p i NEEF. NEEF,
■
.tervolgens twee foorten van leeven-genieten
, die zeer tegénftrydig tegens elkanderen
fchynen : zy worden vifichen gebooren , en
eindigen hun leeven in den Haat van bewoon-
ders der lucht. Van de maand Me y , tot aan
het begin van de winter , krielt het ftilftaan-
de water'der moeraflen , en het geen men in
de bakken laat verderven , van Kleine wormen
, die , gelyk het grootfte gedeelte der
infeéten, drie gedaan £g-verwiffelingen ondergaan
moeten. De wormen zyn gemakkelyk
in het water te onderfcheiden , om dat men
hen byna altoos met hun achterfte gedeelte
aan de oppervlakte van het water, met de'
kop naar beneden opgehangen ziet. Uit het
achterfte gedeelte van deze wormen , kpomt
aan de eene zyde een foort van kleine buis,
ofpy.p voort, die zich aan haar einde, trech-
terswys uitbreid; die is het werktuig van hun
ademhaling: aan de andere zyde van hun ach-
terfie gedeelte^ zyn vier vinnen geplaatft.
Zoo ras men het water beroert, zoo ziet men
deze wormen zich , door behulp van deze
vinnen , met veel fnelhek naar de grond be-
geeven ; maar een oogenblik hier n a , ziet
.men hen weder naar de oppervlakte keeren,
om dat het werktuig van hunne ademhaling
niet gefchikt is , gelyk de kieuwen der vis-
fchen, om de lucht van het water af te fchei-
den, dit noodzaakt hen naar de oppervlakte
te rug te keeren om adem te halen. Deze
wormen zyn langwerpig : hun kop is met
haakjes gewapent, die in een geftadige be-
weeging zyn, en die hen dienen om onmerkbare
infeéten te vangen, kleine vezeltjes van
planten , en korreltjes aarde aan te grypen,
met welke zy zich voeden. Deze infeéten
blyyen dus , omtrent veertien dagen o f drie
weeken in den (laat van worm, naar mate dat
Jiet jaargetyde meer o f min warm is , en zy
veranderen geduurende deze tyd , drie malen
van huit.
Ten einde van deze tyd, veranderen deze
Wormen in Popjes, die de Neeveti zelfs zyn,
maar zy zyn in een zeer fyn vlies befloten, *t
geen-gefchikt is om alle de leden van het in-
feéfc te befchutten , die onder dit bekleedzel
gevormt worden , en flerkte verkrygen; zy
blyven ’eragt o f tien dagen in. Geduurende
deze tyd gebruikt het Dier geen voedzel, ’t
geen het iyede niet nodig heeft; de werktuigen
der ademhaling zyn van plaats en gedaante
verandert; het ademt door een foort van
twee hoorntjes , die naby het hooft geplaatft
zyn, maar die, wanneer het tot dedtaat van
vHêgent infeél overgegaan is 9 -in lidtekens
veranderen. Het onthoud zich , gelyk de
Worm, omtrent de oppervlakte van het wa*
ter, om te koflnen ademen; maar in een. om-
gekrulde Haat. Op de mihfte beweging ,
daalt het in het water neder met zich te ontwinden
, en door behulp van de vinnen , die
..aan deszelfs achterfte gedeelte geplaatft zyn.
De vlugheit en de wyze van zich te bewee-
gen van deze infeéten , is een zeldzaaam
Ichouwfpel;
Geduurende de warme zomer-dagen , kan
men zeer gemakkelyk de Popjes tot den ftaat
van Neeven in een bak met water, zien overgaan.
Het Popje ontwind zich; het. heft een
gedeelte van zyn lichaam uit het water op;
het zet zich uit-, eri 4°fit zyn omkleedzel ipp
deze plaats van een fcheuren. Men ziet de
. kop van den, Neef uit het water voortkob-
men; het infeét gaat verder uit zyn pmkleed-
'zel; en het geene het eenige oogenblikken te
vboren tot een rok verftrelcten, verandert van
gebruik, en dient het thans tot een vaartuig:
het word door de wind:omgevoerthet in-
feét verftrekt zelfs tor een zeil en. maft, op dit
fchip. Het is alsdan in een ge vaar!yk tydftips
wanneer het maar een weinig waait, zoo
koomt ’er water in het vaartuig-, waar door
het zinkt, en het infeét verdrinkt. . Op dagen
op welke de wind met ge weld blaaft, zoo
ziet men onder de Neeven -een verfchrikke-
lyk afbeeldzel van de uitwerking der.'ftor-
men; want deze infeéten , die een.oogenblik
te vooren zouden omgekomen'zyn, zoo men
hen geduürende eene- vry geringe tyd buiten
het water gehouden had^ hebben alsdan niets
zoo zeer te duchten.
De Neeven hebben zoo ras geen vleugelen
verkregen , o f zy zoeken hun voedsel in he,t
bloed der dieren , en mede zqo als men vermoed
, geduurende' den dag , in het fap der
planten, op welke zy zich zetten. De paring
van deze infeéten , aan welke men geen
redenen om te-twyffelen heeft, is;de Heer
de Reaumur, en‘ de vernuftigfte Waarnemers
pntfnapt. Men moet zich hie^ovér niet verwonderen
, vermits dit , volgens de vyaarnee-
mingen van den Heer Godhett^ die men in het
•derde deel van de bui,CGnlandfch,e. Memorien
der Akademie van Parys. vind , -dit in .de
lucht gefchied onder het vliegen; en men was
niet bedagt geweeft. om haar daar te zoeken.
