pikken , maar Hy is echter niet 'in ftaat om’
veel nadeel toe te brengen * Hiftoriftbe Bef
t bry ving der Reizen.-
P O L E I J), Polium^ dit is een
gedacht van Planten waar van verfchcidePoorten
zyn : wy zullen ’er hier maar twee aanhalen
,. die meenigvuldig in gebruik zyn.
1. De' B E R Q - P O RE I MET G-EELI
B l o e m e n , Polium. montanum luteutn deze
groeit in de warme Landen, op verheven,
drooge , en-fteenachtige plaatzen , vooral in
Languedoc , Provence , en Dauphiné ; men
kweekt haai'* mede in de tuinen aan : haar
wortel is houtachtig en vezelachtig: hy fchiet
verfcheidë kattoènachtige ,. harde , en houtachtige
fteelen uit, die omtrent een half voet
hoog zyn ; zomtyds leggen zy ter aarde , en
zomtyds ftaan zy overemde : haare bladeren
zyn klein, langwerpig, d ik , aan de randen
getant; en met een geel dons bekleed. Haare
bloemen die in den zomer te voorfchyn kpo~
men , hebben een bekswyze ’gedaante , zy
zyn klein, en verfcheiden by elkanderen , in
de gedaante van een hoofdje by een gevoegt;
haar kleur is fchoon geel , haar reuk fterk
fpeceryachtig , en haar fmaak bitten Ieder
dezer bloemen i s , volgens de Heer Tèiime-'
fort, een pyp die aan het boven einde uitgebreid
, en iri een lip verlengt-is , die in v y f
deelen is ingefneden, gelyk die van bêtlvlan-
derkruid.. Wanneer deze bloem afgevallen
is ,zo o volgen ’er zaaden op,die klein, rond-
achtig , en in een zaadhuisje beflöoten zyn,
dat tot een kelk aan de bloem verftrekt heeft.
Men fchat deze Berg-Polei veel hooger wanneer
zy van Kandia , o f van Valence in Span-
jè koomt.
2. De P e r g '- P ol e i ,m e t W i t t e
B lo em e n , Polium Montanum Album: de-’
ze plant groeit niet alleen óp de Bergen ,
maar mede in de zandige en dorre vlaktens;
haare bloemen en zaaden koomen op dezelve
tyd , als die van het voorige foor ff te voorfchyn
, waar van Zy verfchilt, om dat haare
fteelen ter aarde’ leggen , haare bladeren zyn
kleindef en zoo katoenachtig niet, en omdat
haare bloemen wit zyn , zoo wel als’de hoofd-
jes die zy vormen. De geele kleur van de
bloemen der Polei word uitgewifeht, en zy
worden bleek. Cluftüszecht, dat deze Planten
gemakkelyk in de fchaduwe , van knoppen
voortkoomen, mits de aarde wel bereid
is».
Wanneer men 'gebrüik van'de: Berg-pGleli
maaken w i l , zoo moet men de toppen der
fteelen die met bloemen'bezet z yn , ’neemen :•
dit is een goed .hoofd.' verfterkent ven Vallen-
deziekte-wederftaande middel. Wy bekoo-
men dezelve droog, en in kleine bosjes, hoe
meer zy met bloemèn bezet zy n, hoe hooger
zy te waarderen zyn. Z y moeten een fterke
en ipeceryachtjge reuk ,. maar een’ bijtere en
onaangename fmaak hebben. De Berg-Polei
is een der inmengzelen van- den grootén The-
riakel en Mithridaat: men gebruikt haar by
wyze van .Thee , regens de beeten der vergiftige
dieren , om de pis en maandftonden
af tê-dryven: men drinkt dit aftrekzel in Provence
, tegens de buikloop ; eindelyk is het,
een göed wöhdheelend middel..
P O L E I (yG e m é e ne 3. Pulegium vulgare
,. dit is een plant die de' onbebouwde
plaatzen'bemint, op welke het water.déngè-
heelen winter heeft ftaan verderven : zy
groeit overal meenigvuldig aan de boorden
der moeraffen en flooten, als méde in de’ vochtige.
gragten en langs de-groote weegen, Haar
wortel is vezelachtig emkru-ipende: zy fchiet
veel fteelen uit die byna een voet lang, vierkant
en wollig zyn J zy kruipen over dë aarde
, en fchieten ’er wortelen, irt j door een
oneindig getal klaauwtjes dié uit haare knoo-
pen voortkoomen ; haare bladeren gelyken
naar die van^de Orega j ' zy zyn zagt in ’t-aanraken.
en zwartachtig ,h u n reuk is fpó’cery-
achiigI en hun fmaak fcherp; haaré bloemen,
die zich in July en Auguftus vertoon en zyn
weryelswys.en ■ blaauwac¥tig■ o f piirperach--
tig van kleur, en zeldzaam wit: haar gedaante
is een b e k , die in 'twee lippen ingefnée-
den is : zy wórden van kleine zaaden gevolge.
Deze plant is fpeceryachtiger wanneer 'zy
•bloeit als op ander tydên zy heeft een zeer
doordringende reuk, en een zeer Tcherpe
en bittere-fmaak ;. haar krachten zyn gro'o-
ter wanneer zy gedroogt is , dan als z y noch.
verfch is zy is afzéttende', opftygingkeë-
rent, en maagverftefkent: men ziet ’er-dage-
lyks zeer goede uitwerkzelen Van 'in de hard-.-
”rrekkige en ftuipachtige hoeft der kinderen, en-
in' de ingewortelde- v erkoudbeithaar af-
kookzel by wyze van Thee gedronken zynde
verfchaft de engborftige Zeer veel vérligdng.
