P A U . Dit is een foort van Tartarifch
Luipaart. Zyn hult is witachtig , en me|
zwart en rood gevlakt. Zyn kop en oogen
zyn gelykvormig aan die der Tygers ; maar
hy is zoo groot niet als dit Dier ,. met welk
zyn geluid mede niet over een Hemt.
P A U S , DRIEEtaüRIGE V lN K ,^ '» -
gilla- tricolor. Catesby geeft deze naam aan
een fchoone Vogel van Carolina , die drie
kleuren beeft , en zoo groot.als een Sysje is:
zyn kop ,. en het opperde gedeelte van zyn
hals isr azuur blaauw ; de keel, borft, en buik
zyn glansryk rood, en de rug is groen;
het beneden gedeelte van den, rug , en zelfs
de Haart,, zyn donker rood; de rug is, na by
de. vleugelen , groenachtig g eel;, de pennen
der vleugelen welke naby den rug zyn, hebben
een roode kleur: de vleugelen zyn voor
het overige violet; de bóuten rood, en de
pOQten graauwachtig.
P A V A M E . Dit is een vry fchoone
Amerikaanfche Boom. Men noémt zyn hout,
Kaneel-hout, om. deszelfs uitnemende reuk.
Men wil dat dit hetzelfde als de SaJJafras is.
Zie dit woord.
P A V A T E . Men geeft deze naam aan
een Jndiaanfeh Boompje , dat omtrent negen
voeten hoog opfchiet, graauwachtig is , en
wéinig takken uitfchiet, en eenige bladeren
voortbrengt, welke naar de kleine bladeren
van den Oranje-boom gelyken. Deszelfs
bladeren hebben geen Heelen, hunne kleur is
zeer fchoon groen ; de bloemen zyn zeer
klein , w i t , en uit vier blaadjes zamen ge-
Helt, haare reuk koomt met die van de Kamperfoelie
over een; het zaad is zoo groot als
dat van den MaHik-boom, en zwartachtig ;
zyn wortel is w it, en eenigzins. bitter. Le-
mery zecht, dat deze heeHer langs de rivieren
Mangate en Cranganor groeit* De Indianen
bedienen zich van het bout en de wortelen
van den Pavate, voornamentlyk om de
roos te geneezen. Men mengt het poeder in
het af kookzel van R y f t , en laat het zuur
worden , wanneer men het pntHoken deel
met dit vocht wafcht. Men drinkt het mede
om de heete koortfen , de buikloop , en de
©ntfteekingen der lever te geneezen.
P A V E R A C C IA . De Schryver-yan
het Woordenboek van het Ryk der Dieren,
zecht, dat men thans deze naam te Rimlni,
Ravenna , en Ancona, aan het eerHe foort
vandz Gaperfcb elp, een tweefchelpige Schelp
geeft, die de Heer Adanfon\ Clonife, in navolging
van Belon en Rondelet, noemt: het
is de Piverone der Venetianen; de Arfelle der
Genuezen ; de Armilla der Spanjaarden , en
de Boukch der Bewoonders van de Senegal.
P A Y C O . Dus noemt men een Peruvi-
aanfche plant, die een zeer fcherpe fmaak
heeft , en vry wel met de Weegbree overeen
koomt: men bedient ’er zich in Amerika
van om de winden te verdryven, en het graveel
te geneezen.
P E C H E -M A R T IN . Men geeft in
Louifiana deze naam aan een foort van Pa-
radys-Vogel : zyne vederen zyn met alle de
kleuren van den regenboog .verfiert, en hy
vliegt altoos tegens den wind op. *
P E C T E N I T E S , zie M a n t e l s
( D e l f b a r e ).
P E D R O d e l P O R C O . Dit is de
Steen die men in de Galblaas van het Indi-
aanfche Stekelvarken vind , en voorai in die
van het Landfchap , Pama - Mallaca. Deze
Heen heeft veel over eenkomft met die van
hét Wilde-Varken: maar hy is veel kleinder.
De Indianen noemen hem , Maftica de Soho;
de Portugezen, Pedro de Vatfar o f Piedra de
Puerco; en de Hollanders ,* Pedro del Porco.
De Indianen bedienen ’er zich inwendig van
om zich van een ziekte te genezen, die zy
Mordoxi noémen , welke van een verhitting
der Gal ontftaat, en aan die geene die ’er van
aangetaft.worden, zulke noodlottige toevallen
, als de p e ft, veroorzaakt: zie op het
woord B e z o a r d .
P E E N , G e e l e W o r t e l e n ,/ )^ « «
Sativus, radice lutea. De Peen zyn een foort
van Daucus , welke-men in de moeshoven
aankweekt, en welkers wortelen men in de
keukens, meenigyuldig gebruikt. Het is een
plant die groo.te, groene, wollige , en inge-
fneden bladeren uitfchiet, welkers reuk en
fmaak vry aangenaam is , haar Heel is rood,
overal wollig, , ho l, en.getakt., hy fchiet ter
hoogte van vier voeten op; om hem zoo wel
als de wortelen dik te doen worden , zoo
fnyd men de uitfpruitzels een half v o e t, boven
de aarde af. Deze Heel is aan deszelfs
top
top met zortnefchermen bezet, hy onderHeunt?
kleine onregelmatige bloemen , wélke uitge-
fneéden , en Lelieswyzé gefehikt zyn: de
kelken van deze bloemen veranderen zich in
vruchten die uit twee gepaarde zaden zamen,
geflelt zyn, zy zyn wollig en ruuw in *i aanbaken.
