826 W E S P , W E $ P .
Mén ziet de Wespen iri een groot getal in
de winkels der Vleefchhouwefs op het land,
in welke zy Hukken, uit het vleefch fnyden^
die zoo groot zyn , dat zy genoodzaakt zyn
om ’ er op de aarde mede te ruften,De Slachters
vinden niets voordeeïiger , óm gtööter
nadeelen te vermyden, als met op het ven-g-
fter van hunnen winkel, een Kalfs'-lever, of
een Offen-mild te plaatzen, Waar op dëWes4-
■ pen gaarne aanvallen , om dat deze deelen
veel zachter zyn, Behalven d it , zoo do én
zy hen de gewichtige dienft van die gróotê
blaaüwe Vliegen te vervolgen ; die op het
vleefeh hare eijeren leggen , waar uit Wormen
voortkomen, die het veel fpoediger- doen
verderven: deze Vliegén durven de Winkels
niet naderen , in welke Zy Wespen'gewaar
worden , die Mar v wrëedfte vyaildïnften
zyn-rW
anneer de Muil-Wespen die op den roof
ukg'eweeft zyn , voorraad in -het" WëSpeh-
neft brengen ,- zoo vergaderen ’er Zich ver-
fcheide W espen om haar ,'en •een ieder neemt
zyn deel van *hetr gene zy gebracht hebben ;
andere fpuwën het fap van de vruchten uit ,
die zy uitgezogen hebben, en -geven ’er hare
gezellinnen een' gedeelte van. Dit gefchied
v rywilligy en zonder gevechten ö f gefchil-
len: W aöneer ’er in den Zomer régen buyën
ontftaaff 'die verfcheide: dagen duürén , zó o
konnen deze ïnfeften geen voorraad verzamelen
7 en zyn dus' genoodzaakt om te vastten
» ■ ’ hj: Tt : - *
.. Vah de- Lente af ,- tot aan het begin van dé
ma^md'-Auguftus o brengt de Moeder-Wesp
nietsiandéi-s-als Muil-Wespen voort: vervolgens
begint zy 'de eitjes van de mannetjes en
wyfjes Wespen te leggen. Het is dus niet
voor het begin van den Herfft, dat mén -een
Wespeuneft voor volleedig aanzien kan, en
dfct het Gemeenebeft van de drie föorten v !ah
Inwoonders voorzien is , die het moeten uitmaken
; hun- getal bedraagt zomtyds dertig
duizent Wespen van de drie foorten. De
eerfte moeder, die zich, gedurende de maanden
Juny, Jrerly en Augnftus opgefloten hééft,
om deze verbazende legging te doen, begint
weder in dé -maand September uit te vliegen ♦
efi met -haar de: niehw geboren mannetjes en
wyfjes. De mannetjes zyn over het geheel
zoo traag, nier , als .de mannetjes der Byën :
zy houden zich onledig met het neftzuiver
te houden , -en ’er de doode lichamen uit te
werpen,. De vwyfjes zyn veel arbeidzamer:
hare zorg ftrekt zich over alles uit ; maar dé
legging, is een van haare wezentlyke plichten
.O
ndanks de ’övereenftemming én eendracht
dié men in een Wespen'nteft Opmerkt, zoo
hëerfcht ’ er echter de vrede al'toös niet in.
Dikwyls öntftaat ’er een gevecht van de
Muil-Wespen -met elkandereu , th'a'a'r dé2e
gevechten zyn zeldzaam moorderyeiY:, gelyk
onder de Byën. Echter koomt ’er een tyd
in Wélke de wOèdé dé oyèrhand feeëftvl' dit
Gemëenébëft Verdelgt zich zeivén , én keert
zich zei ven het on'dér'fte bóven tot onze ruft,
en die van een menigte levende wezens. Omtrent
dé ma;and Olftab'èï , in dé tyd dat het
W eSpën n e-ft van ê ene vlugge en bl bëije n de
jeugd voorzien is:; Wannéér de, mannetjes en
wyfjës in d'è vólle kfaclit van huiï leëyen
Zyridé, op niëts airdérs bedacht zy r i, ais om
t:é’ b é v ó lk e n z o o bevangt een ó'iivöó'rziené
woede in-één oó'gènblik dé Wespen'. Déze.
zóó-tedere Voèdfters, worden 'nledógënloo-
zê Stiefmoeders ; de mannétjës efi dé Muil-
WëSpèri werpen dé eitjes , wormen en poppen,
zónder onderfcheid van Sexe, uit de
celletjes. Wanneer déze Hóóp van den ftaat
omgekomen i s , zoo kwyn'én de Vaders en
Moeders , . en' zélfs- de Muil-Wés'pën ; de
eerfte koude van den Herfft, verzwakt haar.
Naar mate dat den winter nadert, zoo verliezen
zy zelfs de krachten om haar vóedzel
té zoeken , en zy vergaan/byna alle door
honger en eleride, Zoo een dér wyfjes’, die
alle bevrucht geworden-zyn , in de. fpjeeten
van een muur , de koude van.de .winter' ont-
wyken kan, zoo vertoont zy, zich in de lente
weder, en lecht alleen de grondfla'gen van
eèn nieuw Geméenebeft.
Van de Hor fels o f Hornaars.
