mannetjes van de tamme Varkens, is veel
Hechter als dat van de oude Wilde Zwy-
nen; het is alleen door de lubbing en mes-
ting dat men het goed om te eeten doet
worden. De Ouden waren gewoon om de
jonge Frislynen , die men van hunne moeders
ontvoeren kon , te lubben , hier na
bracht men. hen weder in de boffchen ; de
Wilde Zwynen , die dus gefneden waren ,
wierden grooter als de andere, en hun
vleefch is beter als dat van de tamme Varkens.
;
Men noemt, met het Konftwoord der
jacht, Beeft en van Kompagnie de Wilde Zwynen,
die noch geen drie jaren bereikt hebben
, om dat zy tot dezen ouderdom zich
niet van elkanderen fcheiden , en dat zy
alle hunne gemeene moeder volgen; zy gaan
niet alleen, voor dat zy zoo fferk ,zyn ,
dat' zy de Wolven niet meer te duchten
hebben. Deze Dieren vormen dus uit zich
zelfs, een foort van troepen; en hier hangt
hunne veiligheit van af : wanneer zy aan-.
getaft worden , zoo onderfteunen, en verdedigen
zy «elkanderen ; de grootfle maken
front, met 'zich in het ronde tegèns elkanderen
te fcharen, en plaatzen hunne jongen
in het midden. De tamme Varkens verdedigen
zich mede op dezelve wyze ; en
men heeft geen Hond nodig om hen te bewaken.
Een ieder weet, dat alle de deelen der
Varkens nuttig zyn , men roemt het fpek
van de Varkens van Syracuze; en de hammen
, van die van Mentz. In ’t algemeen
voeden zich veele Land- en Zee-lie-
den met fpek. In den tyd van Galenus ,
waren de' Worftelaars nooit ff erker noch
krachtiger , dan wanneer zy zich met Var-
kensvleefch voeden : het is goed voor ffer-
ke lieden, en die gene die zwaar arbeiden
moeten. Het vet der nierbedden o f reuzels,
en van de darmen , ’t geen van het fpek
verfchilt, maakt de reuzelen het wagenfmeer
u it: het vel heeft mede zyne gebruiken ;
men maakt ’er zeven van ; gelyk men ka-
merbezems, kleerborffels, en penceelen van
de borffels zamenffelt.
De Negers ,en veele Europeanen willen,
dat het affchrapzel van de flagtanden der
Wilde Zwynen , waar mede- men in Portugal
koophandel dryft, onder de naam van
dentes di c a v a illo s in eenig vocht ingenomen
zynde, een onmisbaar tegengift is. De
Portugezen w illen, fchoon. zónder grond
dat een Heen , die tegens deze tanden gewreven
i s , aan het water een wonderbare
kracht tegens de koorts mede deeld.
Dit foort van D ie r , fchoon menigvuldig
en algemeen door Europa, Afrika en Azia
verfpreid zynde, heeft men echter in Amerika
niet gevonden; het is ’er door de Spanjaarden
overgebracht, die zwarte Varkens
op het vaffe land, en op byna alle de groo-
te Eilanden van Amerika, in vryhe.it gékten
hebben: zy zyn ’er vermenigtvuldigt,
en op veele. plaatzen wild geworden : zy
gelyken naar onze Wilde Zwynen.; bun
lichaam is korter , hun kop veel grootef,
,en hun huit veel dikker als die van de tamme
Varkens , die in de warme landen,- geheel
zwart, gelyk de Wilde Zwynen zyn.
De Chineefche Varkens, die mede de Si-
amfche en de Indiaanfche zyn , verfchillen
weinig van de Europeaanfche: zy zyn veel
kleinder, en hebben veel korter pooten ;
hun vleefch is blanker en aangenamer.
Deze Dieren zyn dus aan geen lucbtffreek
byzonder ; alleen fchynt het dat het Wild
Zwyn in de koude landen, met een tam dier
te worden , meer ontaard is , als in de warme
landen , een graad van gematigheid
meerder ,_is genoeg om hunne kleur te veranderen.
De Varkens zyn gewonelyk wit in
de noordelyke Landfchappen van Vrankryk,
en zelfs in het Vivareefche , waar tegen zy ,
in het Landfchap Dauphiné , ’t geen ’er
naby lecht, alle zwart zyn ; die van Langue-
doc, Provence, Spanje, Italië, Indiën, China
en Amerika , hebben mede dezelve kleur.
Het Siamfche Varken gelykt meer naar het
Wild Zwyn, als ons gemeen Varken. Men
heeft ’ er in China, waar van den buik der
wyfjes over de.aarde fleept, om. de koriheit
van hunne pooten ; en de Haart der mannetjes,
die recht naar de aarde hangt, heeft een
geffadige beweging, even als de flinger van
een uurwerk. Een der kenbaarffe teekenen
van de ontaarding, zyn de oóren ; zy wórden
des te zagter en buigzamer., hoe. meerder
het dier ontaart is , o f, zoo men w i l, hoe
meer de opvoeding zynen Haat van tam dier
verzagtheeft; en inderdaat, zyn de ooren van
het tamme Varken zoo Hevig niet, veel langer,
en meer gebogen als die van het Wilde
Zw yn , ’t geen men als het voorbeeld van het
foort befchouwen moet. •
WILDE
W I L D E A M E R I K A A N S C H E
R O T . Dezenaam geeven eenige Natuur-
befchryvers aan de Agouty: zie dit woord* '
W I L D É B O K , zie B ok (W ilde).:
W I L D E C I C E R Y , zie L a t h y rus.
