zonder in de W y ngaar4en > 'm welke zy in
een groötë'menigte groeit.
’ De bloemen van deze Plant, kbömèn in
kleine hoofdjes voort, die aan alle zyden op
hairswyze vezelen geplaatft zyn; zy zyn k-loks-
wjys, én hebben 'een witachtige o f róodach-
tige kleur ; ’er volgt een rondachtige vrucht
ó p , die kleine zaden bevat* Deze Plant vernieuwt
zich alle jaren door middel van hare
ka'deïi* Zoo inen ‘dit zaad in aarde potten zaait,
zoo fchiet het zeer wel u it , maar hét fterft
ras geheel , wanneer het geen planten naby
Zich vind , aan welke de jonge Wrangen zich
hechten konnen om ’er het voedende fap uit
te trekken*
De Verfchillende Planten , aan welke de
Wrange zich hécht, en Waar van zy voor
een gedeelte de eigenfchappen moet aannee-
men , om het fap dat zy ’ ér uit zuigt, hebben
haar verfchillende namen doen verkrygen.
Men vind de Wrange op zoo veel verfchillende
foorten van Planten vaftgehecht, dat
men geloven kan , dat alle Planten zonder
ön.derfcheid gefchikt zyn, om haar te konnen
yoeden.ï
De Wrange groeit in alle Landen , t zy
warme, koude , o f gematigde. Men vind ’er
twee fóorten in de W inkèls van; namentlyk,
die van Candia en de Venetiaanfche. “ Deze
Plant bezit meer zeldzaamheit als nuttigheit:
want zy bezit niet als in een'zeer geringe trap
d§, eigenfchap van de Planten , op. welke zy
voortkoomt. Zie Opfcbuimloopende Planten,
achter het woord P l a n t .
W R A T T E K R U I D , zie W ol f s me
l k .
W U L P , Numenius. Dit is- een lang-ge-
bekte Vogel, waar van men verfcheide foorten
onderfcheid. Men heeft de groote W d p ,
i e kleine Wulp , de witte Wulp , de bruine
Wulp, de roocle Wulp , en de zwarte Wulp ;
vermits zy alle niet van elkanderen verfchil-
ien, als'door de grootte enkleür, zoo wel
dë mannetjes als de wy fje s , zoo zullen wy
maar alleen die van het eerfte foort befchry-
ven. , ,
De groote Wulp , heeft,ten naaften by de
grootte van een Kapoen; zyn bek is een half
voet lang , en fyswys gekromt; zyn hals is
langwerpig, dik, en vederryk : de kleur Van
dezen Vogel is graauw en mét bruin gevlakt;
het onderfte van zyn buik is witachtig , met
zwart geftippelt; zyn ftaart is kort, en van
een gemengelde kleur; hy heeft vier vingeren
aan iedere p o o t, waarvan de achterftë
zeer kort is : de helft van de bouten , bóven
de knyen , Is geheel van vederen ontbloot,
•gelyk die van allé moerasvogelen: zyne poo^
ten zyn zeef lang.
Deze Vogel onthoud zich ih de Weiden,
hy loopt zeer fn e l, vliegt in troepen , en
voed zich in dë Vochtige Weiden met Wormen
* diè'hy met zyn bek uit de aarde haalt:
de wyfjes léggen vier e'ijereh in de maand A-
p r il; zyn vleefch heeft een wild fmaak , en '
is vry goed.,
W Y N D R I N K E R . Dit is een foort
van Kat van de Goudkuil, die even als de
Civetkat gevlakt i s ; en in diervoegen , het
wynachtige fap der Palmboomen bemint, dat
men haar deze naam gegeeven heeft.
W Y N G A A R D S - W O R T E L , zie
B r y o n i e .
