ben, die op het wit trekt, en met zwart gë-
llreept zyn , zy worden door wölachtige
kelken onderfleunt. Op deze bloemen volgen
lange peulen die zich in twee afdeelin-
gen fcheiden , en eenige geelachtige zaden
bevatten-, die veel groöcer als het moflaart-
zaad, maar zoo rond niet zyn. •
De reuk en fmaak van deze plant is Herk
en onaangenaam ; echter gebruikt men haar
in Italiën om ze met de Salade te vermengen
, om deszelfs fmaak verhevener te maken
: men zaait haar in de tuinen en vgldeh;
lïaar zaad en bladeren worden in de Genees-
konH gebruikt.
<2. De W i l d e R a k e t t e ., ErucaSyl-
vefiris : deze plant groeit langs de müurén,
óp de onbebouwde en zandachtige plaatzen-;
zy heeft een geheel Hinkenden en ónaange-
namen reuk: haar wortelJs lang, dik eri wit,
haare bladeren zyn zeer diep ingefneeden
gelyk die van. het Papenkruid, zy zyn groen,
glad, brandende van fmaak, eri gelykvormig
aan die van de Tuin-Rakette , gelyk mede
haare bloemen , maar zy hebben een geèle
kleur en zyn welriekende. Op dezelve volgen
hoekachtige peulen , die met zaden vervult
zyn, welke naar die van het wilde Moft-
aartzaad gelyken, en een fcherpe en eenig-
zints bittere fmaak , gelyk de geheele plant
hebben.
De reuk en fmaak Van de Tuin-Rakette,
is veel zatter , en haare krachteii zyn Veel
zwakker; nier om mengt.men haar dikwyls
onder de fpyzen : om de Wilde Raketten
word hooger in de GeneeskonH gefchat.
■ De Rakette verfchilt in aart geheel van de
Latouw ; hierom mengden de Ouden haar
onder de fpyzen om de eene door de andere
te matigen : fchoon de Italianen haar onder
haare Saladen eéteh, zoo is -dit veel eerder
om haare krachten als om haaren fmaak; want
zy fpoört, volgens het getuigenis der Gertees-
heeren , en zelfs volgens dat der Dichtèrs,
tot de liefde aan;, hierom zècht
M a r t i a l i s ,
E t Venerem revocans Eruca moYantem*
COLÜMELLA ,
Excitat acl Venerem t ar dos Eruco mari*
tos. .
en O v iD iu s ,
Nee minus Erucas jubeo vitare falaCes.
Alle de deelen van deze Plant, wekken de
eetluït op ; bevorderen de verteering en de
pislozing , en wekken het zaad op ; in een
woord, men gebruikt haar in de zamenftel-
1 in gen die gefchikt zyn om de luH tot het Ve-
nus-lpel te vermeerderen. De Rakette ; en
vooral haar. zaad , is noch nuttig tegens de
fcheurbuik, en eenige; langduurige ziekten's
\ zy men deze Plant raauw eet , ’ t zy men
haar fap alleen , o f met wyn drinkt, ’t zy
men haar in vleefchfoepen o f afkookzels v i
vbruikt, ó f haar maar alleen kaauwt; einde-
ly k , zy bréngt de uitwerkzelen van de fpeek-
zèl verwekkende en blaartrekkende Planten
in de beroerdhëit, en lammigheit voort. 5
Men brengt ons zomtyds van -Si. Jan, de
Acra, ’t geen tien uiiren van Jeruzalem lecht,
een meenigte affche van Rakette * die door.de
Kooplieden Levantfcbe AJfche genócmtword:
men bekoomt dezelve mede van Tripoli , en
uit Syriën-; - maar Igfifj bevat zoo véél zout
niet als'de ëerHe : men bedient ’er zich van
om zeep en glas te vervaardigen , gelyk van
die van de Varen en Souda ; zié deze ivoor-
' dén. '
De Kruidkundigen onderfcheiden noëh een
ander foort van Wilde Rakette , Eruca go,
die in de omliggènde Hréeken van Montpei-
lier groeit, zy koomt tujTchen het graan , eri
op andere warme plaatzen voo rt: haar wortel
is een voet lang en vezel achtig , gelyk
mede haare Reelen , die ruuw, getakt, en
purperachtig 'zyn : haare bladeren zyn over
de aarde uitgefpreid, langwerpig, fmal, wolachtig
en wreed, die van de Reelen'zyn twee
aan twee , o f drie aan drie , zamenge voegt:
Tiaare bloemen zyn klein, uievier kruiswys*
gefcllikte blaadjes zamengeRelt eri gedachtigs
op dezelve volgen vruchten die naar dromachtige
knodzen gelyken , en twee' o f drie
kleine en rondachtige zaden bevatten , die
met een kleine bek , bezet'zyn. Deze Plant
is infnydent, en verwekt het niezen.
R A N A T R A . Deze naam geeft Peti*
vert aan twee halffchildige Infeéten, van het
gedacht der Krekels. Het eerRe heeft twee
kleuren: te weeten , geel en zwart; zy onthouden
zich in de weiden , geduurende den
hoöi-tyd; derzelver zang,bootR het gekwak
der Kikvorféhen na. . Het tweede vind men
in de Planten eri Kruiden ; uit den aars van
deze, koomt een fchuimachtige Roffé voort;
derzelver'kleur is met geel en met wit gevlakt,
RANONR
A N O N K E L , z ie H a n e v o e t .