W I L D E E K S T E R , G ra.aüwe
E k s t e r , Collurio , aut Pica Greeca* Dit
is een Vogel die alomme bekent is: men on-
derfcheid ’er twee foorten v an , de groote
en‘de kleine. "
De eerHe heefc de grootte van een Meerei,
en is met witte vlakken aan de zyden verkiert,
even als de Ekfter : de kop van deze
■ Vogel is dik en breed; zyn bek hard, zwart,
■ dik , een weinig aan -het einde gekromt, en
-zyne ppening zeer wyd. Zyne vederen zyn
aïchverwig graauw ; hy heeft een zwarte
ftreep naby den bek: de buik en het onder-
He van den Haart zyn witachtig; zyn Haart
is zeer lang : de twee middelHe pennen zyn
•zwart, en de vier andere zyn wit aan de uit-
'êindens. Zyn been en en pooten zyn zwart ,
en met lange en kromme nagelen gewapent.
Deze Vogel maakt zyn nefl van mofch, wol
en katoenkruid , en het onderHe gedeelte is
van heide. Inwendig is hy met eenige gras-
fcheutjes en hondsgras bekleed. Men vind
zes jonge in déze neHen , die alleen door
den bek naar de moeder ’gelykèn , om dat
hunne vederen noch in groenachtige buizen
beüóten zyn. De Graauwe Ekfler zet zich
zeldzaam op een tak , zoo dit niet op den
top van efen boom offlruik i s , uitgezóndërt
in den herfff: men hoort deze Vogel op ver-
fchiliende tonen, gedurende dit jaargetyde,
zingen. De Italianen noemen hen Êalc'onel-
lo, even als o f men V.alkje zeide , om dat hy
tot het getal der Roofvogelen behoort , en
wanneer hy op een aas vliegt , zoo is hy zeer
kloekmoedig. Hy is zoo Hout , dat hy de
Meereis aan'taff en verflind. -•
De Kleine Wilde E lft er, verfchilt alleen
van de vorige door' bare grootte : de kleur
van hare vederen is veel vaatrooder, én meer
gemarmert. Z y voed een grooter getal jongen
op. Zy houd haren prooi in een van hare
pooten, en verflind hem , op eenen poot
zittende , op de wyze der Roofvogelen.
Wanneer deze Vogel vrees heeft, zoo vormt
hy een verfchrikkelyke fchreeuw, beweegt
den Haart van de eene haar de andere zyde ,
en houd hem -opgeheven. Hy verdelgt de
Veld-Muizen , Bofch-Muizen , en Muizen ,
zoo wel op de Zaailanden als in de Tuinen.
Hy blyft in de lucht hangen op de wyze der
Steen-Smetzers. Hy zet zich dikwyls op de
diHels , en ónverfchillig op alle foorten van
.takken- wanneer hy zynen prooi gemiH
heeft.
W I L D E D I S T E L , W i t t e G emeene
D i s t e l , Sptna alba , aut Carduus
foliis iomeniofis. Dit is een foort van Dift^l
die op onbebouwde plaatzen groeit; haar
wortel is malfch en zoetachtig; haar Heel,
die vier o f v y f voeten hoogte heeft, is zoo
wel als hare bladeren katoenachtig, en zeer
doornachtig ; de toppen eindigen in ruuw^
hoofdjes die troffen van halve purperachtige
bloempjes onderfteunen , gelyk in de andere
foorten. De zaden zyn met een pluimpje
bezet, hebben verfchillende kleuren, en een
bittèfe fmaak : dit is het foort van DiHels
dat de Ezels het hoogfle fchatten ; zy maakt
een foort van geluit onder de tanden van dit
Dier: haar wortel, is afzettende en windbrekende
, en haar zaad wederHaat, zoo men
zecht .de vallende ziekte.
W I L D E D R A G O N , W i l d T and-
k r u i d , W i l d e B e r t r a m , Ptarmica.
Deze Plant groeit op onbebouwde en fcha-
duuwachtige plaatzen : z y is een en een halve
vqet hoog; en zómtyds meer als drie voer
ten; haar wortel is lang ën vezelachtig: haa.r
Heel is dun , rond , knobbelachtig , en met
lange bladeren bezet, even als die van de
Dragon , zy zyn getant, groenachtig , en
hebben een prikkelende fmaak , even als die
van de Bertram ; het opperHe van den Heel
is getakt, de bloemen zyn geflraalt en w it ,
en^in zeer dichte troffen; by elkanderen ge-
plaatff , - ’er volgen kleine zaden op. Een
blaadje van deze Plant in den neus geHoken
zynde, verwekt een langdurig niezen; wanneer
men hen kaauwt , zoo verwekken zy
hetfpeekzel , en zyn nuttig om de tandpyn
te genezen.
W I L D E E N G E L S C H E Z E E -
K O O L , Crambe mariüma. Déze Plant
die men op de aan Zee gelegen plaatzen in
Engeland vind, heeft ten naaHen by bladeren
, gelyk de K o o l, zy zyn gekronkelt, in
golven te zamen gevouwen , bevallig voor
het.oog, en van een vry aangename fmaak;
hare