ie Spil, ’t geen- een foort van zeer zeldzame
Trompet is ; de Bijfcbops Myter , die een
witte grond heeft en regelmatig met rood gevlakt
is; de Agaathoorn dié aanmerkelyk' om
zyne bruine vlakken op een witte grond is;
de Baby Ionfche Toorn , waar van de omtrekken
uit verfchillende banden | door ftreepen
van roode o f zwarte vlakken op een witte
grond ge vormt zyn ; de Paujfekroon , de
Ryflenbr eiboorn,. de Diftelhiorn , de BTooren,.
de Paddeftaarten , en een groot getal andere
, in welke het gezicht van hunne Schelp
hét oog meerder Preek , als men de verbeelding
dooi', de omftahdigfte befchryving zou
konnen vermaken.
, Het Dier dat de Schelpen bewoont die men
Trompetten noemt ,. is aanmerkelyk om een
inuit die het aan het uiteinde van het hoofd
heeft, deze dient het om in de flyk der Zee
• te wroeten, en het Zeè-water in te zuigen;
het is door deze buis- dat hy het purperachtig
vocht laat ukvloeyen , ’ t geen door de Ouden,.
zoo wel als dat der Purperhoorns■ , gebruikt
wierd om rood te verwen. De be-
.waarplaats van dit vocht, is.een klein vat,
ter zyden van den halsband van het Dier. Dit
vat bevat niet meer als een groote droppel
van een vocht ,* dat eenigzins geel achtig is,
en. ’t geen een purperachtige kleur verkrygt,
na dat het eenigen tyd aan de lucht bloot ge;-
Relt' geweeft is. ^ De Snuit van de Trompet-
Jen is aan het uit-einde met geen tanden ge-
wapent , gelyk die van de Purperhoorns; zy
doorbooren de fchelpen niet , gelyk deze
J-aatften : het Dier heeft behalven deze fnuit
.eèn^mond, en- een ander foort van kleine
üiuit die hem tot een tong verflrekt, het is
door dit middel dat zy het nodige voedzel tot
zich trekken; de fluitfchelp die aan de vleesachtige
plaat vaftgehechc is , over welke zy
kruipen dient hen tot een affchutzel , wanneer
zy zich in.hnnne fchelpen befluiten wilden..
- Het Koninglyke GénoodfcKap vair Lon-
don , heeft voor omtrent 70 jaren , op de
Rullen van Engeland,, een zeer gemeen foort
van Trompetten ontdekt, dabde Purperkleur
verfchaft 5 die door de Ouden zoo hoog gewaard
eert wierd. 13e Heer de Reaumur heeft
mede een foort op dé Kullen van Poitou gevonden.,
die deze fchoone kleur uitgeeven;
De Trompetten van P&itou , die purper ver-
fchaften, vind men gewonelyk om zekere
Stee pen, op zandhopen by- een verzamelt-: op
■ ss^filke.men.veel. eironde korrels ziet^die drie
ly'nen lang , en met-een wit vocht vervult
zyn , dat eenigzins’ geelachtig is , hetgelykc
vry wel naar het gene dat men uit «dé Trompetten
zelfs bekoomt, en dat, na. eenige veranderingen
, een purperkleur aanneemt. Uit
de Waarneemingen van den Heer de Reaumur
fchynt te blykem, dat dit de eijeren van.,
dé Trompetten niet zyn, noch de zaden van
eenige Zee-planten, noch van. eerft voortkomende
Planten ; men heeft redenen om te
dénken dat het de eijeren van zekere Viflchen
zyn. Men begint hen in den Herft eerll te
ontdekken. Wanneer men deze eijeren óp
lynwaa't verplet zoo maken zy het in den beginne
alleen flaauw geel 'v. maar wanneer men
dit lynwaat voor de. open lu c h t d e zon 11e-
llralen , o f het -vuur blootftek, zoo gaat het
in de tyd-van drie o f vier minuten , in een
fchoone purperkleur over, die door meenig-
vuldige waffehingem een weinig ver-flaauwt.
Wanneer de Zon’maar alleen flaauwe kraaien
op d k;lynwaat fchiet , zoo zal het eerft
een groenachtige kleur aaniaeemen , vervolgens
een citroenkleur , hier na- een helder
groen, dan weder een donkcrei', vervolgens
een violétte , en eindelyk .een fchoone purperkleur..
Het zou een vry aangename ontdekking
zyn , zoo men-naar zyne begeerte
deze kleuren ,. by iedere verandering: die zy
beurtelings ondergaan., beftendïg maaken
kon.
Volgens de Proefneemingen van den Heer
de Reaumur, zoo beftaat de werking van de,
lucht op het fap van deze zadén hier niet in,
dat zy .het eenige van zyne deeltjes ontneemt,,
noch dat zy het eenige nieuwe verfchaft,
maar alleen dat zy de fchikking der deeltjes
verandert die het uitmaken. De Heer deRcan-
mur heeft niet verzuimt om het fap dat men
uit de Trompetten trekt- met dat van deze
zaden te yergelyken en de Proefneemingen
hebben hem gel eert, dat deze vochten ten
naaften by van de zelfde aart zyn. Dat van
de zaaden is alleen waterachtiger , het heeft
een-zoutachtigefmaak, in plaats d a t, dat van
de Trompetten, by uitftek. peperachtig en
prikkel ent is. '• .
