats Soekaboemi,
Tji Mahi met de hoofdplaats Tji Saat en in het zuiden hetdorp
Tji Kembar, vroeger de hoofdplaats van een afzonderlijk district,
en Tji Heulang met de hoofdplaats Karang tengah. Het kleine
district Tji Andjoer, dat alleen de negerie van dien naam en
hären onmiddellijken omtrek bevat, wordt omsloten door het
reeds vermelde district Maleber, welks gelijknamige hoofdplaats
ten zuiden van den postweg en 2 palen ten zuidoosten van Tji
Andjoer ligt. De districten Goenoeng Parang, Tji Mahi en Tji
Heulang behooren reeds tot de assistent-residentie Soekaboemi,
de tweede der beide groote afdeelingen waarin het regentschap
*) Vgl. v. Iiochstetter in Keise der Novara, II. 163. Ook Wallace bezocht
den Gede-krater (Insulinde, I. 190), en evenzoo de beer Croockewit (Gids,
t. a. p., bl. 326). Mijn topographische schets van den berg berust vooral op
Junghuhn’s beschrijving (Java, I I , bl. 25—30 der 2de uitgave), en op zijne
graphische voorstellingen, vooral die op een karton zijner groote kaart van
Java. Wat S. Müller in Verh. o. d. Hat. Gescb, d, H. (). I. H., Afd. Land- eil
Y k , bl. 450 en 452, over den Gede en den Pangerango zegt, is van weinig
beteekenis en heeft alleen waarde om de bijgevoegde platen (LXII—LXIX,
LXXII en LXXIII) en de opgave der oudere literatuur.
2) Oosterling, I. 396.
Tji Andjoer verdeeld is. Diezelfde districten, te zamen met het
westwaarts aan Tji Heulang grenzende Tji Tjoeroeg, vormden
eenmaal het uitgestrekte landgoed Soekaboemi, welks geschiede-
nis ik in het tweede deel van dit werk verhaald heb *). Goenoeng
Parang en Tji Heulang worden ten zuiden begrensd door de
Tji Mandiri, aan welker anderen oever het zuidelijke Kendeng-
gebergte omhoog rijst 2). Even als in het vroeger vermelde Tji-
andjoersche district Tji Poetri, zijn ook' in de Soekaboemische
districten Tji Mahi, Tji Heulang en Tji Tjoeroeg een aantal
perceelen aan particulieren in huur of erfpacht afgestaan, voor-
namelijk, zooals uit de hooge ligging reeds is op te maken, voor
de cultuur van koffie en thee bestemd. In 1877 leverden de
huurlanden Sinagar en Tji Eohani, beide groot 300 bouws,
en beide tot Tji Heulang behoorende en door den heer A. Holle
geexploiteerd, ieder 175,000 kilo’s thee; terwijl het huurland
Parakan Salak in Tji Tjoeroeg, groot 291 bouws, behoorende
aan den heer A, W. Holle, 199,000 kilo’s thee opbracht3). Daar-
nevens bestaat in deze schoone districten ook eene uitgebreide
Gouvernements koffiecultuur.
Yan Tji Andjoer gaat een zijtak van den postweg naar Soe-
kaboetni, een afstand van 19 palen. De weg voert over golvend
terrein en met vele kronkelingen door een schoone bergstreek
en biedt overal het gezicht op den stompen kegel van den Gede,
tot aan zijn top met donkere wouden bedekt. Na Tji Andjoer
verlaten te hebben, snijdt men een hoekje van het district Tji
Kondang, dat over zijne geheele lengte door de Tji Sokan van
de Bandongsche districten Tji Hea en Bongga wordt geschei-
den, en ten noorden door Maleber, ten westen door Bajabang
en een stuk van, Djampang tengah en ten zuiden door Djam-
pang wetan hegrensd wordt.. Op drie palen afstands van Tji
Andjoer zondert zieh van den grooten weg een goede, zeven
palen lange rijweg af naar Tji Beber, de hoofdplaats van Tji
Kondang en aan de rivier Tji Kondang, een zijtak der Tji Sokan,
‘) Blz. 630. 3) D. I , bl. 77.
3) Koloniaal Verslag 1878, Bijl. W.W.