langs latwerken te leiden, zyn de’ rööde en
witte Chaffeias7 de witte, roode en violette
Muskadellen, de Korintifche Druifj de Alex-
andrynfche Muskadellen, de vroege Magda-
laine, énz.
Men moet de verfchillende foorten van
Wynftokken in een grond planten die met
hunnen aart overeenkoomt. In de zware
gronden , moet men alleen Morillons o f
zwarte Pineaus planten , en ’er Trefleaus ,
o f Bourguignons onder mengen ; in de lug-
tigea arde, 1 Trefleaux en Morillons o f Molenaars;
in het grove zand de honingdruif;
in de fteenachtige, waar van den .grond geelachtig
is , de Pineau en de- Treffeau : hier
door geven zy een veel aangenamer wyn.
Het is beter, volgens de waarnemingen van
bekwame Wyngaardeniers, dat men de Wynftokken
afzonderlyk plant, welkers vruchten
vroeg ryp zyn-, en afgefcheiden van die
gene, die later ryp worden , dat is te zeggen,
dat men die gene die- natuurlyk later
ryp worden op een verheven, warme, drooge
en luchtige grond plant; en die gene welke-
natuurlyk vro'egtydig ryp zyn, in lage, vette
en koude gronden. Het is mede nuttig
dat men aanmerke dat men in lugtige aarde,
de tedere foorten plant, welke het minfte
voedzel nodig hebben; en in de zware aarde
de foorten die een overvloed van vruchten
geven.
In ’ t algemeen brengen de zwarte Druiven
een zware,, krachtige , warme en duurzame
wyn v o o r t; de witte verfchaffen een zwakke
wyri, die een geele en donkere kleur heeft:
men moet noch aanmerken dat een Wynftok
die weinig vruchten voortbrengt, beter wyn
verfchaft, en dat de wyn van oude Wynftokken,
die der andére-overtreft.
Men moet nooit de jonge Wynftokken in het
zelfde jaar in de aarde planten , uit welke
men de oude uitgeroeit heeft; men moet de
aarde laaten ruften , o f ’ ér gedurende twee
o f drie jaren Bourgondiefch-no,oi in zaaijen.
Volgens eenige Sehry veren is den Herfft de
befte tyd om Wynftokken te planten , vooral
in: de drooge' eh luchtige gronden : andere
zyn in tegendeel van gevoelen, dat men hen
in het begin- van de Lente,. planten- moet.
Volgens den Schryver van d eNieuwe wyze
om den Wynftok aan te kweeken', vloeijen ’er
alle foorten van voordeelen hier uit v o o r t,
dat men de Planten van eikanderen vefwy-
dert, en een afftand van vier voeten tufféhen
iedere Wynftok. laat.. Vermits de wortelen;
dé vóornaanifte werktuigen van de voedfn«'
en de vruchtbaarheit' der Planten zyn , zoo>
moeten zy mede het eerfte voorwerp van de
aankweeking zyn ; en het ris-zeker, dat de
wortelen van de Wynftokken die dus verre
van eikanderen verwydert zyn, door die der
nevensftaande ftokkenvan de fappen der aarde
niet zullen berooft worden, en hunne ftam-
men een overvloediger voedzel -zullen ver-
fchaffen. De Wynftok moet noodzakelyk meer
o f minder vruchten vóórtbrengen , in even-
redigheit, dat zyne wortelen', meer o f min
kracht bezitten-, en langer o f korter zyn-; é indé
1-yk naar mate dat zyne wortelen zich uit-
breiden konnen, en by gevolg meer o f minder
fappen uit de aarde konnen zuigen. Vermits
, volgens deze wyze van planten , de
wortelen vier malen meer uitgeftrektheit be-
flaan konnen als volgens de gemeene wyze ^
zoo moeten zy aan hunne ftamraen vier malen
zoo veel fap verfchaffen, en in ’ t vervolg
vier malen zoo veel vruchten vóórtbrengen;
het fap dat diende om het hout der alte-hour-
ryke Wynftokken te vormen , keert tot voordeel
van d:e vruchten-; wat meer is., vermits
de' uitwaafièming in evenredigheit van de oppervlakte
der-planten is , zoo- zal, wanneer
men de helft minder ftokken heeft, de helft
minder uitwaaffeming gefchieden , en byge-
volg meer dan- de helft minder fap verloren
gaan.
Men heeft dus- alle voordeelen te hopemet der
Wynftokken van-eikanderen te verwyderen,.
en allé nadeelen te verwachten, met hen naby
-eikanderen te planten. Te vergeeffch werpt
men hier tegen, zécht dezen Sehryver, dat
fchoon de verwydering der Wynftokken van
eikanderen in zommige gronden, voordee-
ltg'is-, zy echter nadeelig- in andere zyn
kan.. De Wyn gaarden van Provence , Bour-
déaux , en eenige andere Streeken , alwaar
de Wynftokken noch verder van eikanderen
verwydert zym als wy zulks aanpryzen-, vernietigen
deze tegenwerping geheel: De Wynftokken
die op deze wyze geplant worden,
geven, web is-waar, gröote ftammen-, maar
men kan- hen afkappen , en- zelfs de takken
rechts en lings ukbrèiden-, met hen regens
latwerken te- leiden, gelyk men zulks in ee~
ni ge-Wyn gaarden , in het Franche Comté,.
gewoon is.
De1 andere voordeelèn die uit déze nieuwe
handel wys voortfpruiten , zyn, dat de Wynftokken
aan hét bevriezen , byna niet onderworpen.
zyn , om. dat de lucht vry rondvloeifvloeijen
kan; en dus de vöchtigheit verdryft.