Vermits de hiftorïé van dé Horfels veele
overeenlcomften{met die van de Öiideraardfche
Wespen heeft, zoo zullen wy alleen dat gene
van haar aanhalen , waar in zy wèzentlyk'
van deze verfchillen,
1 De Horfels „zyn wezentlyke Wespen , en
zelfs dé grootfte vair onze Landen. Haare
ftèeken zyn verfchiïkkelyk en byna dodelyk,
Vooral gedurende de gróot-e hitte wanneer
het vergift werkzamer is ; men heeft gezien,
dat een man die haare ■ huishouding nafpoor--
den , zoo hevig door een van deze lnfeften
geftoken wierd , dat hy de kennis , en byna
he t gebruik dér' beenen , voor een o ogenblik
? s ■> j. -vér-
■WESP. W E S P . te7
yerloor., en gedurende twee o f drie dagen,
de koorts had.
De raten van de .Horfëls zyn op dezelVe
wyze als die van de onderaardfche Wespen
gefchikt; maar vermits zy van een »fléchter
en vpel breukiger papier gevormt zyn , óm
dat de ftoffe die zy ’er toe gebruiken niets anders
als zaagzel van verrot hout is y zoo gebruiken
d’e Horfels de voorzorg ' om haare
neften in de holte van een ftam van-eenboom
te maken., in welke het water niet doordringen
kan. De ingang van ha«r neft is een gat
dat aan de zyde in den boom geboort is ; en
’t geen door het levendig hout doorgaande ,
in den fchors uitkoomt.
Deze Wespen , overtreffen oneindig', in
krachten alle anderen ^ zy zouden ’er een
groóte flachtïng door aanrechtenzoó de Natuur
haare verflindzucht niet beteugeld had,
met haar een plompe; vlucht -te’ geéven ,, diè
van een gerucht vergezeld is, ’t geen de andere
Infeclen van verre, - de nadering van hare
grootfte vyandin doet ontdekken. Voor
’t overige kan allés wat wy van de Wespen
gezecht hebben-, op . de Horfels toegepaft
worden.
De Luebt-PVespen,
.Dit foort van Wespen zyn de klëinfte van
alle die in de maatfehappy leeven: men geeft
haarde naatn van Lucht-Wespen ,-óm dat zy
haar neften in de open lucht bouwen : zy
verkiezen hier toe gèwohelyk de tak van een
boom , o f een ftroo halm. Deze neften zyn
door een band vaftgebecht, die hen tot een
arm o f hand verftrekt: men vind ’ er van ver-
fchillende grootte, van die van een oranjeappel
, tot een hoender ei 5 haare raten zyn
reeluftandig geplaatft , en -zy worden door
een omkleedzel befchut, ’ t geen uit een zeer
groot getal blaadjes te zamengeftelt is. Zoo
deze blaadjes , in plaats van graauw , roosver
wig waren, zoo zou dit omkleedzel voor
een veelbladige roos aangezien worden , die
eerft begint te ontluiken, maar die veel.gfoo*
ter als de gemeene roözen was. De vorrri
en -ftand van dit neft geven het water gele*
genheit óm af te vloeijen , maar noeh meer
als dit alles, het foort van vernis waar mede
deze Wespen het papier bedekken waar van
het neft te zamengeftelt is. Dit vernis is
zelfs zoo beftendig , dat men bèzocht heeft
om een van deze neften , in water te laten
weeken, en het wierd ’er noch door yerdor*
Ven, »och zagt gemaakt. De levenswys en
- bezigheden yan -dit foórt van Wespen , zyn
ten naaften by dezelve als die van de onder-
aardfche Wespen. : :
De Wespen- Bordpapier-niaalifers.
De werken van onze.. Inlandfche Wespen ,
waar van wy hier voor gefprooken hebben,
zyn ongetwyffelt in- flaat , om de nieuwsgic-
righeit -op te wekken; maar zy zullen ons
zeer onvolmaakt toefchynen wanneer wyhcn
met die géne van een foórt van Wespen ver-
-gelykt , die men op Cayenne vind, én die
men Wespen Bordpapier - maakfiers , noemen
kan, om dat het ómkleedzel van hare neften
reen zoo 'groote- gélykvormighéit met hetbord-
•papier heeft. :
Deze Wespen zyn veel kieihder , als die
-van onze Geweften : zy worden 'géboren ,
groéijen en leeven ten naaften by op dezelve
wy ze; maar haare Wespennetten zyn de op-
-letténheit van de Onderzoekers der Natuur
waardig,. Z y zyn van een bordpapier gevormt
, ’t geen zich onze Werklieden niet
-febamen. zouden , die het fchoQhft.e, witfte;,
•ftevigfte en fynfte bereiden.
Deze - W espen héchten hare heften aan ‘een
■ tak van een boom. Derzelver omkleedzel
is een foort van doos van het fchoonfte bordpapier
, dat de dikte van een franfche kroon
•heeft: deze doos is'twaalf o f vyftien duimen
lang, en zomtyds noch langer ; zy heeft do
gedaante van een langwerpige klok ,'die aan
de onder zyde gefloten is , en die geen andere
ópening als een gat van vyflynen middel-
lyn in den'bodem heeft. Inwendig word zy
door raten van dezelve ftoffe beflagen , die
in verdiepingen gefchikt zyn , gelyk die van
-de -ondèr-aardfebé Wespen. De omtrek van
ieder, raat, is aan alle z-yden met de doos
vereenigr: ieder van deze raten heefteen ope-
ning in het midden , waar door de Wespen
•zich van de eene raat, en van de eene verdieping
naar de andere bege ven konnen.
- De Wespen neften van de Wespen van
-Cayenne, bewyzen dus noeh klaarder als die
van de' onderaardfche Wespen , dat men
fchoon papier onmïddelyk van het hout zou
konnen maken. Het is waarfchynelyk onder
de witte houten , dat men de ftoffe van
dit papier zoeken moet.
Het is zqo zéker’ dat men papier op deze
wyze bereiden kan , dat volgens het verhaal
van Kampher, de Japanners geen andere ftof-
Mmmmm 2