van de vrycht geen (leen o f pit heeft. Vermits
de Mispelen in het hart eerfl zapht beginnen
te worden , zoo gebeurt het dikwyls
dat dit d.eel reeds vergrot is voor dat het buitenge
gedeelte in Haat is , om gegeetpn te
konnen worden. Om dit voor te koomen ,
zoo fchüd men de mispelen, voor dat zy zagt
beginnen te worden in een wan, om hen te
kneuzen , waar door het buitenfle gedeelte,
zoo ras als het binnenfle zagt word. Om
goede Mispelen te bekoomen , moet den
Mispelboom gegriffelt worden: men ent hem
op den wilden peerenboom , o f op de hage-
döorn..
De Doornaqhtïge Mispelboom, is een
heefter , die onder den naam van Pyracantba
,of Brandende Braamhpfcb, bekent is.
De A z e r o L i er o f W il d e M i s p
e l b o o m ., AzeroltJS, De bladeren van dit
•boompje zyn gelykvormig aan die yan den
Hagedoorn, maar zy zyn veel grooter; zyn
bloemen koomen in troffen vo o r t, hebben,
een graskleur , en vormen roosjes ; zyne
vrucht is rond., veel kleindef als een mispel,
.en heeft een kroontje .dat door de toppen van
den kelk ge vormt word : zy is eerfl groen,
maar wanneer zy ryp i s a word-zy rood, en
verkrygt een rinsachtige en aangename fmaak;
zy bevat drie beentjes. Men kweekt dit
boompje in Italië en Languedoc iaan; De
witte Azerolen zyn zoo goed niet; men
maakt van deze in Provence confituuren. De
Wilde Mispelboomen doen een zeer bevallige
uitwerking in de Maand Mey , wanneer
z y bloei jen. Wanneer deze boompjes inde
fchuilplaatzen geplant worden , zoo lokken
zy het wild door hutme vruchsen tot zich.:
z y hebben zoo veel .doornen als de Hage-
doorn niet, groeijen veel fpoediger, en worden
veel grooter. Dè Azerolier van Virgi-
nië verdient om den luifler van zyne bladeren,
en den glans van zyne vruchten, aan gekweekt
te worden.
De H a g e d o o .rn is een boompje van
een middelmatige dikte, dat takryk , en met
flerk.e en fcherpe doornen bezet is , die noch
veel harder als het hout zyn : dit hout is met
een roodachtige fchors bedekt, o f die bruin-
achtig volgens zyn ouderdom is-; zyne
vafle en flekende takken, zyn zeer gefchikt
om alle foorten van figuuren onder het fnoei-
mes van den hovenier aan te nemen. Zyne
bloemen , die zeer welriekende zyn, vormen
roosjes , en zyn in trosjes by een gefchikt.;
zyne vruchten zyn een weinig. grooter als de
beziën van den Myrtus, en rood wanneer zy
ryp z y n ; zy hebben een zwarte pavel, et*
zyn met een zagt, Tymerig, en zoetachtig
vleefch vervult; dit boompje groeit overal
in de heggen. De Hagedoprn is zeer bevallig
in de maand M e y , vo.óral, die met dubbelde
bloemen. Het fchynt niet waarfchy-
nelyk, dat de reuk van déze bloemen in flaat
is om de verfche zeevifch te verderven , ge-
lyk eenige gezecht hebben. De vruchten van
dit boompje bly ven noch lang in den winter
aan de takken vafl gehecht, en dienen de vogelen
tot voedzels, vooral de Lyflers en Meef-
Ten. Zyn hout munt 'in hardheit en gelykheit
uit, het volgt op dat der Palmboomen, men
fctiat het hoog tot draaijerswerk.
De B r a n d e n d e B raaüvtbosch , o f
B oom van M oz es, Pyracantba , is een
doornachtig boompje , welkers bladeren in
zekervoegen , naar die van den Wilden Pee?»
renboom gelyken ; zyne bloemen zyn roos-
wys gefchikt, en hebben een- roodachtige
geele kleur; zyne vruchten gelyken naar die
van de Hagedoorn, maar haare kleur is fchoon
fcharlaken yerwig rood: wanneer zy menigvuldig
zyn , zoo doen zy- het boompje een
vertoon in g maken, als o f het in brand floiid.
De Brandende Braambofch groeit natuurïyk
in Provenee.en Italië; zyne bladeren zyn altoos
groen, en hy verliefl zyne vruchten ge-
duurende de winter niet. Men heeft ge gift
dat dit boompje de Braambofch was , waar in
G od aan Mozes verfcheen, en hem gebood
om zyne fchoenen uit te trekken , om dat de
aarde op welke hy flond heilig wasv; en dat
het om deze reden is , dat hy'.het voorrecht
beeft om zyne vruchten den geheelen winter
IH behouden.
De A me l a nchi e r is een boompje dat
veel over eenkomfl met de voorgaande heeft;
zyne bloemen zyn w i t ; zyne bladeren gelyken.
naar dié van dén Peerenboom , en zyn
aan dé onderzyde wol achtig.
De wolachtige Amelanchier , is een zeer
beyallige heefler.
Alle de foprten van Mispelboomen van
welke ik gefproken hebbe, als mede de Mispelboom
zelve , hebben een foort van twee
kleine blaadjes aan de voetfleeltjes van hunne
bladeren. De-witachtige Amelanchier en
de Pyracantba , hébben in plaats van deze
blaadjes twee-draadjes..