W Y N G A A R D S R U P S CM | |
N E N D E ) , of R ups di e de B l ad e ren
DER W y NSTOKKEN ONDERMYNT,
Deze Rups, die op Maltha door den Heer
Godeheu de Riville waargenomen is , kan men
voor een der zonderlingile houden ; om dat
zy volftrekt van alle bekende Rupzen, yer-
fchilt. Deze Ohdermyhende Rupé, is vry
klein: zy verbergt ert voed zich tuffehen dé
twee buiten vliezen der bladëren-: zy vormt
’er een foort van gaftery tuifchen ; waar oiü
men haar dë naam van Ondermynende, gegeeven
h é é f t z y voed zich met: dè inwendige
zelfftandigheit der 'bladeren.- Wanneer - dë
tyd van hare gedaante-verwifTelihg nadërt ,
zoo fnyd zy twee gedeeltens uit het vlies der
bladëren, in een eironde gedaante : z y hecht
hén met Zyde aan elkanderen, en vormt ’er
één tonnetje van; maar, het gene zy aan de
éene zyde, open laat. Het is hier, dat zy
hare gróotfte vernuftigheit doet zien vermits
zy van geen pooten , gelyk de Motten,
voorzien i s , noch klaauwtjes heeft; zoo'
neemt zy haren ..toevlucht.tot een behen,dig-
heit om voort te gaan , door welkers middel
zy zich in allerlei richtingen beweegten
zelfs over de ’gladfte lichamen, z y fte e k t
haar lichaam buiten haar tonnetje, vormt één
heuveltje van Zyde, en dóór middel'van den
• draad die- ’er aan vaftgehecht is , trekt zy ’er
haar tonnetje naar toe : zy herhaalt dit telkens
, en gaat door dit middel voort; haar
' fpöof
fpoor word door- deze heuveltjes van Zyde,
aangeduid, die eemhalve.lyn van elkanderen
verwydert zyn. Wanneer deze Rups door
den ftaat van Popje doorgegaan is , zoo verandert
zy;zich in een bevallige Vlinder , wier
kop, lichaam „en pootèn zilververwig zyn ;
de grondkleur van zyne vleugelen is fchoon
zwart. Deze Rups hééft-mede hare vyanden ;
dit'tzyn;'-zeer bevallige" I-ehnêUmón- VIiègjes,
wier iichaam met-'geel ; en zeerfehóori rood
gevlakt isv ' ; ’ r.
• W Y N R U I T , R u i t , Ruta. Dit is
een Plant die een zeer fterke rëuk heeft , en
hoog; gefchat word-om de groote krachten die
z y bezit.'' Men onderfcheid’er vó ornament-,
ly.k .twee ioörten van te-vveten -, de Tamme
Wynruit, en de Wilde- ■ Wynruit.
- De T amme W.y n r -u i t , o f de W yn-
rui t der- T uinen\Ruta domeftiea; fehiet
takken., by wy-ze van -een- heëftêr; tér hoogte
van; vier ofvyftvoeten uit-, zy«yn niet blaadr-
jes bezet r- die in verfcheide deelëii ïngefbe-
den -zyn ; «deze bl aadj ezyn •lahgiverpig.^
vleesachtig,'- een- we.inig!dik:-y glad ,.zeëgroen,'
©n by paaren op een- rib -gepldatft, die in één
eeriigbladv eindigen-. Dé bloemen konien aan
deyuit-eindem-der 'takken voort ^ zy beftaan
uit;vier blaadjes ,* die-eenigzins eiiondzyiiy
eniveen bleeke- geele kleur hebben; op:dezè:
bloemen' -vólgen > vruchten ,'bie uit viér<zaad-'
huisjes beftaan , 'Welke tegéns een nóót geplaatft
zyn y'eii ieder-verfcheide boekachtige-
o f nierswyze z-aaden bevatten. Dé geheelè
Plant -heeft een onaangename' r e u k e n een
fehsrpe en bittere fmaa-k r z y bloeit in de :
maand ju n y , en -blyft dë g-ehéele Wirrter tot
inde Lente groen,wanneer dé oude bladeren
plaaits-voor de-nieuwé makend c -
De W i l d e W y n r u i t , o f B erg-
W y n r u i t , Ruta• Sylvejhris; yérfc-hi-lt van',:
de. andere hier in , -dat alle hare-deelen v p f 1
kieinder zyn.' DezeTlant^groek.ih de;Zui-"
delyfee Landfchappen van VPaiikr-yky opdë"
runwe , Steen achtige- -en: Bergachtige' -plaat-0
zen , die voor dë-^Zon •bióoigeftélt.zyh 'etT
byzonder in de omliggende -Streéken-vilhv
Montpëllier. :
rMen befchouwt de; Wynruit als-' infnyden-
de , verdunnende y- en verdryyende , nuttig
©m de maandftonden der Vrouwen té bevorderen.;.