De Qocbenieljè-geeft een zeer fchoone roode
kleur, maar die. alleen goed op wolle en
zyde doffen is. D.e Carthamus: geeft een-
fchoon kraprood en rooze kleur ; maar dit is
alleen aan de- Zyde en het. Kattoene garens
Mogelyk, zecht de Heer de Fontenelle , dat
de zaaden van den Heer de. Reaumur ons een?
fchoone roode. kleur voor. het lynwaat zoa-~
den kórinen verfchaffen. Wanneer men. van
deze kleur in de Verf konfl gebruik maaken
wilde , zoo zou het veel gemakkelyker., en
minder koftbaar z y n , wanneer men haar uit
de zaaden j en niet uit de Trompetten trok.
Men kan een groote meenigte zaaden te ge-
•lyk verpletten , in plaats dat men om het
ideurgevent vocht uit de Trompetten te trekken,
men de bewaarplaats van iedereTrom-
pet in.het byzonder openen moet, ’ t geen
veel tyd vereifcht: en wanneer men gemaks*
halve, dé kléin-fte van deze fchelpen verplet
, zoo verderft, men het vocht der verfchillende
floffen die het Dier uitgeeft.
De Scheikonft , deze Wetenfehap die de
Satüur ontleed, en haar onder verfchillende
.gedaantens doet voortkoomen , zon middelen
konnen uitvinden om deze kleur tot vol-
maakiheit te brengen , en haar zich fpoedi-
ger en fehoonder te doen vertoonen, en be-
flendiger te doen. zyn. De Heer de Reaumur
heeft ondervonden dat het Sublimaat Gorro-
fief dit uitwerkzel. op het vocht der Trompetten,
doet*.
T R O M P E T T E R . Deze naam geeft
men aan een Vogel, wiens geluid , zoo men
1 wil, eeniger maten met dat van een trompet : iöver. een k-oomt.
De Vader Labat ze d i t , dat deze Vogel
geheel zwart is , 'en dat hy de grootte, enby-
na de gedaante van een Kalkoen heeft. Het
! géne hy byzonder heeft, is eendubbel.de bek,
■ ©l"liever twee bekken over elkanderén, waar
van de bovenfte. als een foort van holle neus
lan befchouwt worden,. en die waarfchyne*-
Jyt 'tot het geluk veel toebrengt,. dat. deze
Vogel doet h o ore ïi'. < Deze Vogel , die men
mede Monocerps noemt , heeft drie vingers
aan de voor- en een aan- de aeliter zyde : hy
is zeer gemeen aan de Amazonen rivier.
Deze Vogel is zeer gemeenzaam , en heeft
fliets byzonder , .als., zyn foort van gezang;
«et is ten onrechte , zecht de Heer la Con-
(lamine , dat men dit geluit voor een gezaag
gekweel aanziet. Het fchynt dat het in
een.verfchillent werktuig gevormt word, en-
.fj §een het. tegengeftelde van.de luchtpyp
T R O M P E T T E R . Dit is een fóort
Van Indiaanfche Aal. Ruifch zecht, dat
Wanneer de nacht aangekoomen is , en de-
ftil is, deze Vifch een fterk.gej uit maakt,
1 men. een halfuur ver van do plaats
hooren kan op. ’welke hy zwemt; men heeft
hem hier om Trompenervifch genoemt. Zyne
kleur is geel, met. witte lynen gefchakeerc,
hy heeft doornen op den rug, maar geen vinnen,
zoo,dit niet naby den flaart is , alwaar
ifien twee byna vierkante vinnen opmerkt,
hy beeft een lange en beenachtige bek : en
wanneer deze Vifch blazen w il, zoo fluit hy
.’er het. uit-einde niet van toe , maar met hem
boven .het water uit te flrekken ,, trekt hy de
lucht in, , ’t geen hem, geluiden en geblaasdo
et vormen*.
T R O N C H O U . Dit is een Zee-vifch r,
' -d-ie een blaauwe kleur heefc-, en veel breeder
als de Derbio , maar veel korter en platter
is , en die geen fchubben heeft; zyn rug is
blaauw en zyn buik wit : hy heeft twee llre-
pen die Wan den kop tot aan den flaarc voorts
loopen; de bovenfte dezer ftreepen is bochtig,
en. de onderfte recht. De inwendige dee-
len van dezen Vifch zyn gelykvormig aan die
van den Derbio,. st geen een foort van Glaur
eus is. Zyn vleefch is zagt en heeft een-
.zeer. goede fmaak : men vangt de Tronchou
in de Middelandfche-Zee..
T R O S -W O R M . Deze Worm is byzonder
aan Noorwegen : men noemt hem
dus, om dat, de Wormen van dit foort altoos
in. troepen by een verzamelt en op elkande-
ren gehoopt zyn ; zy hebben de lengte van
een garftkorrel , en de dikte van een draad.
Wanneer deze Wormen-met elkanderen veiv
eenigt zyn , zoo vormen zy éen k o o rt, die
een. en een halve vinger dik, en ver fche ide
vademen lang. is. Deze Wormen kruipen
•geftadig.over elkandcren , echter in diervoeg
gen dat de geheele keten geftadig voorwaarts
beweegt,, en eeivftreep achter zich.laat: het
ichynt zeer waarfchynelyk dat deze Wormen
elkanderen verflinden. QNatuurlyke Hijlorie.
van-Noorwegen.},
T R U E N , zie R o o v e r ;
T R U F F E L . . Zie op bet woord P ad de 1
s t o e l ...
v: T R U F F E L -W O R.M.. Deze Worm’
is doorfchynende en wit. Het zyn de Wor--
men vau dit foort die veroorzaaken' dat de
Truffelfs dikwyls-verderven; Wanneer men-
een opgebulte Truffel tuflehen de vinge--
ren'drukt, zoo ontdekt men ’ e-r' p.laatzen in
G o do 33 dié