Alié de poorten van Mispelboomen 'ffagen
vry wel in allerlei Poorten van gronden. Het
zaad der Mispelen koom't yeeltyds niét voor
het
MPt tweede jaar op. Het is een yoortrefie-
lykê gewoonte, dat men een meenigtc vrnch-
tea yan Hagedoorns , Azerolen enz. in de
boomkwekeryen.zaait; want deze boompjes,
wélke géén nadeel aan de Eiken o f Kaftanjen-
boornen doen, overfchaduwen de aarde , en
döétt hét Onkruid omkoomen, waar door het
groote hout des te béter gr o éi t.- .
Alle de Poorten van Mispelboomen groei-
jién langzaam, hun hout is zeer hart; zy zyn
zeer gefchikt om ’er de Peerenboomen op te
griffelen, welke dwergboomen bly v en , en
hier door veel vroejer vruchten zullen geven
als d ie g e en é , welke op de Wildé Feren-
boómen gegriffelt zyn..
Alle de vruchten van deze boompjes werden
zamen trekkende gefchat.. ?
M I S T P 1 K K .E L , dit is een.Poort van
arfenikale pyrites: zie P y r i t e s.
M IS Y , dit is een vitrioolachtige y-,geele,
glansryke fleen, die een zeer zamen trekkende
fmaak. heeft I hy gelykt zeer wel naar het
öpgébl aderde omkleedzel van dat Foort van
Rukken fleen, .welke men Calchitis noemt.
Het fchynt ons toe , -dat de Mify uit de
Ontbinding van een yzerachtigê pyrites is te
zamen geflelt. W y hebben dezelve in de
koOlgroeven van Luyk, en in de omliggende
llreken van Namen ontmoet. Zie de noot,
in het laatfl van de Nieuwe Mtneraaïkunde-
M O C A Y A o f M O N C A Y A , dit is
een foort van Kool-Palmboom, waar van de
nooten o f amandelen, een olie uitgeyen, die
in de Schilderkönfl van hetzelfde gebruik als
de noten Olie is : men gebruikt hem in
Guyana , zomtyds mede in de fpyze. Deze
olie , word op dezelve wyze als die van
de Amandelen van den Palmboon Aoura, bereid
: zie A o u r a ..
M O D D E R ., zie S l y k .
M O D IO L U S." De Natuurkundigen
h-ebben dezen naam aan verfchillende delf-
bare lichaamen gegeeven, gelyk de Caryö-
Jxbyllóides, de Trocbitesenz. Zie deze. woar~-
den4.
M O E D E R DER P A A R D E N : , Z/V,
B a a r l e m .oe r .
M .Q:E X1?E B.’ op M A T R I C E . 'dcrr
T U R .K O I Z E N , zie T u r k a i s ;
. M O E D E R der E S M A R A U D E N ,
zie E sm a r a u d e n .
M O E D E R K R U ID , M a t e r ,Matri-
caria. Dit is een plant die in de vette aarde
in de tuinen , en in de zwaare gronden in de
velden groeit. Haare wortel is wit en vezelachtig
: zy fchiet verfcheide fleelen ter
hoogte van twee voeten u i t , zy zyn dik,
ftevig , gevoort, en met een fponsachtig.
merg vervult. Haare bladeren zyn talryk ,
vrolyk groen , fterk riekende , zonder order
geplaatfi , en zeer diep ingefneden. Haare
bloemen koomen in troffen aan de toppender
takken v o o r t, en zyn geflraalt gelyk die der
Kam©milieu.: op deze bloemen volgen lang-*-
werpigé zaden , die gegroeft z y n , en mee
geen pluimpjes bezet.
De geheele plant heeft .een flerke eri on-
aangenaame reuk, en bekleed een onderfchei-
de plaats, otider de opflygingkeerende planten
: zy word vooral tegens de vertraagde
kraamzuivering;, en fmertelyke maandflon-
den aangépreezen : zy brengt op een nuttige
wyze alles voort wat de bittere en windbrekende
kruiden voortbrengen konnen. Haar
üitgeperfl fap verdryfe de wormen. Het moederkruid
is gelyk de flin-kende kamillen ,. een.
goed middel omde byën en muggen te ver-
dryven om dat deze infeélen ’er de reuk
niet van verdragen konnen: dus doen de bloedr •
ryke lieden zeer w e l , dat zy zich van een
ruiker van deze plant voorzien , wanneer zy
in de tuinen wandelen. - De bloemen van hex
Moederkruid- zyn een van de vier windbre--
kende bloemen. -
M O E D E R -N A G E L E N , Antppbylli.
Zie op bet woort K r-u i d n a g e l e n .
M O E R - A A L , Murätna, Artedi heeft
dezen naam aan een foort van wiffehen ge- -
gêeven , welke tot^het geflacht van die geene
behooren , die zagte vinnen hebben, gelyk
de Aal , . de Konger-Aal , de Lampry , de
Zee-Siang , en de eigentlyke gezegde Moer-
Aal. W y zullen hier maar alleen van het
laatfle dier fpreken.-
De E I G EN T L YK-E M o E R -A a L ,- M h- '
rät na pinnis pectoralibus.carens , dit is een;
Zee-Vifch die zich in de volle-zee ophóud,
en die men echter zomtyds naby dc llranden :
viud ^ hyvis by- de drie -voetefi lang; gelyk-~
- vor- -