Behalven dit. zyn de Wynftokken minder aan
het uitvloeijen van het fap , en de druiftros-
fen minder aan het rotten, onderhevig , om
dat zy zoo vochtig niet zyn. Wanneer de
lucht vryelyk rondvloeijen kan-, en de Wynftokken
met geen vochtigheit beladen zynde,-
zoo komen de druiven tot volkomener ryp-
heit, en verkrygen een uitnemender hoeda-
nigheit als inde gemeene Wyn gaarden, waaruit
noodzakelyk een grootervolmaaktheitvan
den wyn voortvloeit. Een ander zeer gewichtig
voordeel dat deze handelwys ver-
fchaft, is een aanmerkelyke befparing van de
ftaken , een vermindering van de be-arbei-,
ding en andere koften der Wyng^arden..
De noodwendige arbeid die men jaarlyks
aan de Wynftokken verrichten moet.
. Dezen arbeid , beftaat in de fnoeijing der
Wynftokken, en omdelving van den grond :
de fnoeijing moet evenredig met de krachtig-
heit van den Wynftok zyn ; zoo hy zwak is,
zoo moet men hem kort fnyden ;. maar zoo
hy fterk is , zoo moet men hem op wyn fnyden
, dat is te zeggen , ’er lang. hout aan laten.
Men moet al het oude hout zonder eenige
toegevenheit. van de Wynftokken affpy-
den., alsmede alle -de kruinen , die men niet
volftrekt nodig oordeelt, om dat hy langer
ranken zou konnen uitfehieten , en de jonge
fcheuten die men ’er aanlaat meer lengte zouden
verkrygen. Het gunstigfte jaargetyde om
de Wynftokken te fnöeijen , is den Herfft.
Men fnoeit de Wynftokken ; ten ifte , om
dat zy zwaarder hout zouden uitfehieten ;
ten 2de, om te beletten, dat zy niet te veel
vruchten zouden voortbrengen , waar door
zy zich- in weinig jaren , zouden uitputten,
ten 3de ,, om de druiven te doen rypen: en
ten 4de, om. hen nieuwe fcheuten boven den
kruin te doen vóórtbrengen.
Men moet den grond van den Wyngaard
drie malen in het jaar omdelven ; de eerfte
gefchied in de maand Maart; de tweede,
veertien dagen, voor dat de Wyn-ftokkenbe-
ginnen te bloeijen , en nooit in dezen tyd ;
de derde gefchied wanneer de vrucht gevormt,
en noch groen is ‘v dat is te zeggen , in. de
maand Juny, by een betrokke lucht; men
kan ’er noch een vierde in den Herfftt, by-
voegen , deze is zeer nuttig , om dat zy de
poriën van de aarde o p e n t e n haar in ftaat
ftelt o ai de invloeden van de lucht te ontvan- -.
gen. - v
Het is in de maand Maart, o f ten minften
in het begin van A p r il, dat men ’er de fta- ,
ken by ftekèn moet: men moet acht geven
om hen aan de ooft zyde te plaatzen. Deze
oplettenheit, met een gedeelte van de
Wynftokken van de eerfte ftralen dér opgaande
Zon te beroven', diént dikwyls om hen
teoens de vorft te befchermen ; het is mede
in&dezen tyd , dat men het oude hout aan de
latten moet vaftbinden: het groene.hout word
niet gebonden voor dat de bloem afgevallen
is. De afïhyding. der onnutte ranken , ge-
fchied gewonelyk in de maand Mey, en zom-
tyds in Juny: men kan dit,niet te vroeg verrichten
; zy beftaat in het wegnemen van alle
de fcheuten die Onder de kruin van den
Wynftok voortkomen , en aan de ftam uitfehieten
: men fnyd mede alle de fcheuten
af die het hout van de laatfte fnoeijing voortbrengt
, wanneer zy met geen druittrolfen
bezet, en niet noodzakelyk zyn. Eenige tyd
na dat de bloemen, verwelkt zyn , is het nodig
om de Wynftokken te knotten ; dat is te
zeggen om de uit-eindens der .takken af te;
fiayden , en de jonge fcheuten weg te nemen,
die uit de zyden van. het onderfte gedeelte van
den ftam voortkomen: deze voorzorgen doen
de vruchten die gezet zyn een overvloed van
fap bekomen, en bevordert de ryping der
druiven door de zonneftralen. Wat de Wynftokken.
betreft die fterk uitfehieten, deze
voorzorg is voor hen niet noodzakelyk , om
dat zy niet anders uitwerkt als om óp de ranken
die gefnoeit zyn, zwakke fcheuten te doen
voortkomen , waar van men geen gebruik
maken kan..
Vermks de vruchtbaarheit van de aarde
noodwendig door hare achtervolgende voortbrengzelen
moet uitgeput worden, zoo is het
nodig dat men hare krachten van. tyd tot tyd
vernieuwen moet: zoo dit onvermydbaar is ,
zoo is dit vooral nodig in de gronden die mee
boomen o f Wynftokken beplant zyn,. in welke
de omdelvingen zoo diep als de wortelen,
niet doordringen konnen, het fchynt, dat de
meftingen alleen aan dezeNgronden , de zouten.
en vruchtbaarheit wedergeven konnen ,
die zy verloren hebben. In de nieuwe wyzQ ■
om de Wynftokken aan te kweeken , die wy
opgegeeven hebben, zyn de meftingen byna
niet noodzakelyk, om dat door deze plantin--
gen de wortelen der Wynftokken.veel zwaar-
T t t t t 1 - deirr