R A P H l D IA . De Heer Linmeus noemt
een Infeél, wiens- vleugelen zenuuwachtig
zyn, en dat door eenige Schryveren Kemels'?
bakje genoemc word : het heeft de grootte
en byna dezelve gedaante als'de Schorpioen-
Vlieg: nit deszelfs aars koomt een zy achtige
zwarte en boogswyze angel vo o r t, die
le helft van de lengte'-van zyn achterlyf be-
flaac. Menheeft eenige van deze infeéten,die
door hunne- angel verfchillen, en andere die
?er -geen hebben : deze yerfcheidenheit kan
wèldoor het verfchil der Sexeonrftaan. {Ac-
tenlvan Upfal, 1736-. n. 1. pag. 28. jj •
R A P O N C E , Rapmculus. W y zullen
onder dezen naam twee foorten van Planten
befchryven , fchoon zy van een verfchillent
gedacht zyn..
. 1. De K l e i n e R a p o n c e , o f K l e i ne
eet bar e R apen ,. Rapmculus efcu-
lentus; dit is een Plant die-aan dé boorden
der gragten , in de weiden , en in de velden
pnder de granen groèit: men kweekt haar
mede in de moestuinen aan.. Haar wortel is
gelyk aan een.kleine^Knol , zoo lang én dik
als een pink, zeldzaam getakt, wit , zoet,
en goed om te; eeten zy fchiet een o f twee
iteelen, ter hoogte van twee voeten uit; de^-
ze zyn dun , hoekachtig, geyoort, wollig ,
en met fmalle bladeren bezet, die fpits zyn,
en aan dén fteel, door een voétfteun die vry
breed is , vaftgèkleeft is -; zy zyn weinig ge-
tant | en mét êen melkachtig fap doordrongen
: haare bloemen koomen aan de toppen
voort; en men heeft aan iedere bloem , volgens
de Heer de Tournefort, een uitgebreide
klok, die in vyf'deelen uitgefnedeq is , en:
een blaauwe ó f purperachtige kleur heeft, en
^omtyds wit is: op deze bloemen volgen vliesachtige
vruchten , die in drie afdeel in gen ge-
fcheiden-Zyn, en kleine,zaden bevatten, deze
zyn blinkende en rosachtig.
Deze geheele Plant geeft, gelyk alle fóor-
fen van Klokken , melk u i t : zy bloeit in Ju-
ny; men plukt haar Wanneer zy noch malfch.
is, mét haar wortel uit, om ze Ónder de lente
Salade te mengen. Dézen vvortel is van den-
zelfden- aart als de, Wilde Radys ^ want zoo-
men.hem in fchyven fnyd^ én deze in de aardt
(leekt, zoo koomt ’er uit iedere fchyf een-
üie.u^v.e plant vourt..
2. De G em e e n e W i l d e R a p o n c e ,
H a l s k r u ïd , Rapunculiis fpicalus. Haar
wortel is gelykvormig aan die van het vorige
foort : zy fchiet bladeren uit die naar de .
bladeren van de Maarfche violen gelyken, en
'zomtyds met zwart gevlakt zyn: haar fteel is
een en eéri half voet hoog, hoekaehdg, hol,
en riielkachtig, eri met fmalle bladeren bezet;
hy onderfchraagt aan zynen top een air
van fchoone witte o f purperachtige bloemen,
die uit een (tuk zamengeftelt, en gëwoone-
lyk in v y f draaien ingefneeden zyn ; haar zaad
is ' roodachtig. Men vind deze.^PIant op de
bergen , in de koele w e id e n e n in de fcha-
duuwryke ,vall,yen die met boflehen bedekt
zyn : .haar wortel word minder a l d i e van
het vorige foort gebruijtt ; by is afzettende ,
én bevordert de verteering: hy verfrifcht mé*
de * en vermeerdert de melLder zogende yrou-
: R A T E L S L A N G , B e l s l a n g . Dit
is een Slang -dié in> de beide Indiën gemeen
is ; zyas altoos gevaarlyk om haar vergift,,
als'zonderling om haaren ratel, en onaangenaam
om haaren reuk. Dit is de Cascarel der
Portugezen eri de. Tangedor dér Spanjaarden.
Deze Slang is weinig meer als v y f voeten;
lang, en zoo dik als de dye van een menfeh...
Haaren ratel is, aan. het einde van den ftaart
geplaatfl; dit is een verzameling van holle
ringen ,. die geluic geeven , in elkanderen ge—
plaatH ,. en aan een fpier vaHgehecht zyn
welke van de laatHé wervel van het Dier,,
voortkoómt. De Natuur heeft gewild dat dit
gevaarlyke Dier zyne nadering niet zóu kollenen
verbergen"; want'hst hair kan zich niet:
beweegen , zonder dat zynen ratel geluic;
maakt..
De Ratelflang gaat met een ongëlooflyke-
fnelheit tulfcheride rotzen voort; waarfchy—
nelylt om de. Heunpunten die zy telkens ontmoet;
o vér de aarde beweegt zy zich lang--
zaam, en Zelfs laat de iangzaamheit van haare
bèweegmg afsdan niet toe om'' de menfehen
te vervolgen ; maar haare beweeging is; by'
uitHek friel op'het water, ofjzy gelykt., wan—
neer^y zwemt, volmaakt naar'een blaas. Het
is van zoo veel, gevaar vergezelt, om haar in;'
deze- hoofd-Hof aan te taftën, als het on voor—
^zichtig.is, om.op het dek van de kléine vaartuigen
te bly ven-, wanneer zy naby dezelve-
zwkmt:: zy fchict.’er, met'zoo veel. fnc.lhett:
mm