Haar wortel is d ik, lang, vleezig ,
meer ó f min donker geel, gemakkelyk te ver-
breekèn ,en zoetachtig van fmaak I men heeft
noch een ander foort van deze plant welkers
wortel wit is , en die men mede in de keukens
gebruikt: de bladeren van het een en
ander foort zyn wondheelende en zweetdry-
vende.
P E E N (W i l d e ) , V o g e l n e s t ,
Daucus. vulgaris. Deze plant, die in de weiden,
en zandachtige plaatZen groeit, fêhiet
verfcheide Helen u it , zy zyn gegroefc, en
een en èenhalve ,p f twee voeten hoog. Haare
bloemen zyn w i t , purpérachtig, en in
zonnefchermeh aan den top der Héelen. Vp-
lchikt, gelyk die van de gemeehe Peen . Deze
zonnefchermen neemen de gedaante van
Vogelnesten aan : op de bloemen volgen
wolachtigej, graauwe , langwerpige, in paren
vereenigde y .en met hairen bezette zaden.
Haare wortel is.veel kleinder en fcherper als
die van de aangekweekte Peen.. Men gebruikt
haar zaad dikwyls in de Gene.eskonH, in
plaats van de Daucus van Candia , zie C a n-
die-sche W o r t e l maar deszelfs krachten
zyn veel geringer./
P E E R D IK , Lapathum. Men geeft déze
naam aan verfcheide foorten'van planten ,
van welke wy die geén.e zullen aanbalen- die
het meefte in gebruik zyn..
J.V1 jB, ÏM- Jl, jF ü. K K U b lv , iiU K.KB.X1 ,.
Patiënt ff. Deze- plant die- men in de tuinen
aankweekt, heeft een lange , vezelachtigé,
en inwendige geele Wo rtel; zy fchiet een
géknoópte Heel u i t , die omtrent vier én een
half voet hóóg- is ; haare bladeren zyn langwerpig^
haare bloemen ,zyn ringswys langs
de takken geplaatH.. Z y iszamentr.ekkendé,
en afzettende-.
% De W a t e r P e er di k o f F ee rdi k
bkr Moerassen , Hydr o-Lapathum. Deze*
groeit gewo.onelyk op watérachtige plaatzen-,
mde Möeralfén, én- vochtige. Gragten. Haar
portel is zeer vezelachtig , uitwendig zwart,
inwendige geel, gelyk Palmhout,, en zeer za=-
mentrekkende en bitter. Haare bloemen en
zaden gelyken naar die van de gemeene wil*-
Peerdik. Haare bladeren lcoomen met die
van de tamme Patich overeen , zy zyn een
weinig gekrult aan de randen. Dit foort van
Peerdik is , volgens Montingiu s , de rechte
Brittannifche plant der Ouden ; haar fap is
byzonder nuttig tegens de verzweeringen van
den mond en amandelen der keel. Haar wortel
, gelyk mede die van de andere foorten
van Peerdik , verzagt, looH den buik, en
geneeH de gebreeken der huit: hy is nuttig,
tegens de Jicht, en hardnekkige en langduu-
rige ziektens, en zelfs tegens het fcorbut,
by doet allerlei foorten van loop ophouden
eindelyk hy is goed voor allerlei kwalen der
keel, en de verflapping van den huig-
3> De T amme P e erd i k o f P a t i e n «-
c e ,, RhabarharwnMonachorum. Menkweekt.
deze in de tuinen aan , maar zy groeit echter
mede op de bergen. Haar wortel is met verfcheide
vezelen bezet, hy heeft inwendig dezelve
kleur , en byna dezelve grondbegïnfe-
len als de baHaart Rhabarber , met welke hy
in krachten over een koomt, én voornamentlyk
tegens den buikloop. Haar Heel is rood—
achtig, ge voort, zeer takryk en hoog. Haare.
bladeren die aan lange roodachtige Heekjes
vaHgeheeht zyn., hebben meer als een voet
lengte , zy zyn fpits vaH,, niet hart, maar
Hevig , en donker groen , derzelver randen
zyn. zomtyds opwaarts omgekromr. Haare
zaden zyn hoekachtig en gelyken naar die
der Zuur in g,
5. De R 0-0de Pe e r d ik , oFDr a k e n—
Blo ed , Lapathum Sanguineim. Menkweekt
deze in de tuinen als een. moeskruid aan : dit
is de wilde B ie t van Galien. Men onderfcheid
haar gemakkelyk van alle de foorten van
Pêérdik,; door haar rood fap, en door de ze—
nuuwen die zich uitbreiden en zich door de
bladeren vlechten ,fen welke een bloedkleur
hebben, gelyk mede. de Heelen der bladeren;.
het fap verft de handen eerft met een purper
kleur,die wel ras in- blaauw verandert. Eenige
Lieden, eeten haare bladeren ónder de
moeskruiden ; zy zyn ont-laHende en vérfris-
fende. Haar zaad, dat men oneigentlyk
Zaad van Di'akenbloed noemt, is zamen trekkende
en verzagtend. Horatius heeft deze-
plant, in zyne Lierzangen , tot L o f van.het.
Landrleeven,, zeer. geroemt..