Mogel-yk zyn- deze infeéten de eenigfte niet
die in de:lucht paren ; maar het is zeker 4 at
zy ’er in paren , en dat deze h o p fd fto fzo o
N E E T . NEGER. NEGERVISCH. NEP T :
■ #el als de aarde en het water , een gedeelte
fan het ryk der liefde is.
■ Men Oiiderfcheid de mannetjes Neeven gemakkelyk
van.de Wyfjes , het mannetje is
veel' fcheutiger, èn het heeft aan het achterfte
gedeelte twee haakjes, die het, gelyk veel
andere infeften dienen , om het wyfje vaft
te houden : het laatfte heeft ’ er geen.; maar
in deszelfs plaats heeft zy twee kommetjes,,
die. haar dienen'om de ëijéren in'de legtyd te
fchikken. Het mannetje doet zich noch door
de'fchoonheit vaft de- pluimmaadje van zyne
fprieten-, onderfeheiden,.
Wyze van eijerlegging van de wyfjes Nee-
ven.
Wanneer het wyfje-bevrucht is , zoo lècht
zy haare eijeren op het oppervlak van het
water, om dat de wormpjes die ’er uit voört-
koomen moeten , zich in die hoofdftof zouden
bevinden, die hen alsdan nodig was. Hier
toe , zet zy zich op een blad- o f eenig ander
lichaam op de Oppervlakte van het water; zy
fchikt haare pöotèn kruiswys over elkanderen
en plaatft in den hoek die zy vormen,
haar eërfte ei ,, met het uiteinde Van haar aars,-
die in dit infeét, een wonderbare buigzaam-
heit heeft: zy lecht vervolgens haare andere
eijeren ,; die alle aan elkanderen kleven ; met
haare pooten van elkanderen te verwyderen-,
zoo geeft zy aan deze verzameling , van eij’e-
ren, de gedaante van een vaartuig , ’ t geen
eèü voor- en achter fteven heeft. Dit foort
van fchip dryft in evenredigheit van deszelfs
ligtheit over de Oppervlakte van het water;
' maar het vergaat zomtyds door de ftormwin-
den. Deze wyfjes leggen van twee. hondert
tot dfie hondert en vyftig eijeren , uit ieder
dezer koomt een worm ten einde van twee
Of dfie- dagen v o o r t: vermits ’ër niet meer
als een maand van het eéne tot het. andere
gedacht verloopt, zoo kan mén ’er zes o f zeven
in een jaar optellen; in diervoegen, dat.
wy door wolken van Neeven- zouden over-
ïlëlpt worden , zoo zy' de prooi der vogelen
en vooral der zwaluwen niet wrerden,'
als mede-van een-meenigte verflindende in-
fbétèn.^
* N E E T , Lens, dit is een wit en zeer
klein lichaam , ’t geen in het hair der men--
fthen en dieren:voortkoomc: het is niet anders
als het e\tje dér L u is , dat op een bé^
paaLde tyd.mckoomt, en .een -wezentlyke Luis---
word. De Neeten zyn zoo vaft aan het hair
gekleeft ; dat men ’ er dezélve niet ligtelyk
van los maken kan , men kan ze gemakkely-
ker doen fterven, door middel van een fmeer-
zel van Kwik , o f door middel van het poeder
van Luiskruid, of.het Kapueynen poeder ,
’t geen van de Cavadilla zamengeftelt word.
Het gebruik van een kam , waar van de tanden
zeer dicht, tegens elkanderen ftaan , doet
ze mede o'mkomen : weinig andere, menfehen
als kinderen, en onzinnelyke lieden zyn aan
neeten, onderhevig. Zie bet artikel L u i s.
N E G E N - O O G , &è L am pr e i .
N E G E R , deze naam geeft men aas een
ras van Menfehen in Afrika, die geheel zwart
zyn : zie op het woort M en s c l i.
Het is op de weft-kuftenvan Afrika te An--
göla-, dat de Negers aan de Europeanen, niet
alleen de Negers verkopen die zy in den kryg
tot flaven gemaakt hebben ,'maar zelfs hunne
eigen kinderen. Dikwyls levert een Negerin
haare dochter aan' een vreemdeling voor een
zeker getal Kauris ^ die tot geld in dit Land
verftrekken , van welke- zy hals- o f armban—-
den maakt om dezwartheit van haare huit des te
meer te doen affteken ; zomtyds trachten
de zoonen-, die niet minder ontaart als deze -
Negerinnen'zyn, hunne vaders te verraftchen *
en te knevelen , om hén op de markt voor
eenige fnuiiïeryen o f vleflchen brandewyn te'
verkopen. Het gezicht van een diergelyke-
markt, doet de Natuur yzen; en fchoon ee--
nige Afrikanen wreedheit genoeg bezitten r-,
om koophandel in Menfehen te dryven, hoe-
konnen echter befchaafde Europeanen, zich;
doör de goudzucht, zoo verre laten vervoeren,
om in een diergelyke verfoeijelyke-n handel,
deel te neemen?
N E G E R V I S C H , dit is een foort van i
Amerikaanfche Vifch , die geheel zwart is ? >
en de gedaante van een Zeelt heeft.
Volgens eenige Schryvers-, heeft men Ne-
gerviftchen welkers vleefch een goede fmaak-
heeftj.én zeer voedzaam is-, vooral in Ame--
rika ; en andere die tót hondert en twintig-:
ponden zwaar, en zoo vergiftig zyn , dat zy
een ieder op ftaande voet doen fterven, die--
’ër van-eet.-
N E P T U N U S - L O B . Deze naam'geeft'
men aan een foort van Madrepora die zeer-
breukig is-, zy is-zoo eel als kant bearbeidt
men*