wanneer zy in een aftrekzel, in een
kleine hoeveelheit. ingenomen word;.zy verwekt
zelfs miskramenv Schoon de reuk van
déze Plant, aan de Franlche , onaangenaam
fchynt, zoo word zy echter door dé Eng.el-
fehe-, Duitfchers' ên Hóllanders in eehige ip'y-
zen gémengt.
* Men zeelt dat de bladeren van de Wynruit
gegëten zynde,nuttig zyn om de kliergezwellen
te yerdryven; men kan mede van hét gë-r
zuiverde'Tap1 gebruik maken; Twéé lepels
Vol van dit fap , dés morgens nuchteren gë-
drónken 'zynde ,, word als' een nuttig.middel
befchouwt in de befmettelyke ziëkten.s ,! om
iïch voor de befmette lucht te béwarén. Plet
conferf van Wynruit is méde nuttigiiiduigë-
val : de Olie- , in wélke1 men de bladeren'dér
Wynruit-heeft laten aftrekken , is .Wpxmdo-
dent: het afkoókzël'van de bladëfën, is eén
uitmuntende gorgeldrank voor het tahdvleéfch
der fcheurbuilcige, en diegene, die door de
Kinderpokken aanget.aft z y n ; eindelyk men
gebruikt ’er het afkookzel van regens dë Bée-
tên der dolle Honden : . de bladeren'van'de
Wynru-it behorèp tot het'zameüftel van den
azyii van de .yier Róovérs^ •
W Y N R U P S-, Vinul.a\ Men- geeft dezen
haam a„an- een‘ fqhoone VYynkleii^igë Rups r
welke men1, op - de: W ilg en ''E ife ii'',, .én." PÓ-
pulierbóaiiien vind. !“• Deze Rups-,- heeft een
gevorkte Raart ,'. en z-y is met een 'kruis 'op ‘dén
rug gëtëkënt1 ï .zy verandert ziCb- in'éen grop-'
te’ëh fchböhe Nacht-Vlinder! y
W Y N S T E É N , Ta ft ar um. Dit ïsëen
z-outach-tige , znure , en zaip en gepakte, ze lf-
ftandigheic, dïè men gèvo^mt :én 'vaftgëhecht
aan dé'ihwehdi^ë windép' déi vaten'yÏTjrd, évpn
naJ dat' dë: hatüurjyke gifting der Wy ri volbracht
is-, vooral in die gene , die .een grove-
en zeer zuüre\VVyn bevatten , gelyk zo min i-
ge VVyneh van Languedoc zyn.' Deze 25èlf-
itahdigh'ëit. ontbind' zich wpinig( ah,déi;s«als;
in twee .én. twintig'malen haaf gewicht koken
twat e i * . '
; -Men- onder fcheid de Wynfteen in róóde en
witte': • mén\bëgrypt-ligtelyk dat de .eèrfte van
dë'róödé',:ëh ci’è fridefë^ ,vbi"de'witte VVyn,
vt)ö'rïkoómt V de’ gröóye H’dö'gdüi.tfche W y -
nen , brengen een meenigce wicce W ynfte.en
vóórt. ZÓb.düribh lilem aïS'de'.ftukfceh vam
dën'witteri -Wyhftëën zyn;7, z,oq djk. zyn die
van dën roódén VV ynfteen: dit zyn zoo veel
verzamelingen van fpitze , harde, en gtahs--
ryke kriftallen, die verwardélyk by een ge-
groept x en met een. aardachtige; zelfftan