Eenige Lieden , laten de Polei in witte wyn-
kooken, • en doen dit afkookzel tegens de
witte vloeden , en bleekheit gebruiken : dit
111 geneesgeneesmiddel
doet een vry goede uitwerking.
Palmier , een Engelfch Geneesheer , verzekert
dat deze plant verfch zynde, in een zakje
gedaan., en in de bedden geplaatft, de
Ylooijen verdryft; men ververfcht haar wanneer
zydropg word: de rook .van déze plant,
dood dit foort van Infeéten mede.
P O L O N G A * Dit is. een Slang van het
Eiland Cylon, die v y f o f zes voeten lengte
heeft. De kleur van de Schubben van haar
kop is afchverwig , dat met geel gemengt is,,
en zy zyn met eenige rosachtige/ banden *ge-
ftreept: haare o ogen zyn klein, en zeer zagt-
•aardig; de lip , die haar muil zoomt is , niet
gefchubt: haar beide kaken zyn met fcherpe
tanden gewapent; ~de fchubben van het op^
peifte gedeelte van-.het lichaam, hebben een
kleur als .dorre bladeren de geheele rug-, is
met groote en zeer heerlyke vlakken verzien,
waar van eenige bruin purper, en andere geel
afchverwig zyn ; zy worden alle door een
zwarte rand omringt , die van de zyden zyn
byna vierkant., bruin , en hebben, een geelachtige
vlak in het midden : behalven deze
groote vlakken, is het öpperfte' van haar lic*
haam en de zyden noch- met andere kleine ,
Zwarte en- onregelmatige' vlakken gejaspift ,
welke met groote gemengelt zyn : de geele
fchubben van den buik, zyn mede met zwart
gefpikkelt: haar- ftaart maakt meer als een
derde van haar lengte u it , . en. hy word by
trappen , naar het einde dunder.
Het groptfte gedeelte der Cingalezen , en
andere Bewoonders , van het Eiland Cylon,
zoeken es voeden deze Slangen , niet alleen
om haare fchoonheit, maar noch om dat zy
zagtaardig en mak zyn, ,zy befchadigen niemand
, en leven alleen van Vogelen, Eiieren-,
en Melk. - 5
P O L P O C H . Dit is een foort van Slang
Van het Landfchap Jucatan : zy is een foort
Van wanfchepzel onder de Slangen , of'een'
foort van Pylflang : zie dit woord♦ De Pol-
fioch^ die dus 'genaamt word , om dat zy dit
woord al fehuiffelende fchynt uit te brengén,
ïs omtrent twee .en een halve-voet lang ; zy
heeft de-dikte van een arm , en een bruine en
uonkere kleur; haar kop*is zes.duimen lang,
jnul, zwart, en met witte vla'kken gefpik-
; haare pogen zyn groot en fchitterend‘
naar ltaart,die in dikte voor het lichaam niet
wyltt, gelykt naar die van de Scörpiden.
ueze Slang' befchadigt met dè;kop .cmftaart:'
men ziet ’er een meenigte op de böomen zitten
, om beter te konnen fprihgén , byten ,
on haar vergift mede te deelen* Wanneer zy
zich op de aarde bevinden, zoo vervolgen zy
ligtelyk een menfeh die zy van vérre gewaar
worden: z y kronkelen haaren ftaart, en Tingeren
hen om den kop, en zy achterhalen hem
al fpringende in weinig tyd. Wanneer zy
op een boom zitten, zoo is haar ftaart zoo
wel met haar kop vereenigt , dat zy de gedaante
van een boog hebben ; en zy fchieten
gelyk een pyl en met het zelfde geluk op haar
prooi, om hem te byten. Haar beet is zoo
doodelyk , dat het vleefch ’er in drie dagen
door verrot, en afvalt; de beénen ziet men
ontbloot,-en worden geel , en zoo {tinkende
, dat de verflindende Vogelen ’er door den
kwaden reuk, die zy uitwaaiïèmen, naartoe
gelokt worden. De Inboorlingen van dat
Land zeggen, dat men geen zwaare fmerten
door de beet gewaar word ; het is alleen een
verdooving over het geheele lichaam: de zin*-
nen worden verdooft ,~"en de menfehen die
’er van fterven , zyn even als o f zy dronken
waren* Het gefchuiffel van de Polpoch doet
zich van verre hooren , en is fchrikverwek*-
kent. £Ruiftb3. .
■ P O L Y G L O T T A . . Dit is een Vogel
die de Indianen Conconlatollis.noemen, dat is
te zeggen, die veertig tongen heeft. Hy heeft
de grootte van een' Spreeuw; zyn bek is wit,
zyn rug bruin , en met eenige witte vederen
vermengt, voornamentlyk aan den ftaart en
kop ; ’ t geen een foort van zilverkleurige
kroon vormt* Deze Vogel onthoud zich in
de warme Landen: hy eet alles wat men aan
andere Vogelen geeft. Men wil dat zyn zang
zoo lieffelyk en welluidende is , dat hy die
van alle andere overtreft.
P O L Y P U S , V e e l v o e t ; De hiftorie
van den Polypus., bied ons dé zonderlingfte
vérfchynzélen aan , en die by üitnemendheit
in ftaat zyn , om de nieuwsgierigheit op te
wekken. De ontdekking van de kleine Zee-
Poiypèn, die de Bouwmeefters van het Ko-
ralyn , Koraal, en eenige andere voortbreng-
zels zyn , die men voor Zee-Planten heeft,
aangezièn , als mede van de Zoetwater-Po-
lypuffen, z^n beide eerft onlangs gedaan; wy
zyn dezelve aan de doorluchtige Natuur-On-
derzoekers van onzen tyd verfchuldigt, die
alle Weetgiengen in ftaat .gefteld hebben,
om -, met eigen oogen , de verfehynzelen te
S s 2 befchou